Preview van Charlotte's boek 'De sleutel tot je kind'
19 oktober 2012
Charlotte Visch geeft een preview van haar recent verschenen boek De sleutel tot je kind. In deze uitgave biedt ze sleutels om echt in contact met kinderen te komen om zo de diepere laag in hen te ontdekken. In zeven hoofdstukken schrijft ze over praktijkvoorbeelden waarin zij lastig of moeilijk gedrag van kinderen op een kindgerichte en persoonlijke manier bekijkt en oplost. Elk hoofdstuk eindigt met een aantal nuttige tips, inclusief een compleet stappenplan. Visch is o.a. Ontwikkelaar van de Integratieve Kindertherapie en verzorgt op 4 april spreker op een onderwijsavond in Driebergen. Klik hier.Stel je eens de volgende situatie voor. Je bent als vader of moeder een dagje uit naar de dierentuin. Het is lekker weer, de apen spleen leuk, kind geniet, ouder blij. En dan begint het. Ouder koopt ijsje voor kind. Kind likt. Kind rustig. IJsje op. Kind zegt: ‘Ik wil nog een ijsje!’ Ouder legt rustig uit: ‘Geen geld. Eén ijsje genoeg. Andere keer weer.’ Kind gilt: ‘Nog een ijsje!’ Ouder boos en reageert met iets als: ‘Ondankbaar … nooit meer mee … verpest ook altijd …’ Ouder weg met krijsend kind. Weg gezellige familiedag met goed gevoel over ouderschap.
Herken je zo’n moment uit je eigen leven? Word je er ook zo wanhopig van als je niet begrijpt waar het gedrag van je kind op slaat? Je had het zo goed bedoeld, maar blijkbaar begrijp je iets niet, want voor je het weet, is je kind boos en mokt hij nog wat in de trant van ‘niemand begrijpt mij’ en ‘altijd de schuld’.
Door middel van het boek wil ik je helpen te begrijpen hoe jij de gedragingen van je kind kunt herkennen als signalen en wensen van binnenuit. Je kind heeft een eigen taal, een eigen wijze van uitdrukken, die vaak anders is dan wat volwassenen denken te zien en te horen. Tijdens het lezen van het boek krijg je de mogelijkheid om die taal te leren. Het leven wordt meteen een stuk gemakkelijker.
Ik hoor je denken: ‘Ja hoor, dat zal wel! Alsof ik niet al van alles heb geprobeerd. Ik heb wel honderd keer hetzelfde gezegd en ze luistert niet.’ Dat geloof ik direct, waardoor je één ding zeker weet: je oude reactie op je kind heeft honderd keer niet gewerkt.
Zin om iets nieuws uit te proberen? Het contact dat jullie met elkaar aangaan, wordt daardoor authentieker, directer en liefdevoller. ‘Ik doe zo verschrikkelijk mijn best’, verzuchtte een wanhopige vader eens. De meeste ouders spannen zich inderdaad enorm in om hun kind op te voeden.
De tips in het boek zijn ontstaan in samenwerking met de ouders en de kinderen die naar Child Consult kwamen om hun problemen op te lossen. Een van deze kinderen was een meisje van 7 jaar, dat blij verrast was over de wijze waarop de integratieve kindertherapie haar het recht op geluk teruggaf. Zij complimenteerde mij met de woorden: ‘Jij bent de moeder van Pippi Langkous.’ Ik voel me zeer verwant met Mary Poppins, maar de moeder van Pippi Langkous zijn is misschien nog leuker.
Toon van 10 jaar werkt zich uit de klem
Een gescheiden ouderpaar vertelt me (onafhankelijk van elkaar) hoe bezorgd ze zijn over hun zoon Toon, van 10 jaar. Beiden vertellen ze: ‘… Hij wordt gemanipuleerd door mijn ex, want hij kan het niet hebben als ik iets naars zeg over haar/hem. Hij probeert wat ik zeg over haar/hem steeds te vergoelijken.’ Geen van beide ouders begrijpt wat er precies aan de hand is.
Als integratieve kindertherapeut weet ik dat kinderen zeer deskundig zijn met betrekking tot de problemen die ze ‘maken’. Het is dus een logische stap om de vraag van deze ouders aan Toon voor te leggen.
Als ik aan Toon vraag hoe het kan dat beide ouders dezelfde zorg delen, kijkt hij eerst verbaasd, maar begint dan te lachen. ‘Ik ben het zo zat om steeds mijn oren te laten vervuilen door hun gezeur over elkaar, dat ik besloten heb om ze allebei steeds te vertellen dat het niet waar is wat ze zeggen over de ander. Ik zeg dan gewoon: “Zo bedoelt hij of zij het niet.” En dan stoppen ze vaak met ruziemaken.’ Dit kind had een eigen manier bedacht om uit het geruzie te kunnen ontsnappen. Jammer dat sommige volwassenen nog niet in staat zijn om ruzie te herkennen als startpunt voor verdere groei.
Sarah van 9 jaar met-de-zak-over-haar-hoofd
De ouders van Sarah zijn vriendelijke, meelevende ouders. Naast Sarah hebben ze nog een zoon van 14 jaar en een dochter van 5 jaar. Hun oudste en jongste kind zijn gemakkelijk in de omgang en leren goed. Sarah is de middelste en hoogbegaafd. Ze is voortdurend boos naar haar broer en zus en ronduit agressief naar haar moeder. Haar vader kon haar tot nu toe wel bereiken, maar hij is nu ook niet meer in staat contact te krijgen met Sarah.
‘Sarah heeft het altijd goed gedaan op school’, vertelt moeder Ankie. ‘Een half jaar geleden kwam ik haar ophalen en zag ik haar zo diep ongelukkig zitten, dat ik er bijna van moest huilen. Ik was zo geschrokken!’ Daarna is het bergafwaarts gegaan met Sarah. De ouders vertellen dat Sarah sindsdien niet meer naar school te krijgen is.
Vader Hans: ‘Ik heb haar in de auto geduwd en gewoon naar school gebracht. Ik heb haar samen met de meester uit de auto moeten trekken. In de klas stond ze bij haar stoeltje, maar haar benen kregen we niet gebogen, zodat ze zou gaan zitten.’
Iedereen is het laatste half jaar bezig geweest met Sarah. De intern begeleider van school heeft getracht een gesprek met haar te voeren, een pedagoog heeft tips gegeven en de huisarts heeft een psycholoog aanbevolen. Helaas heeft niets geholpen: Sarah weigert naar school te gaan, eist constante aandacht (vooral van haar moeder) en scheldt iedereen verrot. Sarah wil ook beslist niet naar de kindertherapiepraktijk komen.
Op de afgesproken tijd gaat de bel. Het is een bijzonder tafereel dat voor mijn deur staat: vader Hans, moeder Ankie en Sarah … met een zak over haar hoofd. Zij wil mij niet zien. Ze is erg boos dat ze mee moet naar Child Consult. Ik begroet ze hartelijk en negeer de zak van Sarah: ‘Fijn dat jullie er zijn.’ Sarah wordt door haar ouders de kamer in geloodst. Ze blijft tegen de binnenkant van de deur aan staan, terwijl ik met de ouders praat. Uit het gesprek blijkt dat ze Sarah steeds meer verantwoordelijkheid uit handen hebben genomen. Door haar agressie zijn ze steeds voorzichtiger geworden. Ik stel voor om een andere school te zoeken op grond van de wensen van Sarah. Op die manier kan Sarah weer grip op haar eigen leven krijgen. Verder vertel ik dat ze Sarah moeten gaan aanspreken als een 12-jarige.
Op deze manier wil ik bereiken dat de ouders van Sarah haar aanspreken op haar biologische leeftijd. Door het (in hun ogen) kinderachtige gedrag neigden ze naar steeds kinderlijker en voorzichtiger praten met Sarah.
Tijdens mijn gesprek zie ik de zak af en toe bewegen. Ik richt mij plotseling tot Sarah-onder-de-zak: ‘Sarah, wat voor school zoek jij?’ Sarah antwoordt meteen: ‘Geen stomme school zoals ik nu heb!’ Ik vraag: ‘Wat dan wel?’ Sarah zegt: ‘Een school met leuke kinderen.’ De ouders van Sarah kijken mij vragend aan en reageren met: 'Maar dat zegt toch niks over de school zelf?’
Ik beantwoord hun vraag met: ‘Sarah zal wel weten welke school voor haar geschikt is.’
Een van de uitgangspunten van de integratieve kindertherapie is ‘het kind weet het’. Daarbij is het wel van belang om de volwassen Ik van het kind aan te spreken. De kleine Sarah (van een jongere leeftijd) weet uiteraard niet wat het beste voor de 12-jarige Sarah is, omdat zij minder kennis en ervaring heeft.
Ik geef Sarah en haar ouders de uitdaging om naar verschillende scholen te gaan kijken tijdens het speelkwartier. ‘Dan kun je goed zien of er leuke kinderen op zitten’, leg ik Sarah-met-de-zak uit. De zak beweegt. Dat lijkt me een goed teken.
De volgende sessie komt Sarah met haar jas over haar hoofd binnen, waar ze onderdoor gluurt om even een glimp van mij op te vangen. Ik houd een ‘monoloog’ waarin ik hardop in mijzelf praat en vertel wie ik denk dat ze is: een intelligent meisje dat het moeilijk heeft, maar goede hulpbronnen heeft. Zowel van binnen (moed, doorzettingsvermogen) als van buiten (liefdevolle ouders).
Op deze manier laat ik weten zelfstandig te kunnen nadenken.
Ik heb gedachten over haar en laat me niet afleiden door zogenaamd kinderlijk gedrag.
Dit ritueel herhaalt zich nog drie keer. De laatste (vijfde) sessie komt ze zonder jas, maar wel achterstevoren de kamer in. Aan het einde van het uur zijn we samen (verkleed als prinses en koningin) aan het spelen met knuffelbeesten. De buikpijn en de hoofdpijn waar Sarah ook last van had, zijn vrijwel verdwenen. ‘Ik wil nog een beetje buikpijn overhouden,’ vertelt Sarah mij, ‘dan weet ik waar mijn buik zit.’ Het is de laatste sessie. Sarah is nog niet helemaal klaar, maar ze kan haar leven verder oppakken zonder mijn directe hulp.
Enkele maanden later krijg ik een brief van moeder Ankie. Ze schrijft: ‘Het is sinds ons gesprek en de sessies alleen maar beter gegaan. Ze was meestal vrolijk, voelde zich fijn en ook op de nieuwe school gaat het geweldig. Ze heeft een heel andere school gekozen dan wij hadden bedacht, een school met een slecht verzorgd gebouw en klein plein. Heel anders dan de andere school, die wij mooi vonden. “Onze” school zag er mooi uit en de leerkrachten liepen op het plein op te letten.
Maar Sarah was heel stellig. Ze wilde meteen in groep 7, hoewel ze door haar schoolverzuim erg achterliep. Toen ik gisteren aan de juf vroeg hoe zij in eerste instantie tegen Sarah aankeek, antwoordde ze: “We dachten dat we een heel moeilijk kind in de groep kregen.
Maar Sarah gedraagt zich voorbeeldig.” Thuis hebben we haar, zoals je voorstelde, gevraagd om op zaterdag te koken. Ze heeft een vijfgangendiner voor ons gemaakt. Ik heb haar nog nooit zo trots gezien.’
Sarah werd ernstig onderschat, waardoor ze ruzie zocht en kreeg.
De verborgen vraag kwam pas aan het licht bij Child Consult, en kon toen worden opgelost.
Leugenaars of na-apers
‘Ik heb er zo’n hekel aan als ze tegen me liegen’, zei een ouder eens tegen mij. Om vervolgens tegen haar dochter Marieke (8 jaar) te zeggen: ‘Zeg maar niet tegen je vriendin Rita dat jij wel naar het feestje mag, dat is zo zielig voor haar.’ Kennelijk is voor volwassenen de motivatie achter het liegen belangrijker dan het liegen zelf. De moeder van Marieke zet haar kind aan tot liegen, met de bedoeling een ander kind het gevoel van zielig zijn te besparen.
Maar waarom denkt deze ouder dat ‘zielig zijn’ zo erg is dat er een leugen moet worden gebruikt? Kinderen krijgen op deze manier allerlei tegenstrijdige suggesties. Eerst is liegen ten strengste verboden, maar dan blijken er toch uitzonderingen te zijn, die door volwassenen bepaald worden. ‘Zielig’ is bijvoorbeeld heel erg voor de moeder van Marieke. Bovendien kun je kennelijk zonder overleg met Rita bepalen dat zij ‘zielig zijn’ niet kan verdragen en dat dat gevoel haar dus bespaard moet blijven. Verder suggereert deze ouder dat Rita ook niet in staat zal zijn om ‘zielig zijn’ te overwinnen.
Er zijn zo veel gevolgtrekkingen die Marieke bewust of onbewust kan maken. Met de beste bedoelingen leert de moeder van Marieke haar dochter te liegen. Deze moeder kan bepaalde gevoelens niet verdragen. En Marieke? Kan zij wel verdragen dat Rita verdrietig of teleurgesteld is? Of voelt zij zich, net als haar moeder, schuldig aan de gevoelens van Rita?
