Terug naar Reims
17 december 2018
De leesclub van De Leerschool bespreekt vaak boeken met onderwerpen op het grensvlak van opvoeding, onderwijs en filosofie. Deze keer kwam een andere invalshoek aan de orde: die van de sociologie. In Terug naar Reims komt de sociologie echter op een heel bijzondere manier aan de orde, namelijk helemaal verweven met het persoonlijke levensverhaal van de auteur, Didier Eribon (1953). Deze Franse socioloog en filosoof werkt in het voetspoor van grootheden als Michel Foucault, Jacques Derrida en Pierre Bourdieu aan thema’s als maatschappelijke ongelijkheid, identiteit en verschil en de toekomst van linkse politiek. De genoemde verwevenheid tussen sociologie en autobiografie maakt het een interessant en zeer lezenswaardig boek, ook voor mensen in het onderwijs. In dit verslag laten we zien op welke manier wij het boek lazen en bespraken, wat we eruit haalden en wat de bijdrage is aan de discussie over het huidige onderwijs. Maar eerst: waar gaat het boek over?
Levensweg
De vader van de auteur is overleden en dat brengt hem terug naar zijn basis: het gezin waarin hij opgroeide was een door en door communistisch gezin. Zijn ouders waren fabrieksarbeiders die direct na de lagere school aan het werk gingen. Zo ging het al generaties lang. In de loop van zijn jeugd heeft Eribon echter veel afstand genomen van zijn vader en zijn broers en in mindere mate van zijn moeder – of eigenlijk: hij is ze gaan verafschuwen. Op een gegeven moment staan ze voor alles waarvan hij een afkeer heeft: het fabrieksleven, de communistische moraal en de stilzwijgende én uitgesproken afwijzing van homoseksualiteit. Dat laatste blijkt in zijn levensverhaal doorslaggevend. Hij wordt verliefd op een jongen en ontwikkelt in de loop van de tijd stabiele homoseksuele relaties. Bovendien krijgt hij bij toeval (of is dit wel toeval?) de kans om te gaan studeren. Daarmee is hij de eerste uit zijn familie die aan het fabrieksleven weet te ontkomen. Nog iets later krijgt hij weer een kans (toeval?): een interview met zijn grote held Pierre Bourdieu en dat brengt nog meer kansen op zijn weg. Uiteindelijk wordt hij hoogleraar, publiceert artikelen en boeken en reist naar het buitenland voor conferenties. Hij heeft het ‘gemaakt’. En dan overlijdt zijn vader en blikt hij terug op zijn leven.
Onrust
Intussen is Frankrijk in een grote omwenteling geraakt: mei 1968 en wat daarna volgde. Gastarbeiders en daarop volgend migranten treden toe op de Franse arbeidsmarkt en gaan in de voorsteden wonen. Alles is aan het schuiven, en traditioneel links heeft er geen antwoord op en stort in. Vrijwel moeiteloos stappen communisten over naar het Front National. In dit opzicht biedt Eribons boek een fascinerende en ontnuchterende beschrijving van het teloorgaan van de ene ideologie en het opkomen van de andere. Overigens stemt men in de tweede ronde van verkiezingen toch wel weer links, zo constateert Eribon met enige ironie.
Autobiografie
Bovenstaande is één facet van het boek: sociologie in de praktijk, zou je kunnen zeggen. Maar we zagen ook de andere invalshoek: de autobiografische. Die sprak ons bijzondere aan en daarom startte ons gesprek ook met de vraag: herken je iets uit het levensverhaal.
Lees verder: zie de PDF.
Dit artikel verscheen eerder in Van Twaalf to Achttien, vakblad voor voortgezet onderwijs. Jaargang 28, november 2018 en is met toestemming van de redactie gepubliceerd.
Reacties