Wat maakt een goede mentor?
2 januari 2018
Buiten vriest het zo nu en dan, het is alweer december. 'Ik heb inmiddels een beeld van mijn leerlingen, de eerste mooie momenten hebben zich voorgedaan, maar conflicten hebben ook al de revue gepasseerd,' schrijft Anke Niessen, sinds twee jaar docente Frans in Culemborg. De grootste verandering voor haar is haar rol als mentor. Hier haar eerste reflectie op die rol: 'Ik ben ervan overtuigd dat meer druk van mijn kant voor een averechts effect zou hebben zorgen.'
Wat maakt je een goeie mentor? In de zomervakantie had ik alle tijd gehad om daarover na te denken en had ik me voorgenomen om vooral beschikbaar te zijn, mijn best te doen de leerlingen te zien en ze te leren kennen.
Het eerste uur op dinsdag ben ik ingeroosterd als mentor, tenzij ik aan moet sluiten bij een overleg. Helaas bleven er in de afgelopen periode maar twee momenten over om al mijn mentorleerlingen tegelijkertijd te zien. Te weinig om een band op te bouwen, vind ik.
Tussen de lessen door plan ik daarom individuele mentorgesprekjes en kom ik erachter wat mijn leerlingen in hun vrije tijd doen, wie hun vrienden zijn, hoe vaak ze hun ouders zien en wat ze later willen worden. Het contact voelt anders dan tijdens de les. De rol van docent en leerling, zender en ontvanger, wordt omver gegooid en we zijn gewoon twee mensen die een gesprekje met elkaar voeren. In één van die gesprekjes spreek ik met Isa.
Isa viel meteen al op in de klas. Ze is enthousiast, aanwezig, positief en wil graag meedoen in de les. Als docent heb ik niets te klagen. Toch merk ik na een aantal lessen al dat haar gedrag voor haarzelf een keerzijde heeft. Ze is open, geeft zichzelf helemaal bloot, maar haar openheid maakt dat ze soms ook negatieve reacties krijgt van haar klasgenoten.
In het mentorgesprek begint ze hier meteen over. 'Sorry dat ik soms zo druk ben in de les. Ik wil wel meedoen maar ik wil ook dat de anderen mij aardig vinden.' Ik ben verbaasd, aangezien ik haar enthousiasme juist leuk vind, ook al moet ik haar af en toe vragen iets rustiger te zijn of te stoppen met kletsen. Isa vertelt dat ze soms niet weet wat ze moet doen: 'Ik wil dan wel naar u luisteren als u dat vraagt maar als iemand naast mij me dan iets vraagt, wil ik ook antwoorden. Ik wil ook vrienden maken.' Haar eerlijkheid raakt me. Knap dat ze al zo nauwkeurig op zichzelf kan reflecteren. Ik begrijp haar en kan me stiekem zelfs wel een beetje in haar herkennen. 'Weet je', zeg ik, 'ik heb twee rollen. Ik snap dat je er in de les soms voor kiest om mee te kletsen met de meiden om je heen, ook al zorgt dit ervoor dat je mij soms stoort. Ik zal je daar op moeten aanspreken omdat het mijn verantwoordelijkheid is om voor rust te zorgen in de les. Maar ik snap waarom je dit doet en ik ben niet meteen boos als ik je er af en toe aan moet helpen herinneren te stoppen met kletsen.'
Misschien had ik op dat moment moeten volhouden dat ik altijd wil dat ze luistert als ik aan het woord ben. Maar ik begrijp volkomen wat ze bedoelt en stel het wederzijdse begrip juist op prijs. We hebben elkaars perspectief ingenomen en snappen allebei waarom we doen wat we doen tijdens de les.
Het goede (één-op-één) contact heeft ervoor gezorgd dat we tot een goede samenwerking in de les zijn gekomen. Voor mij is een goede relatie de basis van groei. Oud-hoogleraar ontwikkelingspsychologie Marianne Riksen-Walraven liet al het belang zien van een veilige hechting bij jonge kinderen als voorwaarde om zich gezond te kunnen ontwikkelen. Deze ontwikkeling stopt niet na een bepaalde leeftijd en ook voor deze puberende leerling is de hechting aan mensen een essentieel onderdeel van het groeiproces.
Ik ben ervan overtuigd dat meer druk van mijn kant voor een averechts effect zou hebben zorgen. Op het moment dat ik leerlingen als gelijken behandel, als volwaardige gesprekspartners, en begrip heb voor hun visie, zullen ze in mijn optiek meewerken en de eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor hun eigen leerproces en rol in de klas.
Anke Niessen was trainee bij Eerst de Klas, werkzaam als docent Frans op het Koningin Wilhelmina College in Culemborg en loopt stage bij het NIVOZ.
Reacties