Hoe zit dat liegen eigenlijk in elkaar? En wat merk je als je consequent niet zou liegen naar jezelf? Ervaar jij het als sensationeel om alle gevoelens binnenin (van heftige teleurstelling, schuldgevoel tot opperste blijheid) te leren kennen? Kun je alle gevoelens waarderen?
Of bedek je ze liever met zogenaamd (onecht) invoelend vermogen naar de ander: ‘Je kunt het haar niet aandoen om zo blij te zijn!’ De leugen is er dan alleen om je te beschermen tegen allerlei onaangename gevoelens, die je nog niet kunt verdragen. Het is een reis van individuele groei. Gevoelens die je liever nog niet onder ogen komt, vermijd je, of je doet net alsof ze er niet zijn. Kennelijk zit er iets wat de nieuwsgierigheid naar bepaalde gevoelens tempert: angst. Angst het niet aan te kunnen. Angst om in het nare gevoel te blijven hangen. Angst om er nooit meer uit te komen.
Angst dat die ander je niet lief meer vindt. Wat zou er gebeuren als jij je kind helpt om allerlei soorten gevoelens onder ogen te komen? Gevoelens te verdragen, daarmee om te gaan en ze op te lossen?
Ik hoor je denken: ‘Ja ja, en dan gaat mijn kind steeds de waarheid vertellen. Ook op onhandige momenten. Waar blijft het beleefde leugentje over de soepjurk van Tante Nel? Dan wordt het een echt enfant terrible.’ Daar zit wat in.
De sleutel tot jezelf
Er is een algemene opvatting die zegt dat kinderen leren door imitatie. Bij jonge kinderen is dat goed te zien. Kleine gedraginkjes waarvan jij jezelf misschien niet eens bewust was, kun je terugzien bij je kind. Stopwoordjes, bewegingen, uitgesproken en onuitgesproken overtuigingen worden overgenomen. Een vader vertelde mij eens dat hij veel van zijn ‘mislukkingen’ begeleidde met een lach en de vrolijke uitroep ‘Oei, oei, oei, wat ben ik toch een koei’. Zijn drie zonen (nu volwassen) gebruiken nog steeds deze luchtige manier om eigen kleine vergissingen te begeleiden. Als het waar is dat kinderen vooral door imitatie leren, dan is het vanzelfsprekend slim om zelf steeds het goede voorbeeld te geven. Je kind leert van de manier waarop jij met jezelf en met mensen in de buitenwereld omgaat.
Hoe reageer jij op fouten die je maakt? Vergevingsgezind of streng veroordelend? Vergaat je wereld als je anders doet dan je van jezelf had verwacht? Hou je van jezelf? Ben je er om jezelf te troosten en liefde te geven? Of ontken en veroordeel je die onbekende kant van jezelf? Er is een uitdrukking die luidt: al naar gelang je inzicht, is je uitzicht. Daaraan wil ik toevoegen: al naar gelang jouw inzicht, is het uitzicht van jouw kind. Hoe liefdevoller jij kunt omgaan met onaangename kanten van jezelf, hoe liefdevoller je kind met zichzelf en anderen kan omgaan.
De onbekende kanten die in jou aanwezig zijn, vragen erom in het licht te mogen komen. Verwelkom ze hartelijk, onderzoek ze, omarm ze en doe wat nodig is om ze de plek te geven waar ze thuishoren. Hoe kun je dat voor elkaar krijgen? Gelukkig is er een verrukkelijke manier om onbekende mooie en onaangename gedragingen en gevoelens van jezelf in het licht te krijgen. Je hoeft alleen maar verliefd te worden en met je geliefde een diepgaande relatie aan te gaan. Gevoelens waar je van dacht dat je ze niet had, komen vanzelf naar de oppervlakte. Gevoelens van jaloezie, verlatingsangst, diep verdriet, wanhoop, machteloosheid, haat, hopeloosheid en nog veel meer. Gevoelens waar jij je voor schaamt. Gevoelens waarvan je niet wist dat jij ze had en die je veroordeelt. Maar ook de mooiste gevoelens kunnen de ruimte krijgen: het opgeven van eigen belang, het geven van oneindige liefde en koestering. Van liefdevolle gevoelens kun je blij worden. De heftige onaangename gevoelens kunnen je doen treuren en wanhopen. Misschien dacht jij je nooit meer zo te voelen. En dan blijken ze toch uit de diepste krochten van je ziel naar boven te komen. Het is niet anders. Je neemt als volwassene je ervaringen uit je jeugd mee in je rugzak.
