Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Stevige leraren, maar open. Over de paradox van professionele identiteit en een uitnodiging tot ontmoeting

7 oktober 2025

In tijden van lerarentekort, werkdruk en onzekerheid over de positie en waardering van het leraarschap is de roep om ‘stevige’ leraren begrijpelijk. Maar wat bedoelen we eigenlijk met stevigheid? En kan het verlangen naar professionele kracht ook onbedoeld leiden tot verkramping of zelfs uitsluiting van andere stemmen, inclusief die van de leraar zelf? Deze vragen klinken bij Rob van der Poel door als hij Stevige leraren opleiden leest, een rijk en veelstemmig boek over professionele identiteitsontwikkeling in de lerarenopleiding dat op 13 oktober verschijnt.

Aan het boek - onder redactie van Helma Oolbekkink-Marchand, Maaike Nap en Fedor de Beer -  is door vijftien auteurs gewerkt. Het biedt een rijke, zorgvuldig opgebouwde bijdrage aan een van de meest urgente en tegelijk meest onderbelichte thema’s in de lerarenopleiding: de vorming van professionele identiteit. De kracht van dit boek zit in de combinatie van theoretische verdieping, praktische handreikingen en een duidelijke pedagogische visie op wat het betekent om leraar te worden én te blijven. Tegelijk roept het boek ook belangrijke vragen bij mij op, juist omdat het thema zo complex en gelaagd is.

Ik sta – verbonden aan NIVOZ – dicht bij een eigen tweejarige master waarin we met de Erasmus Universiteit sinds 2022 leraren opleiden, de EMPO (Educatieve Master Primair Onderwijs). Het is een initiatief waarin NIVOZ bijdraagt aan de ontwikkeling van pedagogen in de klas, met name in een grootstedelijke context. Ook hier worden docenten en studenten gevormd in hun professionele identiteit. Niet als iets dat ‘staat’, maar als iets dat voortdurend in wording is. We ontdekken dat je pas echt professioneel pedagogisch kunt handelen als je onder meer weet welk script jou stuurt, dan wel ontdekt welk verhaal, welke beelden en ervaringen jouw eigen gedrag kleuren. Niet om daar stevig in vast te roesten, maar juist om dat handelen te kunnen bevragen, te herschrijven en op de situatie af te stemmen. Vanuit dat bewustzijn ontstaat een (pedagogische) ruimte om werkelijk in relatie te zijn met de ander.

Stevige leraren opleiden sluit hier krachtig bij aan. Hoe zorgen we ervoor dat de ‘stevigheid’ die we nastreven niet ten koste gaat van openheid, meervoudigheid en kwetsbaarheid?

Theorie en werkvormen
Het boek bestaat uit twee delen. In deel 1 (hoofdstuk 1 t/m 7) worden theoretische en praktische perspectieven op professionele identiteitsontwikkeling uiteengezet. In deel 2 (hoofdstuk 8) wordt een breed palet aan werkvormen gedeeld die opleiders kunnen inzetten om die ontwikkeling te begeleiden. Daarmee is het boek zowel een reflectief als een handelingsgericht instrument.

In hoofdstuk 2 wordt professionele identiteit omschreven als een voortdurend proces van integratie tussen persoonlijke ervaringen, overtuigingen en professionele verwachtingen. Dat proces voltrekt zich in interactie met anderen én met de context. Het is dus relationeel, dynamisch en gevoelig voor verandering. Hoofdstuk 3 verdiept dit met aandacht voor periodes van transitie, zoals de overstap van opleiding naar werkpraktijk. Het laat zien dat gevoelens van onzekerheid, crisis of weerstand geen obstakels zijn, maar wezenlijke onderdelen van het leerproces. Sterker, een crisis kan, mits goed begeleid, transformatief werken en de binding met het beroep verdiepen.

Een crisis kan, mits goed begeleid, transformatief werken en de binding met het beroep verdiepen.'

Een herkenbare spanning: stevigheid versus openheid
Als ik het boek lees, voel ik me gesterkt in mijn eigen intuïtie. Stevigheid is welkom - ja zelfs noodzakelijk - maar mag nooit verward worden met geslotenheid. Een professioneel zelf dat te snel of te rigide gevormd wordt, kan de dialoog met anderen blokkeren. Het wordt dan een identiteitsschild in plaats van een relationele bedding. In het boek wordt deze spanning deels erkend. Zo wordt benadrukt dat professionele identiteit in wording is en dat reflectie, betekenisgeving en contextuele interactie kerncomponenten zijn. Ook wordt benoemd dat leraren hun identiteit voortdurend moeten afstemmen op nieuwe rollen, situaties en verwachtingen. En dat vraagt wendbaarheid.

Het boek blijft in de formulering ‘stevige leraar’ vooral positief geladen. De mogelijke valkuilen - zoals identiteit als harnas of als ondermijnende ambitie - worden minder expliciet benoemd. De ‘waarschuwing’ dat stevig staan ook kan betekenen dat je niet meer écht luistert, mis ik. Dat stevigheid zonder zelfonderzoek tot identiteitsstrijd kan leiden. Met anderen, maar ook met jezelf.

Stevigheid zonder zelfonderzoek kan tot identiteitsstrijd leiden. Met anderen, maar ook met jezelf.

Ambitie als ondermijning
De thematiek raakt daarmee aan een dieper spanningsveld dat ikzelf herken en in onderwijspraktijk tegenkom. Leraren willen het (net als ikzelf) goed doen. Ze willen stevig voor de klas staan, weten wat ze doen, grip hebben op de praktijk. Maar die ambitie kan ook een manier zijn om ongemak te vermijden. Om niet te hoeven voelen dat je je kwetsbaar en onzeker bent. Om niet te hoeven erkennen dat je handelt vanuit oude scripts, overgenomen overtuigingen of innerlijke onrust. Dan wordt ambitie een vorm van ondermijning. Stevigheid wordt een deugd die alles moet bedekken. In plaats van werkelijk zichtbaar te zijn als mens in wording, wordt het professionele zelf opgepoetst, beschermd en gepantserd. En dat komt de pedagogische relatie - met kinderen, collega’s én met jezelf - niet ten goede.

Het boek raakt aan deze laag, vooral in hoofdstukken over transitie, crisis en betekenisgeving. Maar het vraagt voor mij ook expliciete taal rondom deze schaduwzijde van het professionele zelf. Met de vraag 'wie ben ik en wie/hoe wil ik als leraar zijn?' zijn we op weg naar 'de ander' en 'het andere'. Dat zou opleiders kunnen helpen om met studenten niet alleen te werken aan stevigheid, maar ook aan doorlaatbaarheid, het vermogen om aangedaan en geraakt te worden. In dit filmpje van een aantal kunstenaars-onderzoekers - vanuit het programma Breedvormend Onderwijs - wordt hier bijvoorbeeld ruimte voor gemaakt.

Ruimte voor werkelijke ontmoeting
Wat ik waardeer in het boek is de aandacht voor reflectie, dialoog en werkvormen die het persoonlijke uitnodigen en tot ontmoetingen leiden. Denk aan werkvormen als 'De pedagogische diamant', 'Symbolische foto’s' of 'De storyline-methode'. Deze nodigen uit tot het vertellen van verhalen, het delen van biografische inzichten, het zichtbaar maken van spanning en verlangen. Deze werkvormen ondersteunen een opvatting van identiteit als meervoudig, fluïde en ingebed in relaties. Ze zijn geen trucjes om tot stevigheid te komen, maar middelen om jezelf en de ander beter te leren verstaan.

Deze werkvormen ondersteunen een opvatting van identiteit als meervoudig, fluïde en ingebed in relaties. Ze zijn geen trucjes om tot stevigheid te komen.

Dat is ook wat het werk van lerarenopleiders tot pedagogisch werk maakt: het faciliteren van en begeleiden in dit wordingsproces. Niet het toewerken naar een eindbeeld, maar het ondersteunen van een proces waarin leraren zichzelf en hun plek in de wereld telkens opnieuw leren verstaan in relatie tot anderen.

Een boek voor lerarenopleiders met moed
Stevige leraren opleiden is geen quick fix of checklist. Het vraagt van lerarenopleiders om zelf stevig én open te zijn. Om theorie, ervaring, biografie en dialoog met elkaar te verweven. En vooral om in het begeleiden van studenten niet alleen hun handelen te willen verbeteren, maar ook hun binnenwereld serieus te nemen. Het laat zien dat professionele identiteit geen instrumenteel doel, maar een relationeel proces. En dat een leraar pas werkelijk stevig kan zijn, als die ‘stevigheid’ voortkomt uit verbinding met zichzelf, met zijn vak en met de wereld waarin hij werkt. Zodat professionele identiteit niet verwordt tot een pantser, maar een uitnodiging is en blijft tot ontmoeting.

-

Verschijningsdatum 13 oktober 2025

Stevige leraren opleiden. Werken aan professionele identiteit in de lerarenopleiding (2025). Onder redactie van: Helma Oolbekkink-Marchand, Maaike Nap, Fedor de Beer. Boom Uitgeverij. 240 bladzijden. ISBN 9789024465729. Prijs: 34,95 euro. Bestel hier.

Stevige leraren opleiden bevat bijdragen van: Nollie Bekkers, Sander Berendsen, Frank Crasborn, Gisbert van Ginkel, Bob Koster, Chris Kroeze, Bruno Oldeboom, Rinny van der Meer, Paulien Meijer, Martine van Rijswijk, Gonny Schellings, Harmen Schaap, Tom Schoemaker, Marielle Theunissen, Marion van de Wijdeven.

Helma Oolbekkink-Marchand is lector Professionaliteit van leraren. Zij is verder voorzitter van de beroepsvereniging voor lerarenopleiders (Velon) en co-convenor van het internationale netwerk voor de professionalisering van lerarenopleiders (InFo-TED). Maaike Nap is lerarenopleider binnen de Master Ontwerpen voor Eigentijds Leren (MOVEL) en werkt als trainer en adviseur bij het team kwaliteiten van leraren (HAN).  Fedor de Beer is pedagoog en opleider aan de professionele Master Pedagogiek (HAN).

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief