Spreeuwen geven voorbeeld: 'Iedereen oefent invloed uit en alle deelnemers staan dat toe'
13 augustus 2014
Joseph Kessels draagt zijn steentje bij aan het brede vraagstuk rondom leiderschap in scholen. Hij leverde en bijdrage aan de studiemiddag van het Centrum voor Professionele Opleiding & Ontwikkeling en Levenslang Leren (POOLL), in Leuven. Een groep spreeuwen dient als metafoor. 'Het lijkt alsof het leiderschap gespreid is in overeenkomst met bekwaamheid, ervaring en uit te voeren werkzaamheden. Iedereen oefent invloed uit, wat echter pas effect heeft zodra de andere deelnemers dat toestaan.'Hoe kan een (school)organisatie een gunstig leerklimaat voor medewerkers en docenten ontwikkelen waarin zij voortdurend aan de verbetering van hun vak kunnen werken? Welke invloed hebben formele en collegiale vormen van leiderschap op het leerklimaat? (Bush, 2011).
Deze vragen vereisen een bijzondere kennisontwikkeling omtrent het opleidingskundig leiderschap in de organisatie (Best, 2006). Dit leiderschap dient uit te nodigen tot de ontwikkeling van de professionaliteit, daar ruimte voor te bieden en medewerkers te ondersteunen in hun leeractiviteiten.
Het leiderschap in het complexe samenwerkingsverband van een school vissen, een zwerm vogels en mieren in hun kolonie ligt niet bij één machtige representant. Het lijkt alsof het leiderschap gespreid is in overeenkomst met bekwaamheid, ervaring en uit te voeren werkzaamheden. Iedereen oefent invloed uit, wat echter pas effect heeft zodra de andere deelnemers dat toestaan. Deze vorm van samenwerking in de natuur, zeker als het grote groepen spreeuwen, postduiven, vissen en mieren betreft, lijkt op het eerste gezicht ver van ons af te staan. Maar inmiddels zijn we al zeer vertrouwd met communities, crowds en clouds met een geheel eigen dynamiek van hiërarchieloze informatie-uitwisseling, leren en beïnvloeding. Sociale media bieden er interessante voorbeelden van: Twitter – inderdaad met vogeltjesgekwetter – in het bijzonder .
DeRue en Ashford (2010) hebben het dynamische karakter van de leideren volgeridentiteit uitvoerig beschreven, met veel aandacht voor het wederkerige proces van het verwerven (‘claiming’) en toekennen (‘granting’) van de leiderschapsrol. Als mensen leiderschap zien als een gedeeld, wederzijds proces zullen zij eerder proberen ruimte voor leiderschapsactiviteiten te verwerven dan wanneer zij een hiërarchische opvatting hebben waarin er slechts plaats is voor één leider. Als de groepsleden een gedeeld beeld hebben over de kenmerken van een gespreid leiderschap, zullen de verwervings- en toekenningsprocessen ook soepeler verlopen. Bij grote verschillen in perceptie worden leiderschapspraktijken meer afhankelijk van individuele theorieën en zullen er spanningen en conflicten rondom leiderschap ontstaan.
Lees meer
Uit: Opleidingskundig leiderschap als bron en driver van een positief leerklimaat in een hoger onderwijsinstelling en een organisatie/bedrijf
Bijdrage van Prof. Dr. Joseph W.M. Kessels
Katholieke Universiteit Leuven
Op 9 januari 2013
Reacties