Zelfverdediging
25 oktober 2017
Bregje Hofstede schreef in De Correspondent een artikel over seksuele intimidatie. Toen zij als elfjarige naar een zelfverdedigingscursus werd gestuurd, balde de woede over de haar daardoor opgelegde verantwoordelijkheid zich samen in een terechte vraag: 'Waarom worden jongens niet op cursus gestuurd om te leren over ongewenst gedrag?' Hoogleraar filosofie Jan Bransen gebruikte die vraag in een tweet over Hofstede’s artikel en kreeg een even terechte reactie: 'Waarom niet meteen goed opvoeden?' Bransen schrijft naar aanleiding daarvan dit opiniestuk over opvoeden en ongewenst gedrag.Nu mannen in reactie op de #MeToo-bekentenissen aan komen zetten met #IHave-excuses, blijk ik met steeds meer vragen te zitten over de mannelijke kant van seksuele intimidatie. Ik kan me sowieso al weinig voorstellen bij mijzelf als dader van een intimiderende handeling (hoewel ik met de hond wel eens heel dreigend afgestapt ben op een stel pubers die een prullenbak in brand probeerden te steken), maar de schaamte stijgt me onmiddellijk naar het hoofd als ik me de man voorstel waarover Hofstede schrijft, een man die nog betrekkelijk onschuldig wordt gevonden, de man die tegenover haar zit in de trein, haar indringend aankijkt, en dan een lik-beweging maakt.
Hoe durft hij?!
Heb ik dan wat dit betreft gewoon geluk gehad in mijn opvoeding en heel goed geleerd dat ik me niets moet verbeelden en zeker niet moet denken dat ik mijn verlangens zomaar kenbaar mag maken? Want dat zit er in mijn geval, denk ik, achter.
Maar juist omdat dit de opvoeding is die ik met mij meedraag, denk ik ook dat het inderdaad een goed idee is om jongens (en meisjes!) niet alleen meteen goed op te voeden, maar vooral ook naar een cursus te sturen over ongewenst gedrag. Dat zal dan ook een cursus moeten zijn over gewenst gedrag, en daarmee een cursus over het leren kennen van onze verlangens, het leren uiten van onze verlangens, het leren herkennen van de verlangens van anderen, en het ontwikkelen van ervaring in de vele manieren waarop die verlangens in elkaar grijpen of niet, en dat in anonieme, alledaagse, vriendschappelijke, collegiale, én intieme situaties. Zo’n cursus mag gerust een paar jaar duren.
Onze verlangens zijn een belangrijke maar ook een kwetsbare zaak. Ze zijn een zaak die we volledig negeren in ons hedendaagse, zo volstrekt op cognitieve leeropbrengsten ingerichte onderwijs. Terwijl een beetje gelukkig, menselijk bestaan – en daarmee een leefbare samenleving – staat of valt met het herkennen, uiten, respecteren en behartigen van onze welbegrepen en van harte omarmde verlangens.
Dit gaat niet over de schuldvraag, maar er kan altijd wel veel herleid worden tot opvoeding en onderwijs. We laten echt heel veel liggen, in ons onderwijs. En we vegen de brokken gezamenlijk onder het tapijt – vieze, gore, volstrekt ongepaste brokken. Walgelijk gedrag waarvoor mannen zich de ogen uit hun kop moeten schamen. Hoe durven ze?
Wat willen ze eigenlijk?
Laten ze zich die vraag in zo’n cursus maar eens indringend stellen. En dan bedoel ik indringend. Kijk een vrouw maar eens echt open aan, en vraag je serieus af wat zij zou willen dat jij zou willen. En wat jij zou doen. Op een hoffelijke manier.
We hebben nog een hele wereld te winnen.
Dit artikel is een onderdeel van de rubriek Opinie van het NIVOZ-forum en wordt de komende tijd verzorgd door Jan Bransen. Hij is hoogleraar filosofie van de gedragswetenschappen aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Deze column schrijft hij op persoonlijke titel. Tijdens de Nationale Onderwijsweek gaf hij een lezing over keuzevrijheid en keuzestress.
Reacties