Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Ondernemen in de klas: 'Ik besloot de klas honderd gulden te geven'

24 juni 2013

In 1995 stond Marcel van Herpen voor groep 6, 7 en 8 in Boekel. Het onderwerp geld hield de klas erg bezig. Over hoe dat nou werkte: 'geld verdienen'. Tot Marcel de groep een briefje van honderd overhandigde en het ze zelf liet proberen. Twee afspraken: iedereen moet het eens zijn met alle beslissingen en aan het eind wilde Marcel zijn geld terug. Het winkeltjesproject dat ontstond en een paar weken zou duren, liep na twee maanden nog steeds op volle kracht. In de Egoscoop van mei 2013 het verhaal van de mini-ondernemers én een interview met een oud-leerling die - in lijn met het verhaal - zelf ondernemer is geworden. 



Het woord 'project' komt - net als projectiel - van het Latijnse werkwoord proicere, dat 'vooruitwerpen' betekent. En dat is precies wat ik altijd beoogde met projectwerk in mijn klas: bij de start van een project ligt iets van de vorm vast. Een vorm die past bij de aanleiding die je wilt aangrijpen. Maar het vervolg is onvoorspelbaar. Je weet dat iets kán, maar niet hóe. Vaak ontwikkelt een klein zich dan in richtingen die geen leraar of kind had kunnen voorspellen.

Dat ons 'winkeltjesplan'-project niet anderhalve week, maar twee maanden zou lopen. Dat kinderen hun vrije woensdagmiddag aan het bakken zouden slaan, om de productie in hun bakkerij op peil te houden. Dat er regelingen getroffen zouden worden om een collega-winkelier uit zijn faillissement te trekken. Dat er een winkelsuitingstijdenwet zou komen om de rest van de school niet in de weg te lopen. Dat onze school een bedrijf zou worden, waar ouders, opa's en oma's, buren en vrienden niet één keertje uit welwillendheid, maar telkens weer hun portemonnee zouden trekken - dat, dat wist niemand vantevoren.

De investering: 'Wauw, honderd gulden!'

Hoe begon het ook alweer? De kinderen in mijn klas waren ontzettend druk bezig met de waarde van geld, met hun toekomst, met wat hun ouders toch iedere dag deden. Geld verdienen: hoe moest je dat nou doen? Ik besloot de klas honderd gulden te geven. Terwijl ik met een onversneden briefje van honderd voor de groep stond, zei ik: 'Je mag hiermee doen wat je wilt. Je mag er meer geld van proberen te maken en de winst houden. Bedenk dan samen wat je wilt, investeer zo wijs mogelijk. Er zijn twee regels: iedereen moet het met iedere beslissing eens zijn. En aan het eind wil ik mijn honderd gulden terug.'

'Honderd gulden? Wauw!' Iedereen wilde het briefje even vasthouden. Terwijl het briefje rond ging, ontspon zich een gesprek. 'We kunnen op vakantie gaan', opperde iemand. 'Een schoolreisje', zei een ander. 'Maar ja, we moeten het ook terugbetalen', zei een derde. 'Nee, ik bedoel van de winst', zei de tweede weer. In het fantaseren over wat je allemaal met het bedrag zou kunnen, ontstond een verlangen. Een doel. Een bereidheid om iets te doen. Hier kwam de basis voor de ondernemingszin van de groep bovendrijven: werken om er een eindejaarsfeest van te bekostigen.

Lees het hele artikel17.3-Hoeverdienjenougeld
Marcel van Herpen (1967) begeleidt trajecten Pedagogische Tact en Leiderschap van het NIVOZ, is projectleider van het expertisecentrum Duurzaam Opvoeden en Ontwikkelen en van ErvaringsGericht Onderwijs Nederland. Hij geeft lezingen en workshops en begeleidt scholings- en implementatietrajecten.

Het Nederlandse onderwijstijdschrift Egoscoop is voortgekomen uit de Leuvenseonderzoekstraditie van Ervaringsgericht Onderwijs (EGO) en wordt uitgegeven door Onderwijs Maak Je Samen (OMJS).

Ieder kwartaal maakt een gedreven team van leraren en schoolleiders een nieuw themanummer. Voor de lente van 2013 werkten zij aan het onderwerp ‘Ondernemingszin', waaruit deze bijdrage komt. 

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief