Oók in de concertzaal geldt: 'Je kunt niet authentiek zijn, zonder kwetsbaar te zijn'
11 april 2017
Wat is de overeenkomst tussen een klassiek concert en een docententeam? Ze vragen beiden om kwetsbaarheid in het moment. Hartger Wassink legt het verband in aanloop naar de Onderwijsavond van 19 april met theologe Christa Anbeek, die zal gaan over kwetsbaarheid, rouw en levenskunst. Meer informatie over de avond en kaarten.Onlangs was ik bij een klassiek concert in de Bartholomeüskerk in Beek-Ubbergen. Het Collegium Musicum Den Haag voerde ‘Die Kunst der Fuge van J.S. Bach uit. Het was een ingetogen concert, op authentieke instrumenten, zoals een gebogen althobo. Dat ‘authentieke’ deed me denken aan het interview dat we met Christa Anbeek hadden, in voorbeschouwing op de Onderwijsavond die ze op 19 april bij NIVOZ verzorgt. "Je kunt niet authentiek zijn, zonder kwetsbaar te zijn," was het citaat dat we daarboven hadden gezet. Dat gold ook voor dit concert, bedacht ik.
Want een klassiek concert heeft ook een zekere kwetsbaarheid, die nodig is om de authenticiteit van de muziek tot z’n recht te laten komen. Kwetsbaar is natuurlijk de stilte die nodig is om de muziek goed te kunnen horen. En kwetsbaar is de uitvoering van het complexe muziekstuk. Ondanks de uren oefening van de muzikanten die nodig is geweest om op dit niveau te komen, hoor je onmiddellijk de kleine oneffenheden.
Kwetsbaarheid wordt ook van mij als publiek gevraagd. De muziek is tegelijk subtiel en complex, dus ik moet me openstellen voor de ervaring, me concentreren op het luisteren. Dat levert mij op dat ik intenser van de muziek geniet. Er wordt meer van me gevraagd en er kan daardoor meer van me geraakt worden. Maar daar moet ik wel zelf naar op zoek gaan.
In diezelfde week begeleidde ik als adviseur een groep mensen van een school, die uit wilden zoeken wat ze samen hadden als team. Er waren nogal wat verschillen van inzicht, en het was moeilijk die op tafel te leggen. Pas toen de een zich kwetsbaar maakte, en uitsprak hoe hij wilde handelen vanuit zijn kernwaarde, ontstond er een ander contact. Doordat hij liet zien waar hij voor stond, waar anderen hem op konden aanspreken, durfden anderen zich ook meer te uiten. Men kon authentieker zijn.
De uitkomst van het mooie gesprek dat volgde was dat ze meer tijd gingen maken om met elkaar over casussen te praten, de moeilijke gevallen van de leerlingenzorg. Om als het erop aankwam, niet meer lang te hoeven vergaderen. Dan zou iedereen weten wat hij of zij moest doen.
Ik moest denken aan alle uren van oefening van de muzikanten. Die uren konden nu, tijdens de uitvoering, worden teruggehaald met slechts een blik van afstemming tijdens de uitvoering: iedereen wist wat hij of zij moest doen, daar waren geen woorden meer nodig. Die Kunst der Fuge vergt uiteraard veel oefening. De kunst van samen onderwijs maken ook. Daar zijn die gesprekken, over moeilijke casussen, voor nodig.
Het muziekstuk werd uitgevoerd in de oorspronkelijke versie van J.S. Bach zelf, en niet in de bewerkte versie van zijn zoon Carl Philip Emmanuel, die vaker gebruikt wordt. De oorspronkelijke versie lijkt plotseling te eindigen, middenin een maat. Maar zoals de muzikale leider uitlegde in de pauze: dat deed Bach met opzet. Want in het oorspronkelijke handschrift staat er een lemniscaat: het teken van oneindigheid.
De stilte na het open slotakkoord leek ook oneindig te zijn. Toen volgde een klaterend applaus.
(Het YouTube-filmpje is van een ander gezelschap dan wij vanavond zagen)
Hartger Wassink werkt als medewerker van het NIVOZ Forum aan de verbetering van de dialoog tussen onderzoek en praktijk in het onderwijs. Daarnaast helpt hij als zelfstandig adviseur leraren, leidinggevenden en bestuurders bij het voeren van de professionele dialoog in de school.
Reacties