Over de biografie van een deelnemer Pedagogische Tact: 'Rust en er zijn voor leerlingen, daar draait het om'
7 juni 2014
Een nieuw gezelschap docenten sloot een NIVOZ-traject Pedagogische Tact bemoedigd af. Aan de hand van een presentatie vanuit de invalshoek 'Wie ben ik? Wat kan ik betekenen voor de leerling?' schetsten zij de persoonlijke ontwikkeling die ze tijdens het traject doormaakten. Een van hen is blogger Baltus van Laatum. Hij vertelt: 'Mijn aandeel leg ik graag in dit blog vast als een piketpaal in mijn ontwikkeling. En misschien inspireert het collega-docenten; geeft mijn verhaal toegevoegde waarde aan hun professionele ontwikkeling.' Zijn blog.
'Wie ben ik? Wat kan ik betekenen voor de leerling? Op de eerste bijeenkomst van het NIVOZ-traject Pedagogische Tact wordt de vraag gesteld. Wat voor leraar wil je zijn? Waarom ben je die leraar nog niet? Wat weerhoudt je ervan de leraar te zijn die je wilt zijn? Dacht ik antwoorden op die vragen te hebben. Thuis ben ik toch in de war. Doe ik wel de goede dingen? Ben ik niet teveel gericht op de ontwikkeling van de leerling en hoe verhoudt zich dit tot het curriculum?'
'Langzaamaan wordt het duidelijk dat het voor mij gaat om de vragen: Wie ik ben? Hoe kom ik over? En hoe wil ik overkomen? Zou het antwoord op deze drie vragen niet hetzelfde moeten zijn? Ik begin voor mezelf met de vraag ‘wie ben ik?’ De Afdeling Beroepskeuze van het ministerie van sociale zaken doet daar in 1974 onderzoek naar. Ik ben dan 14 jaar en zit dan in de derde klas HAVO. In het advies dat ze uitbrengt staat dat ik aanvankelijk wat gekunsteld over kom. Op den duur komt Baltus beter op dreef en maakt zijn quasi-flinke, nogal eigenwijze houding plaats voor een zekere vrijmoedigheid. Baltus is een gevoelig joch,dat tastend zijn weg gaat, onzeker ten aanzien van zichzelf en zijn omgeving.'
'Was dit de persoon die ik wilde zijn? De afdeling adviseert zeker geen zwaar vakken pakket te kiezen. Dit advies negeer ik en kies natuurkunde met wiskunde. Ik haal na een jaar doubleren en twee jaar fanatiek wedstrijdroeien met vlag en wimpel mijn diploma. Daarna ga ik naar de zeevaartschool en word stuurman op de grote vaart. In 1986 maak ik de overstap naar de wal en kom in een traineeprogramma van de rederij terecht. In 1990 ga ik werken op het Europese hoofdkantoor van een Japanse autofabrikant en reis veel door Europa. Inhoudelijk kan ik goed meekomen, heb een uitdagende baan maar begin me te realiseren dat ik iets mis. Wat is dat wat ik mis ? Ben ik nog steeds die jongen die tastend zijn weg zoekt? Dat zijn dan niet de vragen die ik mijzelf stel. Wel hoor ik van collega’s dat ik buiten kantooruren zo anders ben. Alsof ik twee persoonlijkheden heb. Alsof gevoel en denken gescheiden zijn.'
'In 1997 maak ik de overstap naar de wereld van advies en consultancy en reis voor mijn werkgever naar Renault in Parijs, die me selecteert om mee te gaan naar Brazilië waar Renault een nieuwe fabriek bouwt. Na terugkeer in Nederland blijf ik voor mijn werk reizen tot ik in 2003 de overstap maak naar het onderwijs. De belangrijkste reden is dat ik iets wil inbrengen in het onderwijs dat ik zelf als jochie als een gemis ervoer.'
'Tijdens mijn schoolcarrière en werk was ik vooral gericht op de inhoud en te weinig met de mensen om mij heen. Empathie en het perspectief van de ander innemen, speelden geen rol. En dat wilde ikzelf als mentor en docent juist voor mijn leerlingen gaan doen: een veilige omgeving bieden waar we met elkaar een open en onderzoekende houding aannemen, vooral naar elkaar. Dit doe ik door vooral zelf open te zijn en een onderzoekende houding aan te nemen. Als docent kwam ik er al spoedig achter dat het vooral gaat om het creëren van een pedagogisch leerklimaat. Goede uitleg is daar een onderdeel van.'
'Ondanks dat besef bleef de verbondenheid tussen mij en mijn leerlingen uit. Hoe combineer ik de interesse voor en open houding tegenover leerlingen met het stellen van eisen ten aanzien van gedrag en de leerstof? Een voorbeeld. Enkele weken geleden vraag ik mijn mentorklas, twee havo, met elkaar in gesprek te gaan over hoe we de klas aan het begin van de les stil kunnen krijgen. Die les wordt het helemaal niet meer stil. Na de les ligt een briefje op mijn tafel.
‘Beste meneer van Laatum,
'U wacht ten eerste heel erg lang. En dan wachten wij. En dan gebeurt er niks. Dus gaan we praten. En dan wordt u plots boos en moeten we nablijven. Wilt u dingen ook niet continu herhalen? Want op een gegeven moment verveelt het en willen we niet meer luisteren. Want we hebben het zo vaak gehoord dat je het ZAT wordt. Wilt u ook harder praten?
Doei'
'Mijn eerste reactie is dat ik het fout doe, dat ik het beter moet gaan doen. Wanneer ik het briefje nog een paar maal lees, ontroert het mij. Ik vind het mooi dat deze leerlingen zo duidelijk kunnen aangeven welke reactie ik oproep. De volgende les lees ik het briefje voor in de les en zeg hoe blij ik ermee ben. Ik vraag ze meer brieven te schrijven. Ik ontvang er meer. Over hoe ik meer structuur in de les kan aanbrengen door een planning op het bord te schrijven; meer klassikaal uit moet leggen in plaats van de leerlingen zelf aan het werk te laten gaan. Hoe we groepjes kunnen samenstellen en welke rol ik als docent daarbij moet innemen.
De basis voor een betere relatie met mijn leerlingen is gelegd. We nemen elkaar serieus, lossen problemen en conflicten op, spreken ze uit voor we verder gaan. Ik stel mezelf kwetsbaarder op, neem hun perspectief in en zoek elke les opnieuw de balans tussen loslaten en leiding nemen. En tegelijkertijd in contact blijven met jezelf, je omgeving maar vooral de leerling, Eigenlijk lijkt daar niet zoveel voor nodig: rust en 'er zijn', daar draait het om, dat is voor mij het punt aan de horizon. Ik streef daarnaar, ben er nog niet maar me er wel steeds meer van bewust.'
Baltus van Laatum is docent natuurkunde op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam.
Reacties