Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Wanneer de docent niet vervangen kan worden door een online cursus

17 februari 2016

 

Anke Niessen geeft Frans op een VO-school in Culemborg. Ze weet dat veel leerlingen uiteindelijk niet zullen kiezen voor haar vak, maar dat ontmoedigt haar niet. In haar les aan vwo-3 laat ze zien hoe belangrijk de intersubjectiviteit in het lesgeven is: wat er tussen de leraar en de leerlingen gebeurt in het leerproces.

Woensdagmiddag, les in vwo-3

Een groot deel van mijn leerlingen in vwo-3 zal binnenkort de laatste les Frans in hun carrière hebben. Na drie jaar gaan ze nu hun profiel kiezen en ik vermoed dat de bèta-jongens uit mijn klas Frans graag zullen laten vallen.

Het hoofdstuk waar we nu zijn gaat over la Francophonie dus over de Franse taal partout dans le monde (wereldwijd). Het hoofdstuk is er op gericht zieltjes te winnen voor het vak Frans en dat hebben mijn leerlingen goed door. 'Wat heb je nu aan Frans? Iedereen spreekt toch Engels?', is iets wat ik vaak genoeg hoor. Als antwoord op deze vraag stel ik een wedervraag: 'Waarom zou het nuttig kunnen zijn een vreemde taal te leren spreken? Wat voegt het toe als inderdaad iedereen toch Engels spreekt?' Ik krijg weinig respons en ik merk dat leerlingen inderdaad het nut er niet per se van inzien. Bovendien, als ze het ooit nodig blijken te hebben, kunnen ze toch altijd even een cursusje van internet plukken?

'Ik heb angst' of ik ben bang?

Ik probeer over te brengen dat een taal meer is dan een communicatiemiddel in enge zin. Een taal is ook een opening naar een nieuwe wereld. Wij kennen natuurlijk allemaal de onvertaalbaarheid van ons eigen woord ‘gezellig’ in andere talen, maar een taal geeft ook diepere culturele eigenschappen weer. Waarom zeggen de Fransen: 'j’ai peur' (letterlijk: ik heb angst) terwijl de Nederlanders zeggen: 'ik ben bang'? In het Nederlands kun je je angst alleen maar communiceren door 'ik ben' te zeggen en op dat moment identificeer je jezelf met je eigen angst. In de Franse taal wordt het meer als een voorbijgaande conditie vertolkt. Een andere taal opent dus per definitie een ander denkkader.

In de les behandelen we ook een tekst met als thema het Erasmusprogramma van de Europese Unie. Een mooie gelegenheid om iets te vertellen over mijn Erasmustijd in Aix-en-Provence, Frankrijk. Ik vertel ook over mijn reizen naar Zuid-Afrika en Roemenië.

Ik besef dat ik op dit moment iets kan losmaken bij die leerlingen. Ik probeer ze natuurlijk aan te sporen de wereld te gaan verkennen, een nieuwe wereld te openen en ze aan te zetten tot exploratie van de grenzen van hun eigen denken, hun eigen wereld. Een leerling zou nu, op dit moment, kunnen besluiten niet voor eeuwig in Culemborg te blijven. Door mijn verhaal meng ik me in het leven van deze leerlingen en ik beïnvloed hoe dan ook hun ontwikkeling. Durf ik die verantwoordelijkheid aan?

Transcendentaal geweld

Een paar dagen later lees ik het eerste hoofdstuk uit Het leren voorbij van Gert Biesta. Biesta spreekt over transcendentaal geweld, een term die oorspronkelijk komt van literair criticus en filosoof Jacques Derrida en die volgens mij past bij wat ik deed in de beschreven les. Binnen opvoeding is transcendentaal geweld noodzakelijk: de opvoeder tast de soevereiniteit van de leerling aan door moeilijke vragen te stellen en de denkkaders te verleggen. Kinderen lopen het risico zaken te leren die ze niet hadden willen leren of waarvan ze nooit hadden gedacht dat ze bestonden. Op het moment dat ik vertel over mijn ervaringen en ontmoetingen, open ik een nieuwe wereld voor de leerlingen. Ze exploreren en proberen zichzelf te gaan verhouden tot hetgeen wat ik ze heb verteld. Hopelijk denken ze: 'Wat vind ik daarvan? Zou ik dat ook willen gaan doen later?'

In de toekomst wil ik ze deze vragen ook meer gaan stellen zodat ze zichzelf kunnen gaan verhouden tot deze nieuwe wereld. Biesta noemt dit het bieden van de mogelijkheid tot antwoorden, een noodzakelijke voorwaarde voor de eigen ontwikkeling en persoonsvorming van de nieuweling, de leerling.

Mijn rol als professional komt door deze momenten naar voren. Dit is het moment dat de docent niet kan worden vervangen door een snelle online-cursus.



Ankie Niessen is trainee bij Eerst de Klas, werkzaam als docent Frans op het Koningin Wilhelmina College in Culemborg en loopt stage bij het NIVOZ.


Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief