Over de petitie: 'Autonomie ontstaat. Door samenwerking. Vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid'
20 september 2016
Meer tijd en autonomie voor de leraar. Hartger Wassink verstaat het verlangen van een groeiende groep leraren, maar ziet ook de risico's van een aanpak waarbij leraren zich afzetten tegen - wat dan heet de bestuurslagen in onderwijsland. In zijn opiniestuk - eerder geplaatst op NIVOZ Forum - laat hij zien dat je autonomie ontwikkelt. Dat het een relationeel begrip is dat alleen in samenwerking ontstaat. 'Als alle partijen samen voorleven hoe we verantwoordelijkheid nemen voor goed onderwijs, zullen leerlingen niet alleen profiteren van dat goede onderwijs, maar ook het voorbeeld krijgen hoe je belangentegenstellingen kunt overwinnen.'
Afgelopen zaterdag verscheen in Trouw een oproep van een brede groep leraren, ondersteund door een online petitie op het weblog Onderzoekonderwijs.net. Onder de kop ‘Wat het heeft het onderwijs nu nodig?’ roepen zij op tot meer tijd en autonomie voor leraren.
Dat onder deze oproep een brede groep leraren verenigd is, valt toe te juichen. Eerder dit jaar zorgde het advies van het platform Onderwijs2032 nog voor verdeeldheid. Tegelijkertijd zet deze groep leraren zich in hun oproep af tegen wat zij noemen ‘de bestuurslaag’ van ministerie, inspectie, sectorraden en besturen. Daarmee loopt deze groep leraren het risico een nieuwe verdeeldheid te introduceren. Een blijk hiervan wordt gegeven door een reactie van (bestuurder) Adrie de Groot, gisteren op hetkind.org.
Dat is jammer, want als het onderwijs iets nodig heeft, is het eenheid. Samenwerking is onontbeerlijk, niet alleen tussen leraren, maar met alle betrokkenen: leraren, ouders, leerlingen, en ook bestuurders, inspectie en overheid. Als ‘collectieve autonomie’ zou betekenen dat leraren verder niemand nodig hebben, wordt veronachtzaamd dat autonomie altijd verbonden is met verantwoordelijkheid. Ook de verpleegkundigen van Buurtzorg, die als voorbeeld van autonome professionals worden opgevoerd, hebben te maken met een inspectie, een ministerie, en financiers, aan wie zij verantwoording afleggen.
Een ander verschil is, dat de teams van Buurtzorg georganiseerd zijn rond cliënten, en binnen de teams aan voortdurende uitwisseling wordt gedaan over hoe die cliënten beter geholpen kunnen worden. Op dezelfde manier kan de gewenste eenheid in het onderwijs bereikt worden via het gesprek over, en mét de leerling. Door het gezamenlijke gesprek, tussen leraar en de leden van ‘de bestuurslaag’ te richten op wat we willen bereiken met en voor leerlingen, kun de huidige tegenstellingen overwonnen worden.
Dat vraagt moed, van alle partijen. Van schoolleiders en bestuurders, om hun angst over het niet voldoen aan inspectie-eisen niet ten koste te laten gaan van de sterke verantwoordelijkheid die leraren voelen om het beste te doen voor hun leerlingen. Van inspectie en overheid, om het huidige idée-fixe los te laten, dat alles wat niet meetbaar is, niet bestaat, waarmee ze onrecht doen aan de enorme complexiteit en diversiteit waarin onderwijs plaatsvindt. En uiteindelijk van leraren, om het gesprek met elkaar en hun leerlingen aan te gaan, over hoe ze iedere dag weer hun onderwijs kunnen verbeteren.
Dan zal blijken, dat er nu, binnen het huidige systeem, al heel veel mogelijk is. En wordt ook helder, welke elementen van de huidige structuren knellen, en maar beter aangepast kunnen worden.
Door het initiatief te nemen voor het gesprek, hoeven leraren én leidinggevenden geen autonomie te krijgen, maar ontwikkelen ze die zelf. En als zij samen voorleven hoe ze verantwoordelijkheid nemen voor goed onderwijs, zullen leerlingen niet alleen profiteren van dat goede onderwijs, maar ook het voorbeeld krijgen hoe je belangentegenstellingen kunt overwinnen.
Dit opiniërende artikel is afkomstig van Hartger Wassink en staat ook op het NIVOZ Forum.
Dit opiniërende artikel is afkomstig van Hartger Wassink en staat ook op het NIVOZ Forum.
Reacties