Overspannenheid, burnout en overmatige stress... bij kinderen
1 juli 2015
'Heel lang geleden bestond er een aandoening - die in mijn toen veel jongere ogen - alleen bij oude mensen opdook. Men noemde deze aandoening ‘overspannenheid’. Naarmate de jaren vorderden, ontwikkelde overspannenheid zich verder tot 'burn out'. De leeftijd waarop deze aandoening in levens opdook, kelderde in rap tempo. Tegenwoordig staan onze kinderen zelfs op het slachtofferlijstje.' Marlies Bras gaat in dit blog in op overmatige stress bij kinderen.Maar wat is dat nu eigenlijk, een burn out? Een burn out heeft alles te maken met overmatige stress. Om te begrijpen hoe burn out ontstaat, moeten we ons in de wereld van de stress onderdompelen. We zullen de werking van ons lichaam moeten gaan verkennen. Onze hersenen spelen hier een belangrijke rol bij. Onze hersenen worden vaak in drie delen verdeeld.
Het menselijk brein
De bovenste laag van onze hersenen, ons menselijk brein, is het jongste deel.
Het is 100.000 jaar oud. Dat lijkt oud, maar vergeleken met de andere delen is het nog maar een baby. Met dit menselijk brein kunnen wij denken en nieuwe dingen uitvinden. Het zorgt voor onze fantasie en het stelt ons in staat om mee te kunnen leven met andere mensen. Heel handig, zou je denken. Maar als je stress ervaart, neemt een ander deel van onze hersenen het roer over. Dan hebben we niet zoveel aan dit verstandige deel. Helaas!
Het zoogdierenbrein
Onder het menselijk brein bevindt zich ons zoogdierenbrein. Dat is het op één na oudste deel. Het is miljoenen jaren oud. Dit deel zorgt ervoor dat we emoties ervaren, zoals boosheid, blijheid, verdriet, enz. Het zorgt er ook voor dat wij dingen kunnen onthouden en gemotiveerd zijn om iets te doen.
Het reptielenbrein
Als we angst of stress ervaren, neemt ons reptielenbrein de leiding. Ons reptielenbrein is het oudste deel van onze hersenen. Het is miljoenen en miljoenen jaren geleden ontwikkeld. Ons reptielenbrein zorgt ervoor dat we automatisch ademhalen, dat ons hart klopt, dat ons bloed blijft stromen, dat onze temperatuur op peil blijft.
Daarnaast zorgt het ook nog voor iets anders belangrijks. Ons reptielenbrein zorgt ervoor dat we bij gevaar zo snel mogelijk in actie komen. Zodra we stress ervaren komen er in onze hersenen en in ons lichaam allerlei stofjes vrij. Die zorgen ervoor dat ons hart sneller gaat pompen, zodat er meer bloed gaat naar die delen in ons lijf die dat op dat moment hard nodig hebben.
Dit deel van onze hersenen zorgt ervoor dat we onze spieren extra spannen en dat we heel goed op letten op wat er om ons heen gebeurt. Kortom: ons lichaam maakt zich klaar om met het gevaar om te gaan. Het maakt ons klaar om te vechten of te vluchten.
Al die jaren heeft dit deel van onze hersenen ons geholpen op momenten dat we gevaar signaleerden.
Nog steeds helpt het ons in stresssituaties (bijvoorbeeld als er plotseling een auto op ons afkomt). Maar als één ding ons de laatste jaren duidelijk geworden is, is dat ons stresssysteem niet gebouwd is op onze huidige tijd. Wij komen helemaal niet meer zo vaak in levensbedreigende situaties terecht.
Toch wordt ons stresssysteem meer dan ooit geactiveerd. Dat komt omdat wij hebben geleerd hoe wij ons stresssysteem ook kunnen activeren door gedachten en beelden die wij hebben. Een gedachte of beeld dat we associëren met gevaar. Ingebeeld gevaar. Maar het maakt voor onze hersenen niet uit of er een beer voor ons staat of dat wij ons gevaar levendig inbeelden. Ons stresssysteem wordt gewoon geactiveerd.
Wat dan?
Na een stresservaring wil ons lichaam maar één ding: herstellen. Het doet er alles aan om weer tot rust te komen. Maar als de oorzaak van stress niet verdwijnt, blijft ons stresssysteem continue aanstaan. Dat vreet energie. We raken overbelast. Op een gegeven moment begint ons lichaam zich aan te passen. Het past zich aan aan de voortdurende stress. Het kan niet meer terug naar de stand van ontspannenheid. Ons stresssysteem raakt helemaal in de war. Als we niet ingrijpen, stevenen we rechtstreeks af op een burn out.
Is dat niet iets natuurlijks?
Wij hebben dit niet afgekeken van de natuur. De natuur gaat namelijk totaal anders met stress om.
Dieren worden regelmatig blootgesteld aan levensbedreigende situaties. Toch bestaat er in de dierenwereld niet zoiets als burn out. Dieren hebben een vernuftige manier om stress weer los te laten. Ze doen dit via bewegingen in hun lichaam. Zo raakt het lichaam overtollige suikers kwijt en herstelt het lichaam weer.
Tot voor kort kenden kinderen ook nog die kunst van het loslaten. Maar de laatste jaren vindt een verandering plaats. Steeds meer kinderen krijgen te maken voortdurende stress.
Het komt steeds vaker voor dat kinderlichamen niet meer voldoende weten te herstellen van deze stress. Steeds meer kinderen vertonen burn out-verschijnselen. Een zorgelijke ontwikkeling.
Maar niet onomkeerbaar! Het vraagt wel een andere manier van kijken en handelen.
En haast is geboden.
Dit blog is geschreven in aanloop naar een webinar over dit thema. Afgelopen donderdag, 25 juni sprak Marlies Bras met kindercoach Samantha Maranus over burn out bij kinderen en het voorkomen hiervan.
Marlies Bras was tot 2007 leraar in het basisonderwijs in Rotterdam. Nu heeft ze een praktijk voor Integratieve Kindertherapie. Dit is haar website.
Reacties