Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Verbeter de wereld, begin bij onderwijs en opvoeding

29 juni 2017

‘Eén van de belangrijkste manieren van leren is imitatie, voordoen, nadoen. Wat zien kinderen als zij kijken naar hun leerkracht of groepsbegeleider? Een ontspannen iemand, met humor? Iemand die met plezier rijke, uitdagende contexten creëert en samen de ontdekkingstocht aangaat? Of zien ze een hardwerkende, soms net te geïrriteerde, drukke planner? Die de tijd en aandacht in effectieve blokken heeft verdeeld? Die meer gespannen wordt tegen toetstijd en niet echt ziet waar jij als kind mee bezig bent?’
Wilma van Esch is ecologisch pedagoog en neemt je in een artikel mee langs de 21st century skills en wat een aantal voor haar belangrijke pedagogen zagen als de belangrijkste taak van ons als opvoeders. Zij schreef een mooi pamflet, een oproep aan ons allemaal om te kijken wat wij zelf nodig hebben en wat onze kinderen nodig hebben.


Skills
Een aantal jaren terug werden de 21st century skills geïntroduceerd. Een mooie rozet. Een skills-set die je ieder kind gunt. Een geruststellende set aan skills ook, want met uitzondering van drie zijn het allemaal skills die de mensheid hebben doen komen waar we nu zijn. En als ik de snelheid zie waarmee jonge kinderen vertrouwd raken op iPads en computers, dan stelt me dat ook gerust. Net als bij de andere vaardigheden is er een nabije volwassene nodig die observeert, begeleidt, begrenst of uitdaagt.

Deze skills zullen we in een sociale, culturele context ongetwijfeld ontwikkelen. Want ze zijn  broodnodig om te overleven, om ons aan te passen en flexibel om te gaan met veranderingen, om te groeien, om verder te komen. Wanneer je apen observeert, zul je veel van deze vaardigheden herkennen, maar op een ander level dan bij de gemiddelde mens. Alhoewel??

De potentie van kinderen
Graag neem ik je mee in de inzichten van een aantal pedagogen, leermeesters voor mij. Mensen die ontdekten dat wij de enorme potentie van kinderen en professionals soms meer afbreken, dan ruimte geven.

Loris Malaguzzi is één van die leermeesters. Na de tweede wereldoorlog vroeg hij zich samen met ouders en professionals af hoe het mogelijk was dat Hitler zoveel macht had kunnen krijgen. Dat zoveel weldenkende mensen mee gingen in het spoor, volgers werden. Hij constateerde dat onderwijs en opvoeding gericht waren op stapsgewijs leren en vooral op leren gehoorzamen en braaf doen wat het onderwijs, de leerkracht, je ouders, voor je bedachten. Hij creëerde rijke, uitdagende omgevingen voor kinderen, liet hen ontdekken, onderzoeken en ging vooral veel observeren, documenteren en van daaruit interventies plegen. Om kinderen verder op het goede spoor te zetten en hun toen nog 20th century skills te ontwikkelen. Hij constateerde dat de blik van de pedagoog te eng en eenzijdig was, en ging intensief samenwerken met kunstenaars. Samen kijken naar dezelfde processen, vanuit een eigen perspectief. Samen omgevingen creëren, kijken wat kinderen daarin doen en samen aanvullen, toevoegen, weghalen. Hij ontdekte hoe waardevol kinderen waren als elkaars pedagoog, naast de volwassenen en de ruimte. En wat ik helemaal krachtig vind: hij legde zijn concept niet vast in een vorm. Alleen het actieve observeren, documenteren vanuit verschillende perspectieven. Dat!

Paulo Freire was actief in de 2e helft van de vorige eeuw, als kritisch pedagoog in Brazilië. Hij constateerde dat de stromen geld die in analfabetisering gestopt werden niet het gewenst effect hadden. En ontdekte ook waarom: het sloot niet aan bij de leerbehoefte van de analfabeten. Het was bedacht door anderen, niet door de mensen zelf. Omdat 'de anderen' ervan overtuigd waren hoe verrijkend het is als je kunt lezen en schrijven. Hoe meer stevigheid en emancipatie het zou geven. Een nobel streven.

Freire was een activist. Hij kwam op voor de onderdrukten en probeerde hen een stem te geven. In hun eigen taal. Dát is de manier om mensen in ontwikkeling te krijgen: je verplaatsen in hun schoenen, kijken naar behoeften, naar diepliggende wensen. Want het is niet zo dat deze mensen niet wílden leren. Maar het moet wel betekenisvol en werkelijkheidsnabij zijn. Analfabetisering werkt wanneer je weet wat je wilt, wanneer er rekening gehouden wordt met jouw leefwereld en capaciteiten, jouw tempo en interesses, jouw ambitie, jouw wil. Freire zag pedagogen als cultureel werkers. Met compassie, empathie en ondernemingszin als kwaliteiten (niet zijn taal, dit is de mijne).

Pedagogues as cultural workers
Waar Freire en Malaguzzi het allebei over eens zijn is het ontwikkelpotentieel van mensen. Zij weten dat kinderen / professionals hun eigen taal dienen te vinden en zich leren uit te drukken. Dat emancipatie het hoogste doel is. Mensen die zich redden, weerbaar zijn, hun leven ten volle kunnen leven. Zij weten dat perspectiefnemen onontbeerlijk is, en dat je door meerdere perspectieven in te nemen alleen maar een rijker beeld krijgt. Of een mooier idee. Zij weten dat het gebeurt in de omgeving waar deze kinderen/professionals leren en leven. Een omgeving die je kunt verrijken, waar je aan kunt toevoegen, waarin je het proces aangaat. Hun diepgaande bezorgdheid zit in het feit dat onderwijs en opvoeding eerder dingen afleert dan ruimte geeft. Eerder remt dan stimuleert.

En dat ben ik roerend met hen eens.

De kracht van beide pedagogen zit in het neerzetten van een stevige visie en het appèl dat zij doen op professionals. Een uitnodiging om je te verdiepen, rijke contexten te creëren, het spoor van de ander te volgen en daaraan toe te voegen. Zij laten de omgeving, de kinderen, de professionals de vorm bepalen. Malaguzzi heeft zijn concept nooit beschreven of in een vaste vorm gegoten (in tegenstelling tot andere onderwijsconcepten). Voortdurend observeren, documenteren, indrukken, uitdrukken. Dat is ingewikkeld, je kunt immers niet letterlijk doen wat bedacht is, dat is ook prachtig; Je wordt uitgedaagd na te denken en zelf te creëren.

Handvatten
Leerkrachten, ouders en pedagogisch medewerkers lijken het in de kern wel eens te zijn dat kinderen zich ten volle moeten kunnen ontwikkelen.  En stellen vaak de HOE-vraag: talentontwikkeling, meervoudige intelligentie, competentiegericht werken, gepersonaliseerd leren. SLO beschrijft en ontwikkelt kerndoelen, TULE maakt tussendoelen, leerlijnen. Methodemakers beschrijven stappenplannen, ontwikkelen methodes op specifieke domeinen. Pabo's leren lessen en activiteiten voor te bereiden, doelen te begrijpen, aanbod neer te zetten. Waar zorg om kindontwikkeling is, gaan we nog meer in detail. Veel kindvolgsystemen zijn ontwikkeld, waarbij we minutieus ieder domein observeren, toetsen en in beeld brengen. Dagelijks administreren. Veel trainingen zijn gericht op het leren gebruiken van die materialen, leerlijnen, boeken, methodes, effectief administreren.

We meten ook om de zoveel tijd de progressie van kinderen, dus er is ook veel aan gelegen om al die materialen en instructies gericht in te zetten, zodat je zo effectief mogelijk werkt.

Maar…
In de afgelopen jaren heb ik (te)veel mensen ontmoet die met veel passie het vak in zijn gegaan en verworden zijn tot hardwerkende uitvoerders. Eén van de belangrijkste manieren van leren is imitatie, voordoen, nadoen. Wat zien kinderen als zij kijken naar hun leerkracht of groepsbegeleider? Een ontspannen iemand, met humor? Iemand die met plezier rijke, uitdagende contexten creëert en samen de ontdekkingstocht aangaat? Die verhalen vertelt, zingt, uitprobeert, meedoet? Die geïnteresseerd vragen stelt en écht wil weten hoe het met je is? Die met andere volwassenen lol maakt tijdens het werk? Gekke dingen doet? Soms blundert en dat durft toe te geven?

Of zien ze een hardwerkende, soms net te geïrriteerde, drukke planner? Die de tijd en aandacht in effectieve blokken heeft verdeeld? Meer gespannen wordt tegen toetstijd en niet echt ziet waar jij als kind mee bezig bent? Ouders én professionals. Goed bedoeld. Knoeperhard werkend en plannend. Denkend het goede te doen voor kinderen. Maar is dat ook zo?

Transformatie
Wat is er nodig om ons kinderen te laten geven wat zij nodig hebben? Wat heb jij nodig om met rust en aandacht bij het proces van je kinderen te zijn? Wat geef je aandacht? En waarom kies je voor dat aspect? Wij, ouders en professionals, zijn de 'cultural workers' waarover Freire spreekt. Wij geven het leven en het leren door. Wij stoppen erin wat we later onvermijdelijk terugkrijgen. Wat wil je later terugkrijgen? Als deze kinderen groot zijn, en jouw huisarts, supermarktbediende, thuiszorg, automonteur etcetera worden, hoe wil je dan dat ze met je omgaan? Effectief plannend met nauwelijks oog voor jou? Of met liefdevolle aandacht, proberend te achterhalen wat jij nodig hebt? Zijn ze gastvrij? Of vooral egocentrisch? Hebben ze oog voor het klimaat en hun leefomgeving?

Ja, de 21st century skills zijn van waarde. Alleen zijn ze niet van deze eeuw, maar (op drie na) van het begin van de mensheid. Het zijn reminders,  niet meer dan dat. Reminders dat wij nodig zijn om de potentie die in kinderen zit eruit te laten komen. In hun belang, in ons belang, in het belang van de wereld. De titel van dit verhaal is afgeleid van een boektitel van Micha de Winter 'Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding'. Dat is een mooi statement, ik doe mee!

Wilma van Esch is ecologisch pedagoog. Sinds januari 2017 werkt ze als zzp-er: ze verzorgt lezingen, trainingen en begeleidt innovatieprocessen.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief