Voorkom pesten: ‘Het klinkt soms heel groot en ingewikkeld, terwijl het juist klein en eenvoudig kan zijn.’
30 mei 2017
Een groepsleider voorkomt een verpest groepsklimaat door alert te zijn op signalen van kinderen, respect te hebben voor hun ideeën en ze altijd te betrekken bij hun eigen groepsprocessen. Onderwijsbegeleider Ingrid Nagtzaam hanteert deze drie pijlers bij het creëren van een goed leerklimaat en schreef een blog over een praktijksituatie en over het voorkomen van pesten. ‘Het klinkt soms heel groot en ingewikkeld, terwijl het juist klein en eenvoudig kan zijn.’Tijdens de kring vertelt Mark het volgende: ‘Ik heb van mijn gespaarde geld een telefoon gekocht. Hij kostte €125. Ik heb er heel lang voor gespaard, wel dertien maanden. De telefoon heb ik juist nu gekocht omdat ik vijf procent korting kreeg.’ Er ontstaan gelijk diverse vragen in de groep. Hoeveel kost de telefoon dus eigenlijk? Hoeveel heeft Mark gemiddeld per maand gespaard?’
De leerkracht merkt de belangstelling van de groep op en maakt er een uitdaging van: reken het eens uit en laat straks op je gedachtenposters zien aan ons hoe jij dat berekent! De kinderen gaan eerst in tweetallen aan de slag en worden uitgedaagd hun denkwijze te visualiseren op een poster. De leerkracht loopt rond en schuift aan bij de tweetallen. Het enige wat hij doet, is kinderen stimuleren elkaar echt te begrijpen. Hij stelt de volgende vragen waarmee hij de kinderen stimuleert zich echt te verdiepen in elkaars oplossingen:
- Wat wil zij zeggen?
- Klopt het wat zij zegt volgens jou?
- Wat wil jij aan haar vragen?
- Kun je samenvatten hoe zij het aanpakt?
- Wat vind jij een fijne wijze?
Alles is gericht op begrijpen, proberen, puzzelen, vertrouwen, elkaar leren begrijpen, doorvragen en respect voor elkaars oplossingen, zodat kinderen ervaren dat je vraagstukken samen op kunt lossen.
Nadat de kinderen in tweetallen hebben gerekend, gaat de hele groep aan de slag. De kinderen tonen in tweetallen hun posters. De anderen zitten op de grond en bekijken elkaars oplossingen en zijn nieuwsgierig. Ook hier stimuleert de leerkracht de kinderen continue respect te hebben voor de manier waarop ze het vraagstuk opgelost hebben. Of een kind het concreet, schematisch of abstract oplost, maakt niet uit. Er wordt niet gesproken over de ’beste wijze’ of over ‘de beste rekenaar’. Er wordt gesproken over de wijze waarop je dit uitpluist. Door deze verschillende wijzen te zien, stimuleren kinderen elkaar tot nieuwe strategieën en uiteindelijk noteert elk kind in zijn schrift welke strategie het beste bij hem past.
Wanneer kinderen tegen de groepsleider praten in plaats van tegen de kinderen die hun poster tonen, spoort hij hen aan om naar hen te kijken. Hij doorleeft met de kinderen waar het in een groep om draait: betrokkenheid, gericht op elkaar, in een veilige groep waar kinderen zich mogen vergissen en hardop denken, zodat ze echt samen leren .
Door het stellen van vragen als ‘Hoe denk jij dat..? Jij zegt dat je dat gewoon zo doet, hoe doen anderen dat? Jij vindt het makkelijk, zou jij eens willen kijken hoe anderen dit vinden? stimuleert de groepsleider kinderen de hele dag om zich te verdiepen in zichzelf en in elkaar. Niet alleen in kringgesprekken, maar op alle momenten van de dag laat je de kinderen ervaren hoe je met elkaar om gaat!
