Wat betekent het voor een leraar om ‘zichzelf' te ontwikkelen 'als instrument’?
4 september 2016
Bij de ontwikkeling van de bekwaamheden die samenhangen met pedagogische tact, gaan professionele en persoonlijke ontwikkeling hand in hand. Omdat de persoonlijke component zo belangrijk is, is deze ontwikkeling alleen succesvol, als de leraar zich daarvan zelf eigenaar van voelt. In dit artikel bespreekt Rianne van der Raadt – pedagoog en leerkracht basionderwijs - wat daarvoor nodig is. Ze baseert zich op drie kwalitatieve onderzoeken die NIVOZ met deelnemers aan trajecten heeft uitgevoerd. 'Het ontwikkelen van de leraar als eigen instrument klinkt prachtig. Maar, wat betekent het dan?' “Als je in een theater het licht, het geluid en de rekwisieten weghaalt, maar je houdt de interactie tussen de acteur en het publiek over, dan spreek je nog steeds over theater. Als je in het onderwijs de roosters, de methoden en de toetsen weghaalt, maar je houdt de interactie tussen de leraar en de kinderen over, dan spreek je nog steeds over onderwijs. Het draait om de bijzondere interactie tussen de leraar met zijn of haar leerlingen. De rest is soms belangrijk, maar nooit het belangrijkste.”
(Van Herpen, 2011, zoals beschreven in Stevens & Bors, 2013)
Allereerst vraagt de ontwikkeling van deze bekwaamheden dat de leraar de fundamentele keuze maakt, om zichzelf als instrument te zien, en zichzelf ook als persoon te willen veranderen. Want bij de leraar kan professionele ontwikkeling niet los gezien worden van persoonlijke ontwikkeling (Stevens & Bors, 2013). Dit geldt voor alle leraren, zowel in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs of welke vorm van onderwijs ook.
Het ontwikkelen van de leraar als eigen instrument klinkt prachtig. Maar, wat betekent het dan voor een leraar om ‘zichzelf te ontwikkelen als instrument’? Bors en Stevens (2013) geven hier een antwoord op, daar waar zij verschillende persoonlijke bekwaamheden verbinden met goed leraarschap en pedagogische tact. In het eerste artikel [hyperlink] van deze serie heb ik zes van deze bekwaamheden besproken, de zogenoemde ‘ideaaltypische kwaliteiten’. Dit zijn de volgende zes kwaliteiten:
- Sensitieve responsiviteit
- Full Partnership
- Vertrouwen
- Authenticiteit
- Mindfulness
- Loslaten van belemmeringen
Nu gaat het bij deze bekwaamheden gaat het niet om een trucje of een competentie die je kunt afkijken, maar om persoonlijke ontwikkeling, met andere woorden: de ontwikkeling van het ‘zelf’ van de leraar als belangrijkste instrument. Deze persoonlijke bekwaamheden lijken universele elementen te zijn van ‘goed leraarschap’ (Stevens & Bors, 2013) die relevant zijn voor leraren over het hele spectrum van onderwijs.
Om deze bekwaamheden te kunnen ontwikkelen, lijkt het vooral van belang dat leraren bepaalde belemmeringen kunnen loslaten. Dit loslaten brengt de leraar bij de plek, waarin zij de werkelijkheid kan zien, zonder belemmerd te worden door vooroordelen. Dit loslaten is daarnaast iets, dat uit de leraar zelf moet komen, wat niet extern kan worden opgelegd. Doordat het een eigen proces is, ontstaat er het noodzakelijke eigenaarschap van de leraar voor de eigen ontwikkeling. Dit essentiële kantelpunt voor de ontwikkeling willen we in dit artikel illustreren aan de hand van uitspraken uit de praktijk.
Mijn artikel is gebaseerd op inzichten uit drie kwalitatieve onderzoeken die eerder binnen NIVOZ gedaan zijn. In deze eerste aflevering ga ik in op de inzichten die deze onderzoeken opleverden, voor het belang van eigenaarschap van leraren bij het ontwikkelen van pedagogische tact.
Loslaten als begin van persoonlijke ontwikkeling
Het ontwikkelen van jezelf als instrument vraagt zoals gezegd wat anders van de leraar, dan het aanleren van een vaardigheid of een competentie. Het vraagt van de leraar om de fundamentele keuze te maken jezelf als instrument te zien en jezelf te willen veranderen. Iedere keer word je op jezelf aangewezen als instrument. Je moet er echter wel voor open staan. Het is namelijk niet altijd even makkelijk, om de ontwikkeling te ondergaan van de leraard die bent, naar de leraar die je zou willen zijn. Die persoonlijke ontwikkeling vraagt om een omslag, een kantelpunt. Dat kantelpunt is het moment waarop er een beroep wordt gedaan op jezelf en je de stap zet om te willen veranderen (Stevens & Bors, 2013).
Loslaten van belemmeringen lijkt essentieel voor de persoonlijke ontwikkeling van de leraar. Maar wat levert dat loslaten op? Wanneer er een lastige situatie is, vallen we vaak terug op ons eerste oordeel en zijn we vaak niet in staat om te kijken wat zich daadwerkelijk voordoet. We maken in deze gevallen vaak gebruik van al aanwezige cognitieve schema’s die leiden tot een bepaalde manier van handelen die we gewend zijn. Dat is een soort automatische piloot, die is gevormd op basis van eerdere ervaringen, en telkens tot dezelfde, meestal negatieve, beleving van de situatie leiden (Van der Wolf, 2003). Deze automatisch gegenereerde schema’s kunnen ons zo belemmeren in de persoonlijke ontwikkeling, ze houden ons als waren tegen, brengen ons tot stilstand (Stevens & Bors, 2013). Deze vaste schema’s als belemmeringen verhinderen dat er een appel wordt gedaan op het verkennen van nieuwe mogelijkheden en ontwikkelingen.
Bij loslaten gaat het dan ook om het loslaten van oude reactiepatronen, angsten, oordelen, cynisme en andere aspecten die in de weg staan om tot ontwikkeling te komen. Wanneer een leraar deze aspecten loslaat komt hij bij het kantelpunt, waarin hij verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leerproces. Hij ziet de werkelijkheid, zonder oordeel, zonder belemmeringen. Vanuit hier kan de leraar zich gaan ontwikkelen (Stevens & Bors, 2013).
Wanneer wij in de onderzoeken kijken naar de persoonlijke bekwaamheden, zien wij dat leraren zich belemmerd kunnen voelen door verschillende zaken. Leraren vertellen in de onderzoeken dat zij de druk door tijd, prestatiegerichtheid, beleid of ‘alles dat moet’ als belemmering kunnen ervaren. Een leraar uit het basisonderwijs beschrijft hoe zij wrijving ervaart tussen wat zij wil en wat er van haar gevraagd wordt.
Lees verder
Rianne van der Raadt is pedagoog en leerkracht in net basisonderwijs. Ze werkte eerder mee aan de publicatie Pedagogische tact (2013), het boek dat de vertrekpunten vormt van de succesvolle trajecten van NIVOZ. Dit artikel staat in uitgebreide versie op het NIVOZ-forum.
Het boek Pedagogische Tact
Het boek PEDAGOGISCHE TACT – onder redactie van prof. Luc Stevens en Geert Bors en met medewerking van veel leraren en betrokkenen – gaat over wat nodig is voor pedagogisch tactvol handelen. Hoe kun je daar als leraar bij komen? Het unieke werk beschrijft het fenomeen, de theorieën, de praktijk en de ontwikkeling van de succesvolle trajecten Pedagogische Tact (PT) bij het NIVOZ. Het berust op een grondige studie van de betekenis van pedagogische tact en op de ervaring die in vijf jaar is opgedaan. Het boek is daarom een stand-van-zaken-boek. Stevens: “Het is ambitieus om met leraren vanuit hun dagelijkse praktijk aan persoonlijke ontwikkeling te werken. Het is ook kwetsbaar werk dat grote alertheid, kundigheid en zorgvuldigheid vraagt. Wij leren met onze trajectdeelnemers en rapporteren nu voor het eerst.”
Het boek (208 bladzijden en fraai vormgegeven) bevat veel quotes, verslagen, tact-columns van praktijksituaties en literatuurverwijzingen. En er is een voorwoord van Kete Kervezee, tot 2013 voorzitter van de PO Raad.
U kunt het boek via dit bestelformulier bestellen! Een los exemplaar kost 22 euro, exclusief verzendkosten.
Reacties