Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Wat missen we als de pedagogische dimensie bij onderwijsonderzoek uit het zicht verdwijnt?'

30 januari 2015

'Het probleem van onderwijswetenschap is dat details uit het complexe geheel van het onderwijsproces geïsoleerd worden onderzocht,' stelt Hartger Wassink, onder meer actief binnen het NIVOZ-forum. 'Dat levert misschien interessante resultaten op, maar leidt ook tot het schijnidee dat onderwijs als de voorspelbare toepassing van een technologie te onderzoeken is. Dat is niet zo: wat goed onderwijs is, is altijd afhankelijk van onze moreel geladen opvattingen over wat we wenselijk vinden voor de ontwikkeling van leerlingen. Onderwijs vindt nooit geïsoleerd plaats. Onderzoek kan dan ook niet geïsoleerd plaatsvinden, wil het bruikbaar zijn.'

--> Hartger Wassink geeft morgen op de NOT in Utrecht een gratis lezing: Onderwijsonderzoek: waardeloos? Hij doet dat i.s.m. bestuurder Edith van Montfort. Om 12.15 uur in de Jaarbeurs. Lees meer.

Bij NIVOZ bepleiten we onderbouwing van goed onderwijs vanuit pedagogisch perspectief. Dat houdt in, dat we onderwijs in de eerste plaats bezien als de praktijk, zoals die is, en niet als een systeem, dat aan bepaalde eisen zou moeten voldoen. Zo eenvoudig als dat standpunt is, zo complex kunnen de consequenties ervan zijn, zeker voor onderwijsonderzoek. Het betekent in onze optiek, dat pedagogische vraagstukken altijd meegenomen zouden moeten worden. Een recent voorbeeld laat zien wat we missen, als de pedagogische dimensie uit het zicht verdwijnt.

slaapjeaAfgelopen december kwamen twee scholieren in het nieuws, die voor hun profielwerkstuk, in het kader van hun eindexamen aan De Nieuwe Veste in Coevorden, onderzoek hadden gedaan naar slaapgewoonten van scholieren. Het unieke aan hun onderzoek was, dat ze zeer systematisch en gedetailleerd gegevens aan elkaar koppelden over de slaapgewoonten en toetsresultaten van medescholieren. Zo konden ze nagaan of het ‘chronotype’ van een scholier (kort gezegd: of je een ochtend- of avondmens bent) van invloed is op de schoolresultaten. Het resultaat was duidelijk: ja, die samenhang is er. De aanbeveling was om toetsen voor scholieren later op de dag af te nemen, om de resultaten te verbeteren. Het onderzoek leidde tot een wetenschappelijk artikel, een uitzonderlijke prestatie van deze scholieren.

Maar al snel kwamen er tegengeluiden. Een paar dagen later berichtte de NOS over slaaponderzoeker Gerard Kerkhof, die met zijn onderzoek liet zien dat we in onze samenleving in het algemeen later gaan slapen. We blijven veel langer ‘s avonds actief, en vooral door de blootstelling aan diverse lichtbronnen slapen we slechter in. Het is niet moeilijk de verbinding te leggen met slaperige pubers in de ochtend. En deze week verscheen in NRC Handelsblad een opinieartikel, dat zich baseerde op dit onderzoek als argument tegen aanpassing van de schooltijden voor pubers. Hoogleraar neurofysiologie Joke Meijer pleitte daarentegen voor voorlichting over de nadelige effecten van late avondactiviteit.

De vraag die ik aan de orde wil stellen is niet wat nu de beste tijdstippen voor leerlingen zijn om te leren of toetsen te maken. Het gaat er hier ook niet om, te laten zien dat de scholieren een fout zouden hebben gemaakt met hun onderzoek. Zij hebben heel precies en creatief de regels van de onderwijswetenschap gevolgd en komen op basis van hun gegevens tot een logische conclusie. De vraag is alleen of we nu voldoende zicht hebben op wat er in de praktijk werkelijk aan de hand is, en hoe we het reëel bestaande probleem van het gebrek aan motivatie van leerlingen voor schoolwerk kunnen oplossen.

Lees verder
Hartger Wassink is forum-redacteur bij het NIVOZ. Hij begeleidt scholen en teams bij normatieve professionalisering. Dit is zijn eigen blog.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief