Van Manens nieuwste werk: ‘Hoe moet ik dit samenvatten? Het gebeurt op élke bladzijde'
6 augustus 2014
'Het boek van Max van Manen raakt je aan; met huid en haar,' schrijft Geert Bors. Hij vertaalde in de afgelopen maanden Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen - het kersverse werk van de Canadees-Nederlandse pedagoog. In onderstaand artikel geeft hij een introductie tot het boek – de thema’s, de stijl en Van Manens bijzondere manier van wetenschap bedrijven. ‘Hoe moet ik dit samenvatten? Het gebeurt op élke bladzijde. Voortdurend word je met huid en haar in de verhalen gezogen. Steeds weer maakt Van Manen van het alledaagse tot iets universeel herkenbaars.’ Zijn bijdrage: over het belang van pedagogische sensitiviteit in de omgang met kinderen.Een jonge violist krijgt de gelegenheid deel te nemen aan een masterclass van de befaamde meester Pinchas Zukerman. Terwijl de violist zit te wachten in rokkostuum, komt Zukerman in zijn vrijetijdskloffie binnen – trainingsbroek, trui met capuchon. Zukerman heeft de reputatie een licht ontvlambare, strenge leermeester te zijn en de jonge violist hoopt dat hij grootste storm aan kritiek kan pareren door te spelen in de stijl van Zukerman. Maar als hij begint, wordt hij bijna meteen onderbroken door de leermeester. En nog eens. En nog eens. Terwijl vierhonderd man publiek lijkt te genieten van het tafereel, probeert de violist wanhopig te begrijpen wat Zukerman van hem wil.
Tot de meesterviolist geïrriteerd zijn eigen vioolkist openmaakt, er zijn Stradivarius uithaalt en voorspeelt wat hij bedoelt – een warm, vol geluid vult de ruimte. Meteen snapt de jonge violist het. Hij zet zijn strijkstok weer op de snaren en speelt – iel, voorzichtig, maar veel beter. Ook Zukerman voelt het aan, glimlacht en nodigt hem enkele weken later uit voor een summerschool. Het voorval gaf de jonge violist een ‘les van onschatbare waarde’, reflecteert hij later: ‘Zukerman leerde me inzien dat er grotere kracht schuilt in iets tonen dan iets zeggen.’
In de voetsporen van Langeveld
Dit is maar één van de vele verhalen in het boek ‘Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen’ van Max van Manen. Van Manen is een Canadese emeritus hoogleraar pedagogiek, met Nederlandse wortels. In 1967, met onderwijsbevoegdheden voor het basis- en voortgezet onderwijs op zak, verliet hij Nederland en trok hij naar Noord-Amerika. Hij werd er leraar en combineerde zijn baan met een vervolgstudie onderwijskunde, waarin hij ook promoveerde. Al in Nederland had hij een persoonlijke interesse opgedaan voor het werk van de menswetenschappers die bekend zijn geworden als ‘De Utrechtse School’. Vooral Martinus Langeveld en zijn fenomenologische benadering van de pedagogiek vormden een steeds nadrukkelijkere rode draad in Van Manens wetenschap.
In Noord-Amerika (en veel van de Angelsaksische wereld) was en is een dergelijke nadruk op het wijsgerig-pedagogische nog altijd een behoorlijk onbekend en onontgonnen terrein. Van Manen maakte er naam met zijn zorgvuldige, diepgaande onderzoek en zijn toegankelijke stijl om zijn inzichten over te brengen naar verschillende publieken – van leraren tot zorgmedewerkers. Intussen verdween ook in Nederland en Europa het pedagogische uit de pedagogiek, zoals Bas Levering zijn toehoorders bij een NIVOZ Onderwijsavond al eens liet zien. Om plaats te maken voor een kwantitatief, cijfermatig kijken naar onderwijs in termen van opbrengst en effectiviteit. Levering vertelde dat het pedagogische inmiddels bezig was aan een rentree. Inderdaad. Met geëmigreerde Nederlanders als Gert Biesta en Max van Manen om ons extra ondersteuning te geven.
Niet ‘vertellen over’, maar ‘laten zien’
Een anekdote geeft altijd een fijne start aan een artikel. Maar ik heb er nadrukkelijk voor gekozen juist dit verhaal te parafraseren: wat de jonge violist hier leert, is hetzelfde wat er te leren valt in de manier van schrijven, van argumenteren, van het meenemen van de lezer die Van Manen hanteert. Van Manen bedrijft een vorm van wetenschap, die niet vertelt over maar rechtstreeks laat zien. In zijn schrijfstijl roept hij voortdurend ervaringen op – levend en levendig, direct en invoelbaar, tastbaar in de schakeringen van emoties die plaatsvervangend in je opkomen. Daarmee zijn de voorbeelden die hij aanhaalt ook geen anekdotes om lucht te geven aan droge theoretische passages, zoals in menige wetenschappelijke verhandeling. Nee, ze vormen de eerste en laatste toetssteen van zijn fenomenologische project. Al het andere komt er rechtstreeks uit voort.
In zijn boek ‘The tact of teaching’ (1991) merkte Max van Manen al eens op dat: ‘Nothing is so unnoticed as that which is self-evident’. Hier wordt het gewone wél gezien: kijkend via Van Manens blik maakt dat het alledaagse gloedvol, uniek en bijzonder wordt. En tegelijkertijd herkenbaar en invoelbaar. Die ervaring maakt zijn wetenschap toegankelijk en de leeservaring intens. Verhalen gaan bijna onmerkbaar over in analyse en wetenschap ontstaat uit de voorvallen, uit het alledaags-unieke. Daarmee kan Van Manen wetenschap maken van thema's die een ander niet opgevallen waren – subtiel-complexe thema’s als pedagogische tact en sensitiviteit. Als zorg en bezorgdheid. Als aanraking en contact. Als twijfel en onzekerheid:
‘Daar ligt de kern: twijfel en onzekerheid hóren bij het pedagogische en laten ons het ethische karakter van pedagogisch denken en handelen in al zijn diepte zien. Zonder die ethische onzekerheid, zou je pedagogiek kunnen terugbrengen tot een set technieken, recepten of regeltjes. Onderwijs, opvoeding en de zorg voor kinderen zijn echter nooit eenvoudige aangelegenheden, die je kunt afdoen met regeltjes of recepten. Situationele dilemma’s die je kunt ‘oplossen’ met technieken en procedures zijn geen ethische dilemma’s. En daarmee is pedagogiek tweeledig: het is de tactvolle, ethische praktijk van je handelen, en tegelijkertijd is het het twijfelen aan, bevragen van en reflecteren op die handelingspraktijk.’ (p. 19)
Een emancipatie ondergaan
Van Manens wetenschap heeft een vorm die me aanspreekt omdat het de ervaringswerkelijkheid in tact laat. Omdat het respect opbrengt voor jouw groei als leraar, als opvoeder. En geduld en begrip heeft voor je fouten, je dappere pogingen. Van Manen lezen is een emancipatie ondergaan, opgetild worden aan de trots op je eigen praktijk – als leraar, als ouder. Omdat hij laat zien hoe rijk en complex die praktijk is, hoe je de wereld kunt laten ontstaan in iedere interactie met een kind:
‘Kinderen zijn er niet voor ons. Wij zijn er wel voor hen. Maar ze komen tot ons met een geschenk: de gave van het ervaren van het mogelijke. Kinderen zijn kinderen, omdat ze midden in het proces van wording zitten. Ze ervaren het leven als mogelijkheid: alles kan gebeuren. Ouders en leraren handelen pedagogisch, wanneer ze het kind bewust verschillende mogelijke manieren van zijn laten zien. Dat kunnen ze, als ze zich realiseren dat volwassenheid zelf ook geen afgerond proces is. Het leven stelt ons voortdurend vragen over de wijze waarop het geleefd zou moeten worden: ‘Is dit hoe ik mijn leven moet inrichten? Is dit hoe ik mijn tijd zou moeten gebruiken?’ Niemand kan dergelijke levensvragen met zulke onrustbarende kracht in je wakker schudden dan een kind. Het enige dat daarvoor nodig is, is dat je kijkt en luistert naar kinderen en van ze leert. Hierin zijn kinderen onze leraren. Als leraar of ouder, zijn we bereid onszelf open te stellen naar kinderen. We doen ons uiterste best om te begrijpen wat het betekent om in de wereld van een kind te zijn. Of, concreter, ik doe mijn best om het leven en de omstandigheden van dit specifieke kind te vatten. Hoe ervaart dit kind het leven in al zijn veelvormigheid?’ (p. 23)
Biesta en Van Manen: verwant, verschillend, aanvullend
Gert Biesta had het in zijn recente lezing op de Onderwijsavond in Driebergen (15 mei jl.) al over het singuliere, over Levinas’ begrip van uniciteit als de ervaring van onvervangbaarheid.
Lees verder
Geert Bors is anglist. Hij werkt als freelance redacteur, onder andere voor hetkind. Max van Manen verzorgt de laatste Onderwijsavond van het jaar, op donderdagavond 12 juni op landgoed De Horst in Driebergen. Aanmelden kan nog via deze link.
Weten wat te doen wanneer je niet weet wat te doen. Pedagogische sensitiviteit in de omgang met kinderen. Max van Manen. (vertaling Geert Bors) ISBN 978-90-819493-4-7 Prijs: 20 euro. Bestel!
Andere korte recensies
‘Dit boek is een hartstochtelijk pleidooi voor de noodzaak van pedagogisch kijken, spreken, denken en handelen. Concreet en toegankelijk, met diepgang en oog voor de complexiteit van opvoeding en onderwijs.’
Gert Biesta, professor of Educational Theory and Policy, Universiteit van Luxemburg.
‘Wat mij betreft past dit boek in de renaissance van de pedagogiek in het Nederlandse onderwijs. Een beweging waar ik heel verheugd over ben. In essentie gaat het mij als leraar in de dagelijkse praktijk telkens weer om de vraag hoe te handelen: als professional maar bovenal als mens. Van Manen biedt een handelingsgerichte taal die recht doet aan de complexiteit van het leraarschap. Een echte aanrader!’
Simon Verwer, atheneum+ en gymnasium-docent in Amsterdam en onderzoeker.
Hester Macrander, moeder, theatermaker en schrijfster
‘Voor een werkelijk menswaardig onderwijs hebben we pedagogen nodig van het hoogste allooi, en boeken zoals dit om ze de richting te wijzen. Onmisbaar!’
René Kneyber, docent vmbo & auteur Het alternatief. Weg met de afrekencultuur in het onderwijs
Reacties