Pleidooi voor een mindshift: 'Geen visie op beroepsonderwijs alleen, maar breder. Een visie op leren voor een beroep'
8 maart 2015
Een mindshift in denken kan helpen om veel van wat het onderwijs ‘overkomt’ om te zetten naar een constructieve visie op waar het naartoe moet. Erica Aalsma werkt op haar manier aan zo'n mindshift in het beroepsonderwijs. Ze pleit voor hybride leeromgevingen en laat met voorbeelden en goede praktijkverhalen zien waartoe dat leidt. 'Ik merk dat het gedachtegoed achter de hybride leeromgeving te vaak en te gemakkelijk gezien wordt als een concept, waar je blijkbaar tegen kunt zijn. Maar hoe kan je in het beroepsonderwijs tegen het verbinden van schoolse leerprocessen aan leerprocessen in de beroepspraktijk zijn? Hoe ver zijn we gekomen dat we het intrinsiek hybride karakter van het beroepsonderwijs zijn kwijtgeraakt in onze begripsvorming?' Haar blog.
Ik was in september 2014 bij een bijeenkomst aanwezig waar Charles Jennings de keynote spreker was. Een zaal vol met private opleiders en het thema was: ‘Vandaag effectief opleiden voor morgen.” Charles Jennings heeft met succes het gedachtegoed van 70:20:10 naar de markt gebracht. 70:20:10 staat voor de ratio tussen verschillende manieren van leren: 70% = leren door te werken, 20% = leren in interactie (coaching/feedback), 10% = leren via formele trainingen en cursussen. Ik ben nog steeds erg gecharmeerd van zijn korte en heldere animatie waarin hij zijn gedachtegoed laat zien.
Eigenlijk doet Jennings in de wereld van bedrijfsopleidingen hetzelfde als wij (de Hybride Alliantie en met ons een groeiende groep mensen die dit gedachtegoed delen) in de wereld van beroepsonderwijs: vertellen en laten zien dat het anders kan en anders moet. Jennings begon zijn verhaal met een sheet waarop stond: 70:20:10: It’s not about the numbers!
Ook al lijken de getallen een nauwkeurigheid te suggereren, zo is het niet bedoeld. Het is een richtlijn waarmee leren in organisaties in een bepaalde verhouding plaatsvindt. In feite gaat het om een keten van op elkaar afgestemde leeractiviteiten, die ieder op zichzelf bijdragen aan de gewenste resultaten. Met het gedachtegoed achter de hybride leeromgevingen beogen wij hetzelfde. Niet met getallen, maar met kwadranten en een ruggengraatmodel willen we laten zien dat leren voor een beroep begint in de beroepspraktijk en vervolgens bestaat uit een reeks samenhangende leeractiviteiten die in verschillende contexten en in onderlinge verbinding de lerende steeds verder brengt in zijn of haar beroepsontwikkeling.
Charles Jennings noemde het woord ‘mindshift’ en dat spreekt me aan. ‘Learning is a process not an event. Learning is something we’re doing every day. We humans are learning machines. We can’t help but learn as we live and work.’
In het beroepsonderwijs leiden we jongeren op naar vakmanschap en burgerschap, maar we weten zeker dat de beroepen van vandaag niet hetzelfde zijn als die van morgen of overmorgen, zoals we ook zeker weten dat burgerschap verandert parallel aan de ontwikkeling van onze maatschappij. Juist ook voor het beroepsonderwijs is het dus van belang dat we leren niet als een incident zien, als een bepaalde afgebakende periode in je leven waarin je ‘naar school moet', maar dat we jongeren bewust maken van het feit dat leren meer is dan een klaslokaal-docent-boek. De mindshift waar Jennings op doelt is in het beroepsonderwijs net zo hard nodig als in het bedrijfsleven.
Regelmatig ben ik betrokken bij meetings waarin betrokkenen in en rond het beroepsonderwijs bij elkaar komen. De laatste tijd valt het me op dat twee reacties vaak en veel boventoon voeren. Twee reacties die mij doen concluderen dat de mindshift in het beroepsonderwijs nog behoorlijk wat tijd zal kosten.
Ten eerste de neiging van veel betrokkenen om te schermen met alle veranderingen die het onderwijs de afgelopen jaren heeft moeten ‘ondergaan’. Alle nieuwe visies zijn goed, als we maar niks in het systeem veranderen hoor ik nogal eens verzuchten. Er wordt geroepen dat men moe is, dat de energie wegebt en dat de onrust die ‘de politiek’ steeds weer inbrengt vruchteloos is; dat sommige eisen (bijvoorbeeld aan Nederlands en rekenen) nu eenmaal dwingen om klassikaal traditioneel op te leiden. Natuurlijk zit hier een kern van waarheid in en zie ik ook wel dat de regelgeving verlammend kan werken, omdat er vanuit het beleidskader vaak te weinig rekening gehouden wordt met de dagelijkse werkelijkheid. Maar in zulke uitspraken mis ik de beroepstrots, mis ik een visie op lange termijn, mis ik de drive om ook in je eigen vakgebied mee te bewegen met wat de snel ontwikkelende maatschappij nu eenmaal van ons vraagt.
Een mindshift in denken kan helpen om veel van wat het onderwijs ‘overkomt’ om te zetten naar een constructieve visie op waar het naartoe moet. Mooie voorbeelden laten zien dat het kan, daar kunnen we ons aan vast houden en door laten inspireren. Dat geeft meer energie dan ruimte te geven voor vasthouden aan het bestaande. Met het gedachtegoed van de hybride leeromgevingen proberen wij te laten zien dat je door slimmer te verbinden verder kunt komen dan door meer te polariseren.
De tweede reactie is dat men direct geneigd is om een nieuwe visie of ontwikkeling in een ‘systeem, model of concept’ te zetten. En zodra we dat doen, geeft het ruimte om ‘tegen’ of ‘voor’ te zijn, geeft het gelegenheid om nieuwe gedachten te verwerpen, omdat ze oude gewoontes, bekende grenzen en kaders en herkende routines lijken tegen te spreken en we die nou eenmaal graag blijven beschermen.
Een ‘mindshift’ is echter een verschuiving in je manier van denken, veroorzaakt door het creëren van iets dat ontstaan is uit een balans tussen verworven inzichten en innovatie, wat vervolgens leidt tot een mentaliteitsverandering. Het is vaak geen afwijzing van het oude, het gaat om een andere manier van kijken, waardoor er nieuwe contexten ontstaan. Je hoeft de regelgeving niet altijd aan te passen, maar je kunt het wel creatiever toepassen, zo laten de mooie voorbeelden van de Middelbare Horeca School en de TechniekFabriek ook zien. Creatief toepassen van de regelgeving is geen ontkenning of ontduiking; het gaat om het toepassen vanuit een visie, niet op beroepsonderwijs alleen, maar breder: een visie op leren voor een beroep.
Ik merk dat het gedachtegoed achter de hybride leeromgeving te vaak en te gemakkelijk gezien wordt als een concept, waar je blijkbaar tegen kunt zijn. Maar hoe kan je in het beroepsonderwijs tegen het verbinden van schoolse leerprocessen aan leerprocessen in de beroepspraktijk zijn? Hoe ver zijn we gekomen dat we het intrinsiek hybride karakter van het beroepsonderwijs zijn kwijtgeraakt in onze begripsvorming? Antwoorden op deze vragen helpen niet verder, wel het besef dat we moeten blijven werken aan die mindshift bij allen die betrokken zijn bij het beroepsonderwijs. Dat betekent veel in gesprek met elkaar, veel publiceren, veel voorbeelden gaan ‘maken’ die laten zien dat het anders kan. Volgens mij betekent dat een sterkere visie ontwikkelen voor “Leren voor een beroep’.
Ter afsluiting een voorbeeld van Jay Cross (2007) over de verschillen tussen formeel en informeel leren:
“Formeel leren is te vergelijken met het nemen van de bus. Er is geen invloed op de bestemming anders dan de bus van keuze. Terwijl de fietser de mogelijkheid heeft om onderweg een andere route te kiezen of handige aanpassingen te kiezen.”
Misschien moeten we toch gaan werken aan een goed fietspadenplan…
Erica Aalsma werkt als zelfstandig adviseur aan het ontwerpen en ontwikkelen van innovatieve onderwijsconcepten, onder de naam De Leermeesters. Haar hart gaat uit naar het beroepsonderwijs, in het bijzonder het mbo. Lees hier haar blogsite.
Reacties