Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz Podium

Onderwijsavond met Daan Roovers: ‘Oefenen voor later door in het nu te zijn’

In de maand juni 2021 sloot filosofe Daan Roovers de reeks NIVOZ onderwijsavonden met het jaarthema ‘De pedagogische opdracht’ af. Zij was tot maart onze Denker de Vaderlands en schreef in 2017 het essay ‘Mensen maken; Opvoeden in een tijd waarin niets meer zeker is’, over een filosofische pedagogiek voor de 21e eeuw. Hier vind je een terugblik, met onder meer een interview vooraf van Eveline Oostdijk en Leone de Voogd.

Op deze terugblik vind je terug:

Wat is volgens jou de urgentie van het thema ‘De pedagogische opdracht’?

‘We leven in een tijd waarin heel veel processen in een systeemwereld terechtkomen, een soort bureaucratie waarin van alles in een Excel sheet gemonitord wordt. Dat is een cultuurkritiek die je in z’n algemeenheid kunt formuleren, maar die voor het onderwijs zeker ook geldt. Terwijl het onderwijs zo’n pedagogische plek is waar het niet gaat om het optimaliseren van onderwijsprocessen. Veel belangrijker is de vraag wat een goede begeleiding van een kind naar de wereld is. Wat is een goede manier van vorming en wat is de rol van de pedagoog?

We lijden in Nederland aan overregulering en als er dan een probleem is, zijn we geneigd een regeling nog beter te finetunen. Terwijl we juist moeten investeren in professioneel vakmanschap en moreel oordeelsvermogen van professionals. Daar gaat pedagogiek volgens mij over. Dat je een professionele houding ontwikkelt waarin je al die verschillende kinderen, talenten, regels, en vakken met elkaar in het reine kunt brengen.

Ik denk dat de coronacrisis ook heeft laten zien dat het onderwijs in essentie maar voor een klein gedeelte uit kennisoverdracht bestaat. Veel kinderen waren met het online onderwijs met een uur of anderhalf wel klaar met hun opdrachten. Dat is niet omdat er op school niets gebeurt, maar omdat er op school iets ánders gebeurt. Als je dat allemaal weghaalt, dat eindeloze praten over waarom is het belangrijk, waarom doen we dit, en waarom is dit de uitzondering en dit de regel, dan kan je wel toe met minder tijd. Maar die hele sociale setting, ook van kinderen onderling, is juist zo belangrijk.’

Vanwaar die titel ‘Oefenen voor later door in het nu te zijn’?
‘Dat komt van het idee van scholing in de filosofie, dat komt van ‘scholè’, vrije ruimte. Het is de tussenwereld tussen de privé wereld en de latere echte wereld. Maar wat betekent dat nou, ook in moreel opzicht? Hoe rust je kinderen toe voor een wereld die er nog niet is? Hoe daag je kinderen uit om op de lange termijn te (blijven) denken en uit vrije wil het goede te doen? Moet je ze alvast laten wennen aan de harde buitenwereld? Of betekent het dat je ze allerlei competenties aan moet leren ‘voor later’? De coronatijd laat juist ook zien dat de school niet alleen maar is om te leren voor later, maar ook om in het nu te zijn.’

Wat is je persoonlijke betrokkenheid bij dit thema?
‘Ik ben eerlijk gezegd pas meer over pedagogiek na gaan denken toen ik zelf kinderen kreeg. Toen ben ik voor het schrijven van een boekje Rousseau gaan herlezen. Ik merk dat de filosofie heel erg de oorsprong van de pedagogiek in zich draagt en heb belangstelling voor vragen als: hoe werkt persoonsvorming? Hoe kun je daar jezelf in ontwikkelen en welke rol speelt de omgeving daarin? Bij de schoolcarrière van mijn kinderen heb ik ook altijd een rol gespeeld op school. Ik zat in de MR, maar ik heb ook tafels geoefend en schaakles gegeven bij de kleuters. Omdat ik het interessant vind om te kijken wat er gebeurt op zo’n school. Het is natuurlijk een soort microkosmos, een omgeving waar je als kind niet zelf voor gekozen hebt en waar je je toch moet zien te handhaven. Met name dat aspect van die tussenwereld heeft me altijd zeer gefascineerd, zowel in theoretisch als praktisch opzicht. Want dat gaat natuurlijk niet vanzelf, dat je in de luiers ligt en op een gegeven moment stemrecht hebt.

De filosofie helpt me ook wel een beetje als ouder. Niet in de zin dat ik nu weet wat ik moet doen, maar het geeft mij meer zelfbewustzijn. Waar haal ik het vandaan, wat is mijn grondslag om iets goed te vinden of niet? Ik vind het zelf prettig om me breder te oriënteren, vragen gesteld te krijgen en in een traditie te staan. Veel mensen vinden het fijn om met hun ouders of grootouders over de opvoeding te praten, maar ik heb dan zo mijn intellectuele gesprekspartners.

Wat ik misschien wel het meest verrassende vond, is dat bijna alle denkers toch tamelijk liberaal waren en mensen vroeger niet zo streng waren als we soms denken. Ouders en opvoeders hebben altijd het beste voorgehad met de jeugd en nagedacht hoe ze binnen de mogelijkheden van hun tijd de opvoeding het beste konden organiseren. Wat het belangrijkste was, rekenen of moraal. Sommige vraagstukken zijn al zo oud als de mensheid. Dat vind ik prettig. Misschien is weten dat ik niet de enige ben die hiermee worstelt wel het belangrijkste, want heel veel praktische antwoorden krijg je van mijn studie niet.’

Wat hoop je met je Onderwijsavond teweeg te brengen?
‘Ik kom dus niet met een A4-tje met praktische tips, voor de hoe-vraag moet je niet bij mij zijn. Eerst maar eens het wat, waarom en waartoe. Mensen kunnen vanuit hun eigen expertise concrete invulling geven aan de vragen en pedagogische spanningen die ik opwerp. Ik hoop dat bezoekers op een nieuwe manier naar hun eigen werkpraktijk kunnen kijken door uit te zoomen. Als je heel erg uitzoomt van een object, wereldbol, land of stad, dan zie je ineens allerlei verbanden en meer betrokkenheid. Ik hoop dat dat gebeurt. Dat mensen hernieuwde betekenis vinden en met een nieuwe blik terugkeren in de praktijk.’

Heb je kijk-, lees-  of luister suggesties?
‘Mijn beste leestip is 'De eerste man’, de autobiografie van Albert Camus. Dat gaat over hoe hij zelf was als jongen op school. Zijn familie had helemaal geen geld en was grotendeels analfabeet, maar Albert was een hele slimme jongen en een van de leraren van zijn lagere school overtuigt zijn familie dat deze jongen beslist moet gaan studeren. Hij draagt het boek aan het eind op aan die leraar, de man die als eerste zag dat die jongen iets in zich had. Daardoor is zijn hele leven veranderd. Anders was die jongen gewoon putjesschepper ofzo geworden in plaats van Nobelprijswinnaar van de literatuur. Dat is wel hét boek als je je als leerkracht afvraagt ‘waar doe ik het allemaal voor?’.

En de tv-serie ‘Klassen’ moet iedereen kijken natuurlijk.‘

Over Daan Roovers

Vanaf maart 2019 vervulde filosoof Daan Roovers twee jaar lang de eretitel Denker des Vaderlands. Ze zette zich in deze periode vooral in voor ‘publiek denken’: hoe kunnen wij gezamenlijk verder komen? Investeren in individuele en collectieve denkkracht is haar voornaamste drijfveer, en het is op dit moment urgenter dan ooit. Ze laat zich inspireren door de ideeën uit de filosofie om de wereld van nu, onze plaats daarin en ons persoonlijk leven beter te begrijpen. Ze doet dat als docent (Universiteit van Amsterdam), als programmamaker en spreker (Rode Hoed, omroep Human), als trainer en als schrijver.

In april 2017 verscheen haar essay Mensen maken; nieuw licht op opvoeden – in die periode verzorgde ze ook al eens een Masterclass bij NIVOZ. In 2019 was er ook een essay 'Liefde voor de wereld' dat ze exclusief voor Het Jonge Kind publiceerde.

Na haar studies filosofie en geneeskunde heeft Daan Roovers zich vrijwel volledig gewijd aan de ontwikkeling van de publieksfilosofie. Tot september 2015 was ze hoofdredacteur van Filosofie Magazine. Vanuit die positie heeft ze vele nieuwe projecten (mede)ontwikkeld, waaronder de Nacht van de Filosofie, Stand-up Philosophy, en de G8 van de Filosofie. Deze journalistieke doorvertaling van de grootste denkers en hun belangrijkste ideeën vormt de basis van de publieksfilosofie, die vrijwel nergens zo succesvol is als in Nederland. Daarnaast doet ze academisch onderzoek naar de ontwikkeling van de publieke opinie.

 

Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief