Onderwijs en het bespreken, bepalen én verleggen van grenzen. In het belang van het kind zelf.
29 juni 2016
Elk mens – en dus ook een kind - heeft grenzen nodig. Maar de vraag is of deze grens in een pedagogische, dialogische verhouding wordt ontdekt en bepaald - of vanuit angst en controle door een overheid of derde partij wordt opgelegd. Bestuursvoorzitter Adrie Groot las het magazine van hetkind – over Grenzen in onderwijs en opvoeding - en liet zich inspireren door het tweegesprek tussen Luc Stevens en Gert Biesta. Over zekerheden en angsten, dan wel het bespreken, bepalen en verleggen van grenzen. In het belang van het kind zelf.
De gemeente Heerhugowaard blijkt hier nu heel anders naar te kijken. In deze samenwerkingsconstructie vervagen de grenzen tussen opvang en onderwijs en deze kan niet worden gehandhaafd door de GGD. Verboden dus!!!
Onderwijs, en zeker de omgeving van het onderwijs, bewaakt angstvallig de eerder ingenomen stellingen: de grenzen die getrokken zijn door overheid en bureaucratie. De angst voor verandering leidt tot het stringent bepalen en zorgvuldig bewaken van grenzen. Wat is jouw verantwoordelijkheid, waar ligt die van mij?
Het kind en zijn behoeften raken in die organisatorische werkelijkheid (en tweedeling) uit beeld. Luc Stevens refereert in een gesprek met Gert Biesta in het magazine ‘Grenzen - in onderwijs en opvoeding’ (uitgave HetKind, mei 2016) aan de Duitse neurobioloog Gerald Huther. Deze ziet grenzen als zekerheden die elk organisme zoekt en nodig heeft. Daarbij maakt hij onderscheid tussen onnatuurlijke grenzen (opvang, onderwijs), die geen rekening houden met de doorgaande ontwikkeling van kinderen (Ze zijn ontstaan en ingericht vanuit economische, beheersmatige motieven), en oriëntaties op waarden en normen. Niet als geboden en verboden, maar als waarden die 'ergens' ook begrenzingen inhouden. Het begrip begrenzingen raakt volgens Gert Biesta aan een existentiële vrijheid, die juist bestaat in het erkennen van grenzen.

Nog even terug naar René, de directeur. Het is toch van de gekke, zegt hij, dat er 25 kleuters in een lokaal onderwijs mogen genieten en - als om 15.30 uur de bel gaat - de gehele ruimte verbouwd moet worden omdat er maar maximaal 15 peuters in een peuter-BSO mogen genieten. Waar zijn we mee bezig?
Biesta geeft aan dat de angstige samenleving leidt tot snelle, uit angst getrokken (organisatorische?) grenzen. Populistische politici bieden daarmee gemakkelijke antwoorden, schijnveiligheden, voor de korte termijn. Ze appelleren aan het verlangen naar eenduidigheid en veiligheid.
Alle professionals, rondom het kind, hebben de verantwoordelijkheid tot verbinden: je durven verhouden tot mogelijkheden en verantwoordelijkheden.
De conclusie van zowel Biesta als Stevens is dat we geen genoegen moeten nemen met gemakkelijke antwoorden. Het is onze verantwoordelijkheid om in verbinding - vanuit onze pedagogische opdracht voor het kind - grenzen te bespreken, te verleggen, maar ook gezamenlijk vast te stellen en te borgen. Een kwestie van zelfbegrenzing, maar niet vanuit angst.
Adrie Groot is voorzitter van het College van Bestuur bij stichting Flore.
Grenzen in onderwijs en opvoeding
Grenzen zijn binnen onderwijs en opvoeding een klassiek thema. Maar waar enerzijds een roep is om meer en hardere grenzen, voelen we anderzijds ook een verlegenheid bij het stellen van die grenzen. Waar komt dat ongemak vandaan en hoe gaan we ermee om? Het vierde magazine van hetkind draagt het thema GRENZEN. Het magazine is te bestellen via deze link.

‘Grenzen’ tref je in vele vormen in dit vierde magazine – andermaal zeer fraai vormgegeven door De Ruimte Ontwerpers – aan. Niet zozeer benaderd als ‘wij moeten meer grenzen stellen’, maar als een ontdekkingsreis langs onze fysieke, morele en maatschappelijke grenzen.
Reacties