En wanneer je het niet verwacht of begrijpt, wordt iets ‘wakker’ van vroeger en kruipt uit je rugzak je relatie in om daar in het volle licht te staan. Het is aan jou om te besluiten om die gevoelens, gedachten of gedragingen te onderzoeken of opnieuw weg te stoppen. Welk besluit je ook neemt: in je gedrag zal het merkbaar zijn voor je kind. En je kind zal erop reageren, omdat jouw innerlijke beweging voelbaar is voor je kind. De kans is groot dat je kind in verwarring raakt: wat
is er toch met je? Wees open in wat je bezighoudt, zonder je kind te belasten met jouw verleden. De gevoelens en gedachten waar je mee bezig bent, kun je benoemen zonder de precieze inhoud prijs te geven. De manier waarop je tot oplossingen, oordelen en nieuwe ideeën komt, is voor kinderen onzichtbaar maar o zo belangrijk om te leren. Je kunt je kind enorm helpen door je gedachtegang hardop uit te spreken. Niet alleen kun je op die manier allerlei oplossingsstrategieën voordoen, maar voorkom je tevens dat je kind eigen (verkeerde) conclusies trekt. Door je kind een kijkje te geven in je eigen keuken, geef jij hem de ruimte om zijn eigen gedachtegang naast die van jou te leggen.
Hoe open ben jij naar je kind over jezelf? En waar ligt de grens? Het is niet de bedoeling dat jij je kind belast met de ervaringen uit je verleden.
En het is zeker niet de bedoeling dat jij je kind opzadelt met een last die van jou is en niet van je kind.
Vertel over jezelf. Laat zien en horen hoe je denkt en waar jij je informatie haalt. Laat merken dat we allemaal verschillende kanten in onszelf hebben. Je bent de papa of mama van je kind en bestaat ook als privépersoon met eigen dromen, wensen en angsten. Door die twee uit elkaar te houden en daar woorden aan te geven, kom je al een heel eind: ‘Ik ben je moeder en dus wil ik dat je goed oplet met je fiets. Vanuit mijzelf snap ik heus wel dat je toeren wilt uithalen en op één wiel door het verkeer wilt scheuren.’ Je kind zal in ieder geval daardoor begrijpen dat je meerdere kanten in jezelf hebt: de ouder, de privépersoon, de verleid(st)er, de harde werk(st)er, de kok, enzovoort. Je zult merken dat er veel meer ruimte komt in jezelf als jij je toestaat om hardop woorden te geven aan die verschillende kanten in jezelf.
In je relatie met je partner kom je vooral jezelf tegen. Zoveel is duidelijk.
Je persoonlijke ontwikkeling gaat door, mede dankzij je partner.
Het gedrag van je partner geeft aanleiding om bepaalde gevoelens bij jezelf te ervaren, waardoor je ze kunt onderzoeken. Je partner raakt die gevoelens aan, maar jij hebt de sleutel tot jezelf om steeds meer jezelf te worden.
De sleutel tot je kind
In dit previewboekje heb je enkele fragmenten uit De sleutel tot je kind kunnen lezen. Dit boek biedt de sleutel om echt in contact met kinderen te komen om zo de diepere laag in hen te ontdekken. In zeven hoofdstukken beschrijft Charlotte Visch aan de hand van praktijkvoorbeelden hoe zij lastig of moeilijk gedrag van kinderen op een kindgerichte en persoonlijke manier bekijkt en oplost. Elk hoofdstuk eindigt met een aantal nuttige tips, inclusief een compleet stappenplan.
Charlotte Visch is o.a. Ontwikkelaar van de Integratieve Kindertherapie, adviseur Nederlandse Academie voor Psychotherapie Child Affairs en auteur van ‘Kinderen en een warm schoolklimaat’. Ze verzorgt op 4 april spreker op de onderwijsavond in Driebergen. Aanmelden kan hier.
Titel: De sleutel tot je kind
Ondertitel: Respectvolle tips voor gevorderde ouders, gedreven therapeuten en fantastische kinderen
Auteur: Charlotte Visch
Formaat: 15 x 23 cm
Omvang: 208 pagina’s, gebonden
Verkoopprijs: € 21,95
ISBN: 9789079603039
Verkrijgbaar de uitgeverij www.248media.nl en de (internet)boekhandel.
Reacties