Pesten in de klas: ‘Ik realiseer me dat Lara zich van geen kwaad bewust is’
21 november 2015
'Ik leg uit dat het mij niet gaat om schuld, maar wel om verantwoordelijkheid.' Pesten hoeft niet altijd bewust te gebeuren: sommige kinderen begrijpen nog niet zo goed wat het effect van hun gedrag op anderen kan zijn. Maar gelukkig kunnen ze dat wel leren. Schoolbegeleider Natasja de Kroon helpt Marieke, Lara en hun klasgenootjes als er tranen vallen en er een ruzie dreigt te ontstaan. Dat is het moment om de meiden in te laten zien wat er nu eigenlijk gebeurd is.Als de bel voor de pauze gaat zie ik dat Marieke blijft zitten. Met haar gebogen rug lijkt het alsof ze nog hard aan het werk is. Dan hoor ik haar vriendinnen vragen wat er aan de hand is. Ik loop naar haar toe en zie de tranen over haar wangen stromen. Haar vriendinnen vragen haar om mee naar buiten te gaan, maar ze wil niet. Voorzichtig ga ik naast haar zitten. Ik vraag of er misschien iets gebeurd is. Lara vertelt dat het samenwerken niet zo goed ging. Boos kijkt Marieke op. ‘Jij hebt altijd commentaar,’ roept ze. ‘Ik kan het nooit goed doen. Niets is goed. mijn kleren, mijn haar, mijn lach, wat ik doe...’
Na deze uitbarsting is het even stil. Ik zie schrik en verbazing op het gezicht van Lara en haar vriendinnen. En ik realiseer me dat Lara zich van geen kwaad bewust is. En toch ben ik in deze klas omdat er gepest is. Door Lara en haar vriendinnen. Razendsnel weeg ik mijn opties af, wetende dat dit het moment is. Het moment om Lara te laten (in)zien dat haar gedrag door anderen als pesten wordt ervaren, misschien zelfs zonder dat ze het zo bedoelt of het zelfs maar door heeft. Terwijl ik naar haar kijk, zie ik dat ook zij gekwetst is. Na een incident is ze hard gestraft door school. Ze heeft een hele week thuis gezeten zonder dat ze zelf snapte waarom. Haar ouders snapten het ook niet en zijn nog steeds erg boos op school. Ik besluit dat mijn enige kans is om deze meiden te laten zien wat hun gedrag met de ander doet.
Daarom vraag ik ze om er even bij te komen zitten. En vraag ze of ze zien wat ik zie. Hoeveel verdriet Marieke heeft. Hoe gekwetst ze is. Zonder oordeel probeer ik uit te leggen dat er waarschijnlijk iets gezegd of gedaan is waarvan zij misschien dachten dat het een grapje was maar dat het voor Marieke anders voelde. Inmiddels hebben alle meisjes tranen in hun ogen. Ik vraag Marieke of het klopt wat ik zeg. Heftig schudt ze van ja. Dan leg ik uit dat als je gepest hebt, of dat nou expres was of per ongeluk, je de verantwoordelijkheid hebt om het goed te maken. Dat je aan de ander moet vragen wat er nodig is om het goed te maken. Ik leg uit dat het mij niet gaat om schuld, maar wel om verantwoordelijkheid. Terwijl ik dit zeg maak ik heel bewust oogcontact met Lara. En zie dat het kwartje valt. Schoorvoetend vragen de vriendinnen aan Marieke wat er moet gebeuren. Marieke wil eigenlijk alleen dat ze er mee ophouden. Dat willen de meiden graag beloven. Heel voorzichtig breekt er een glimlach door als ze elkaar in de ogen kijken. Ik vraag of ze het fijn vinden om elkaar een knuffel te geven. De spanning is doorbroken. Giechelend vallen ze elkaar in de armen. Als ik vraag of ze nog zin hebben om te spelen weten ze niet hoe snel ze naar buiten moeten rennen. Weer samen, maar nu echt.
Na schooltijd kijk ik samen met de leerkracht terug. Ik merk dat het hem verbaast dat het pesten eigenlijk helemaal niet zo bedoeld was. Dat het aanpakken van pesten niet gaat over het zoeken naar de waarheid, over daders en slachtoffers, maar vaak begint bij het elkaar beter leren kennen. Gevoelens uit durven spreken en oog krijgen voor (het effect van je gedrag op) de ander. En we zijn het er samen over eens dat deze klas hierin nog wel wat te leren heeft. Dat dit niet altijd vanzelf gaat. Dat kinderen onze hulp nodig hebben om deze vaardigheden te leren. Tijdens ons gesprek merk ik dat de leerkracht steeds positiever gaat praten over Lara. Ze is niet meer die nare pestkop, maar een meisje dat hulp nodig heeft. Ook zij probeert het zo goed mogelijk te doen. Maar de manier waarop ze dit doet is (nog) niet altijd even handig. En daarom gaan we haar helpen. Haar en haar klasgenootjes. Zodat ook deze klas een gelukkige klas wordt.
Blij rijd ik naar huis. Wat een Geluksvogel ben ik dat ik dit werk mag doen!
Natasja de Kroon vormt samen met Merlijn Wentzel en Ingrid Nagtzaam de 'Geluksvogels'. Meer over de Geluksvogels lees je hier.
Reacties