Praktijkgericht onderzoek: 'Prachtige onderzoeksresultaten die meestal al de volgende dag kunnen worden toegepast'
12 juni 2015
'De overheid ziet onderzoek en onderzoeksresultaten vooral als een effectieve manier om het onderwijs snel te veranderen of verbeteren. Maar zit het onderwijs daar op te wachten?' Adrie Groot ziet bij zijn Stichting Flore vooral veel enthousiasme over het praktijkgericht onderzoek, waarbij de leerkrachten zelf eigenaar zijn van hun onderzoek, en ook het direct toepasbare resultaat ervan kunnen terugzien.Onderwijsonderzoek mag zich verheugen in toenemende belangstelling. De redenen daarvoor zijn divers en vooral afhankelijk van het perspectief van de betrokkenen. De overheid ziet onderzoek en onderzoeksresultaten vooral als een effectieve manier om het onderwijs snel te veranderen of verbeteren. Daarbij wordt er gemakshalve vanuit gegaan dat de resultaten van onderwijsonderzoek, met de nodige toelichting, toegepast kunnen worden in de dagelijkse onderwijspraktijk. Een commissie onder leiding van Thom de Graaf, voorzitter van de HBO-raad, maakte duidelijk dat de toepassing van de resultaten van onderwijsonderzoek tegenvielen, en zo ontstond in 2012 het NRO (Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek). Het NRO kent naast het fundamenteel-wetenschappelijk en het beleidsgericht onderzoek ook het praktijkgericht onderzoek.
Zit het onderwijs, de man of vrouw voor de klas, te wachten op deze onderzoeksresultaten? Het feit dat alom geconstateerd kan worden dat onderwijsonderzoeken niet of nauwelijks effect hebben op de onderwijskwaliteit op de werkvloer geeft eigenlijk het antwoord al. Moeten we daarom onderwijsonderzoek dan maar afschaffen?
Aan de hand van het Opbrengstgericht Werken wil ik proberen daar een antwoord op te vinden. De Onderwijsraad schreef in 2007 het volgende: ‘De rector prikkelt de leraar met cijfers. Kwaliteit uitdrukken in cijfers is voor de meeste schooldirecteuren heel gewoon geworden. Het is ook belangrijk om met cijfers te kunnen aantonen wat er fout gaat’. Data verzamelen als leidraad voor ontwikkeling. Scholen zijn daar actief, zeer actief zelfs, mee aan de slag gegaan en hebben data verzameld. Zoveel dat ze er bijna in omkwamen. Die data moeten vervolgens gerubriceerd worden, en zo deed de datamuur zijn intrede in de klas. Tegen de tijd dat het team de databrij overzichtelijk had gerangschikt was het oorspronkelijke doel van data verzamelen al uit het zicht verdwenen.
Op deze manier sneeuwden nut en noodzaak van data verzamelen en analyseren onder. Voor leerkrachten is deze manier van onderzoeksmatig werken nieuw en dit vereist nieuwe kennis en vaardigheden.
Praktijkgericht onderzoek
'Toen we met onze groep de onderzoeksvraag helder hadden, had ik eigenlijk het onderzoeksresultaat in beeld. “Zo, klaar”, dacht ik, maar wat heb ik veel geleerd van dit onderzoekstraject. Niet alleen het helder krijgen van de onderzoeksvraag (vraagarticulatie) maar ook de verdere fasering, het verzamelen van relevante data en het goed kunnen analyseren hebben me veel gebracht'. Vol enthousiasme vertelt Daphne, leerkracht van basisschool de Paperclip, over haar onderzoek in haar bovenbouwgroep.
Met dit zogenaamde praktijkgericht onderzoek, geïnitieerd door leerkrachten in de eigen klassensituatie, en met ondersteuning van ervaren onderzoekers, van bijvoorbeeld het Centrum Brein en Leren, ervaren de leerkrachten van Stichting Flore jaarlijks de positieve effecten van deze werkwijze op de eigen praktijk. Het maakt ze bewust van de eigen professionaliteit. Het onderzoek is gericht op een praktische situatie in de klas, en het samen onderzoeksmatig bezig zijn wordt als zeer positief en constructief ervaren.
Ook het schooljaar 2014-2015 werd afgesloten met de presentatie van diverse onderzoeken. Pareltjes die met groot enthousiasme aan de zaal werden gepresenteerd. Duidelijk is inmiddels ook dat het bijzonder krachtig is voor de schoolontwikkeling als het gehele team, in duo's of kleine groepjes, aan dit project deelneemt en zich dus ook eigenaar voelt van het onderzoek. Niet meteen in de modus van hulp en oplossing schieten, maar eerst, samen met je collega, door verdere observatie en verkenning de vraag helder krijgen. Een goede en weloverwogen vraagarticulatie is de basis van ontwikkeling en leidt vaak tot prachtige onderzoeksresultaten die meestal al de volgende dag kunnen worden toegepast.
Adrie Groot is voorzitter College van Bestuur van de Stichting Flore.
Reacties