Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Recensie en jeugdherinnering: hoe vertel je grote verhalen in een onttoverde wereld?

25 mei 2015

‘Was het hoe meester Ben het vertelde? Was het de lentezon? Het was in elk geval een gouden zet om ons daarna in stilte te laten tekenen. Ik raakte verzeild in een wereld die ik niet kende.’ Redacteur Geert Bors was acht jaar oud en herinnert zich de eerste kennismaking met een verhaal dat hem koud en warm tegelijk deed voelen – de Bijbelparabel van de Emmausgangers, spookverhaal en verhaal van gloedvolle hoop ineen. Geert voedt zijn kinderen op zonder de vanzelfsprekende katholieke rituelen uit zijn jeugd, maar mist soms de narratieve traditie. Het bracht hem bij het boek ‘Klassikaal geloven’ van Jan Marten Praamsma, dat hij besprak in ‘Ik wens je de wereld’, het tweede magazine van hetkind.

Emmausgangers recensie PraasmsaDe eerste jaren van mijn basisschooltijd herinner ik me aan de hand van de werelden, die mij en mijn medeleerlingen geopenbaard werden. Groep 3 vormde uiteraard de introductie tot de wereld van woorden en cijfers, terwijl groep 5 kwam met twee ge-wel-di-ge nieuwe vakken – geschiedenis en aardrijkskunde – waarmee tijd en ruimte zich voor ons begonnen te ontvouwen.

En dan was er dat tussenliggende jaar, dat in het teken stond van onze Eerste Heilige Communie. Alleen de twee Marokkaanse klasgenootjes deden niet mee. Voor alle anderen was het toen – in de vroege jaren ’80 in een Noord-Limburgs dorp – nog een stap die je ouders en jij accepteerden als volstrekt vanzelfsprekend, hoewel het voor mijn vader en moeder waarschijnlijk al meer een cultureel dan een religieus fenomeen was.

Van dat jaar herinner ik me vooral één specifieke middag, waarop meester Ben van den Berg ons het verhaal van de Emmausgangers vertelde: twee reizigers zijn op weg naar de plaats Emmaüs, niet lang na de dood van Jezus. Een derde reiziger voegt zich bij hen. De twee zijn discipelen van Jezus, maar ze zijn in verwarring en twijfelen aan zijn recente wederopstanding. De derde reiziger oppert diepgravende interpretaties en refereert aan eerdere profetieën. Ze raken onder de indruk, bevangen, door zijn woorden en nodigen hem uit voor het avondeten. En dan, als hij het brood breekt, herkennen ze hem opeens. Dat is het moment dat hij uit het zicht verdwijnt.

Was het hoe meester Van den Berg het vertelde? Was het de pauze die hij liet vallen? Was het de lentezon in de klas? Het was in elk geval een gouden zet, om ons daarna in stilte te laten tekenen. Ik herinner me hoe ik terecht kwam in een wereld die ik niet kende. Ik voelde geen grond, ik voelde een uitdijende wereld. Ik voelde iets peilloos dieps, donker en licht tegelijk – de existentiële huivering over wat ik nu een Edgar Allan Poe-achtige verhaal zou noemen, gepaard aan iets gloedvols: het immense gevoel van troost en vertrouwen dat zich aan die twee reizigers moest hebben opgedrongen.

Gelovig ben ik niet geworden. Ik denk wel dat het pad naar mijn latere studiekeuze voor literatuur en de humaniora zich hier voor het eerst toonde. Sinds ik zelf kinderen heb, denk ik met regelmaat aan de vanzelfsprekendheid waarmee ik – al was het maar in dat Communiejaar – van binnenuit werd geïntroduceerd tot deze nieuwe wereld. Een wereld waarin verhalen de voertuigen waren waarmee betekenis en symboliek over lange afstanden getransporteerd konden worden. Waar begin ik, in een onttoverde wereld, wanneer mijn zoon van zes op vakantie getroffen wordt door een kruisbeeld in een kathedraal?

De hang naar verhalen, naar troost, naar betekenis

Praamsma Klassikaal geloven coverHet is die vraag die mij trok naar de boektitel ‘Klassikaal geloven’. Een katholiek boek is het zeker niet, deze essaybundel onder redactie van universitair docent pedagogiek en lerarenopleider Jan Marten Praamsma, met daarin ‘verhalen uit de wondere wereld van het godsdienstonderwijs’, zoals de ondertitel luidt. Het bedoelde godsdienstonderwijs blijkt met name het (protestants) christelijk voortgezet onderwijs te betreffen.

Praamsma stelt in zijn inleiding dat waar we kort geleden nog dachten dat secularisatie de dominante trend in onze samenleving was geworden, we tegenwoordig een ‘nieuw religieus verlangen’ zien en sociologen inmiddels spreken van een ‘postseculiere samenleving’. Kortom, de menselijke hang naar verhalen, naar troost, naar betekenis blijft. En in onze turbulente tijd vraagt dat om aanpassingen, om een flexibele houding van leraren godsdienst en levensbeschouwing.

Kijk vooral voorbij de wat suffe kaft en laat je niet meteen afschrikken door het christelijke. Het boek heeft een aantrekkelijke opbouw, waarbij de essays geordend zijn aan de hand van een set themawoorden: Verantwoorden, Verbazen, Verhalen, Vervreemden, Vertrouwen. En zo nog een paar. Woorden die ook op hetkind.org regelmatig vallen. Woorden, die zoals de boeddhistische auteur Matthieu Ricard in een interview in het nieuwe hetkind-magazine stelt, verwijzen naar een waardenlaag die de verschillende wereldreligies gemeen hebben en die nog onder die religies zelf ligt. Daarin schuilt de verbinding – oeps, weer zo’n bekend ‘ver’-woord – die dit boek ook interessant kan maken voor iedereen die niet meteen godsdienstleraar is, maar die wel bezig is met het vormgeven van een waarden-georiënteerd onderwijs.

Nadenken over traditie én persoonlijke ontwikkeling

In een wereld waarin religie vaak wordt afgedaan als een achterhaald onderwerp (christendom), negatief in het nieuws komt (islam) of wordt omarmd als een exotische 'dogmavrije filosofie', die aansluit bij een nieuw spiritueel ethos (boeddhisme), is het boeiend om de leraren in dit boek te zien stoeien in een samenleving die eigenlijk nog amper open staat voor hun hoogstpersoonlijke overtuigingen.

Er zijn er auteurs die met creatieve vondsten komen, bijvoorbeeld met het idee van de klas als een ‘narthex’, het klassieke voorportaal van een kerk waar bedevaartgangers van velerlei achtergronden de koelte opzochten en met open hart luisterden naar elkaar levensverhalen en culturele wijsheden. Er zijn auteurs die schrijven hoe het Studiehuis uit 1998 de aanleiding is geweest om het vak levensbeschouwing om te vormen, van dat obligate uurtje in de week naar een leerjaren-doordesemend beschouwend vak. Weer andere auteurs ontdekken – net als bijvoorbeeld Paul Verhaeghe en Matthieu Ricard – dat neutraal onderwijs niet wenselijk én niet doenbaar is. Ook zijn er leraren die zichzelf als persoon kwetsbaar en open leren op te stellen, terwijl ze hun vak omvormen tot een levend iets waarbij nadenken over traditie en morele persoonsontwikkeling centraal staat.

Praamsma brengt het geheel mooi samen in een afsluitend essay, waarin hij het objectiverende buitenstaandersperspectief van de religiewetenschappen weet te paren aan de kracht van het insidersperspectief uit de theologie. Dat hij dat doet door er bijvoorbeeld de analyses van een cultureel antropoloog Pieter Boersema bij te halen, geeft het boek een zeggenskracht voorbij de wereld van het christelijk godsdienstonderwijs.

Geert Bors, redactie hetkind

Praamsma, Jan Marten (red.) Klassikaal geloven – Verhalen uit de wondere wereld van het godsdienstonderwijs (2014: Kampen, Uitgeverij Kok)

 

cover juiste magazine #2Lees meer in het nieuwe magazine van hetkind


'Ik wens je de wereld – mens, maatschappij en onderwijs' is de titel van dit tweede nummer van hetkind-magazine. We zijn ervoor te rade gegaan bij het idee van ‘wereldgericht onderwijs’, zoals onderwijsdenker Gert Biesta het gebruikt. Hij zei er in mei 2014 tijdens een NIVOZ Onderwijsavond dit over:

‘Niet voor niets betekende het Oudgriekse ‘skole’ vrije tijd: de tijd die nog niet functioneel gemaakt is. Vandaag de dag is dat juist wel zo. Maar we moeten inzien dat school geen functie van de maatschappij is. Nee, het is die vreemde plek waarin we de dialoog met de wereld aankunnen, een oefenplaats voor volwassenheid. Een plek om de maatschappij en haar eisen nog even buiten te sluiten en tegelijk open te staan voor de wereld. Dat onderscheid, tussen maatschappij en wereld, vraagt om onze onderwijspedagogische wijsheid en wakkerheid.’

Het magazine van hetkind wordt halfjaarlijks uitgegeven. Eén exemplaar van het magazine is gratis te verkrijgen op Onderwijsavonden in Driebergen, op 21 mei en 17 juni, bij lezingen van NIVOZ-medewerkers, aan trajectdeelnemers Pedagogische tact/leiderschap en op aanvraag bij conferenties en symposia. Wilt u meer exemplaren – ter inspiratie voor uw eigen leeromgeving. docententeam, school of ouderavond – dan kunt u ze per 5 of 10 exemplaren bestellen bij Educatheek, zie deze link. We vragen dan een kleine vergoeding van 1,50 per exemplaar.

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief