'Onze leerlingen zíjn de 21e eeuwse samenleving'
9 juli 2013
Vorige week liep de discussie rondom de Ipadscholen hoog op. De oproep van Joke Hermsen om in plaats van Ipadscholen, Hannah Ahrendt scholen te stichten lokte veel reacties uit. Zij schreef er een uitgebreid opiniërend stuk over. Maurice de Hond reageerde hier weer op: 'De digitale wereld bestaat uit veel meer dimensies voor jongeren dan ouderen kunnen zien of bereid zijn om te zien', was onder andere zijn commentaar. Lees over beide bijdragen hier. Schoolleider Jan Fasen las alle input en formuleerde zijn mening in een artikel dat hij inzond naar het NRC. Zij plaatsten een deel, hieronder het hele stuk dat hij inzond. 'Over zijn en onzin van Ipadscholen.'De discussies over de zin en onzin van iPadscholen vliegen ons om de oren. De nieuwe scholen van Maurice de Hond zijn een dankbare aanleiding.
Het is een discussie die op het eerste oog over de opvoeding van kinderen lijkt te gaan, maar niets is minder waar. Ze gaat over apparaten en wat die met kinderen doen. Ik wil het liever hebben over wat kinderen met die apparaten doen, in het licht van hun eigen ontwikkeling en die van de samenleving.
Volwassenen typeren die samenleving als iets wat nog komen moet, een 21e eeuws vergezicht. Maar die 21e eeuwse samenleving is er al. Onze leerlingen zijn die samenleving. Wij staan er met hen middenin.
Toch blijven we roepen dat we onze leerlingen moeten voorbereiden op de 21e eeuw en vergeten daardoor dat zij het juist zijn die ons die weg kunnen wijzen. We vermoeien onszelf met na te denken over hoe we ze moeten voorbereiden op de (afschuwelijke term) 21st Century Skills. Maar zij leven deze al voor ons voor door de manier waarop ze invulling geven aan en denken over belangrijke waarden, hoe ze betekenisvolle sociale verbanden realiseren, hoe ze onze 20e eeuwse fabels en luchtkastelen over de ideale samenleving moeiteloos omver blazen en hoe ze vrijelijk alles wat los en vast zit met elkaar communiceren en delen.
Ze leven volop hun 21e eeuws leven waarop wij in het onderwijs geen adequaat antwoord hebben. Liever blijven we nadenken over een toekomst die al bestaat en verschaffen ons daarmee een alibi om de wereld zoals we die aantreffen niet te hoeven onderkennen. Het enige wat we vastpakken is die verdraaide technologie. Alles wat met een i begint als stoplap voor daadwerkelijke verandering.
Is het niet juist aan ons, aan het onderwijs, om die wereld te begrijpen en tot decor te maken van de ontwikkeling van kinderen? Ze daarbinnen met wijsheid en tact tegemoet te treden en te erkennen dat de tijd van top down leren echt voorbij is?
Volgens Hanna Ahrendt wordt de mens gekenmerkt door twee principes: nataliteit, het voortbrengen van nieuwe inzichten en gezichtspunten, en pluraliteit, het onderling van elkaar kunnen en mogen verschillen.
Van belang is dan de vraag of de wijze waarop we ons onderwijs in Nederland organiseren voldoende ruimte biedt aan deze nataliteit en pluraliteit voor onze leerlingen?
Ik antwoord hier met een luid nee. Om die reden hebben 10 scholen van De Stichting Onderwijs Midden-Limburg afspraken gemaakt over ‘het persoonlijk maken van het onderwijs’. Op één van die scholen openen we in augustus 2014 onze deuren voor één heterogene groep met daarin leerlingen van VMBO t/m gymnasium. http://bit.ly/11ykIsR
Het is geen school meer, maar een AGORA. Een plein waar de nieuwsgierigheid van kinderen het uitgangspunt is. Gevoed door ervaringen en vragen uit de wereld waarin ze dagelijks leven. Die ervaringen en vragen zijn net zo divers als dat er mensen zijn. ‘100 kinderen, 100 leerroutes’. Persoonlijk leren, maar niet in je eentje, altijd en zoveel mogelijk te midden van en met anderen. Op het plein is iedereen welkom, zolang je bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen en het voeden van hun nieuwsgierigheid. De didactische structuur zorgt ervoor dat leerlingen binnen heldere kaders de vrijheid krijgen die ze op dat moment aankunnen. En de leraar is er belangrijker dan ooit. Hij is niet alleen coach, ook een wijsgeer, onderwijzer, kennisoverdrager, uitdager, maatje, begrenzer, leider, volger en vooral moedig om vertrouwen te hebben in zichzelf en in kinderen. Niks ‘nieuwe leren’. Gewoon ‘leren’ zoals dat past bij de manier waarop de kinderen nu van zich willen ontwikkelen.
In onze AGORA visietekst komt het woord ICT of iPad niet voor. Dat is niet omdat we het niet belangrijk vinden, maar omdat we het vanzelfsprekend vinden dat ICT en de iPad er zijn. Omdat het een niet meer weg te denken gegeven is in de wereld die we aantreffen. Daarmee is het een nutsvoorziening geworden. We voeren toch ook geen tv debatten over de voor- en nadelen van elektriciteit in scholen.
Achter de iPad scholen van Maurice de Hond gaat een visie schuil die veel breder en interessanter is en waar niet meer recht aan wordt gedaan dan het oppervlakkige geklets over iPad’s. Misschien heeft hij dat een beetje over zichzelf afgeroepen door zijn scholen te noemen naar dingen. Dingen waar we geanimeerde en vrijblijvende gesprekken over kunnen voeren, maar zelden tot iets leiden.
Jan Fasen (@jan_fasen) is Voorzitter Centrale Directie Connect College en Projectleider persoonlijk leren Stichting Onderwijs Midden-Limburg.
Reacties