Leerkrachten zouden veel meer de kans moeten krijgen zich op dit micro-niveau te verdiepen, zowel op de inhoud van - in dit geval - het rekenen, als op het belang van de communicatie bij deze processen. Dit klinkt heel groot en ingewikkeld, terwijl het juist klein en eenvoudig kan zijn.
Pesten en de rol van de leraar
Wanneer er gesproken wordt over het voorkomen van of reageren op pesten ligt vaak het accent op het geven van een aantal lessen ter preventie, kringgesprekken, aparte oefeningen met pesters, meelopers en gepeste kinderen. Krachtig hieraan vind ik dat de groepsleider en de groep handvatten krijgen voor pestsituaties die zouden kunnen plaatsvinden. Naar mijn idee ligt de beste oplossing echter bij de groepsleider en hoe hij kinderen de hele dag begeleidt. Zorg er voor dat je weet hoe je de groepsprocessen positief kunt stimuleren. En zet deze kennis in op momenten dat het daadwerkelijk in de groep speelt; meteen, op dat moment! En ben je er bewust van dat deze groepsprocessen elke seconde een rol spelen, ook tijdens de rekeninstructie.
Stel dat een kind het lastig vindt om tegen een ander te zeggen dat hij in de kring graag naast hem wil zitten. En stel dat hij zich bovendien steeds makkelijk weg laat sturen door andere kinderen. Wat zou dit betekenen voor dit kind of voor zijn rol in de groep, op het moment dat je het niet ziet, herkent of er niets mee doet?
Het verwaarlozen van deze individuele processen heeft natuurlijk effect op de grotere groepsprocessen en werkt de ontwikkeling van een ‘pestklimaat’ in de hand. Reageer je pas op het moment dat de ontstane problemen groter zijn, dan ben je eigenlijk al te laat.
De groep doet het
Een leerkracht kan in zijn eentje niet bedenken hoe conflicten in de groep opgelost kunnen worden. Het gebeurt in de groep, dus heeft hij de groep nodig om te bereiken wat hij wil. Kinderen in een groep en samen als groep hebben het vermogen zelf problemen op te lossen. Wanneer een groepsleider bijvoorbeeld aan kinderen vraagt alle oude koeien uit de sloot te halen, schrijven ze haarfijn op wat er de afgelopen tijden, soms wel jaren, is gebeurd, waar ze last van hebben en wat echt nog opgelost moet worden om samen een fijne groep te worden. Wanneer kinderen een conflict hebben, kunnen ze je al snel vertellen hoe de ruzie opgelost kan worden en wat ze van de ander nodig hebben om het te kunnen vergeten. Je hoeft als groepsleider vaak niet eens precies te weten wat er is gebeurd. Bespreek en begeleid het gesprek over het gevoel dat kinderen elkaar gegeven hebben en hoe zij ervoor kunnen zorgen om dit weer te laten verdwijnen.
De openheid in de groep bevorderen is van groot belang. Wanneer kinderen van elkaar weten hoe ze reageren op gevoelens, kunnen ze veel beter rekening met elkaar houden, elkaar ondersteunen en elkaar positief uitdagen. De leerkracht heeft de kinderen dus echt nodig om uit de hand lopende groepsprocessen aan te pakken.
Voor deze sleutelrol is binnen opleidingen te weinig aandacht. Er wordt veel gesproken over pedagogiek, maar waar is de aandacht voor daadwerkelijk pedagogische tact? Ook binnen teams zou hierover veel meer gesproken en afgestemd mogen worden.
Ingrid Nagtzaam is eigenaar van schoolbegeleidingsdienst ‘Hetkanvoorhetkind’ en werkt als docent aan de Academie voor psychotherapie te Amsterdam voor de training ‘Happy coach’ samen met Charlotte Visch. Als Geluksvogel combineert Ingrid haar liefde voor kinderen met haar passie voor onderwijs.
Reacties