Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Na de scheiding: 'De preken overspoelden hem'

27 november 2016

Hij kijkt met een dubbel gevoel terug op zijn eigen schoolperiode. Het was niet makkelijk om bekend te staan als ‘moeilijk’ geval. De gang kende hij als geen ander. Er werd niet met hem gepraat, er werd tegen hem gesproken. Hij noemt het  ‘preken’. Elke preek voelde als een golf boosheid, frustratie en verwijten. De preken overspoelden hem en zorgden ervoor dat hij zich totaal onbegrepen voelde. Martine Huurman vertelt het trieste én hoopvolle verhaal van een jongen die zich verloren voelde na de scheiding van zijn ouders.

generations-462134_640Tijdens de preken wist hij het zeker: hij ging zelf docent worden. Hij zou het dan anders doen!  En dat is hem gelukt. Verbinding, aandacht en relatie. Sleutelbegrippen voor hem en zijn leerlingen.

Zijn basisschoolperiode was in vergelijking met de middelbare school een eitje geweest. Hij had lol gemaakt, lag goed in de groep en wist precies op tijd te stoppen als er gedonder was.
De scheiding van zijn ouders gooide roet in het eten. Hij weet het nog goed. Ze waren met het gezin op vakantie geweest. Net als alle andere jaren. Een week voordat hij in groep 8 zou starten vroegen zijn ouders aan hem en zijn broertje of ze aan tafel wilden komen zitten.

Zijn moeder onrustig, zijn vader stil. Hij weet niet meer welke smoes ze toen gebruikten, iets van ‘dat het beter was zo’ of ‘dat ze er goed over na hadden gedacht’. Alsof het over het inruilen van een auto ging…
Zijn broertje was gaan huilen, dus bij hield zicht groot. Werd stil. Hij wist echt niet wat hij moest zeggen. Alles leek al gezegd en geregeld te zijn. Toch? Zijn ouders hadden het zijn juf niet verteld. ‘School is school, privé is privé’. Hem maakte het niet uit. Het besluit was al genomen. Of zijn juf het nou wist of niet.

Maar het maakte wel uit. Hij kon zich minder goed concentreren en voelde zich vaak onrustig. Het liefst luisterde hij de hele dag naar harde muziek. De tonen van de muziek duwden zijn nare gedachten uit zijn hoofd. Maar op school mocht dat niet.

Hij werd brutaal en nonchalant genoemd. Een puber. De juf, waar hij graag bij in de klas wilde komen, begreep hem niet. Ze wist niet beter. Ze kon zijn gedrag niet plaatsen.
Hij wilde er niet over praten, want dat gebeurde thuis ook niet.

Waar hij een jaar ervoor nog een mooi schooladvies had, kreeg hij te horen dat hij dik een schoolniveau gezakt was. Zijn ouders waren niet blij. Daar begon het gepreek. En alles dubbelop. Zijn vader zei hem diep teleurgesteld te zijn. Zijn moeder snapte niet hoe hij zijn toekomst zo kon verprutsen. Als hij nou zijn best had gedaan. Maar nee. Hij had maar wat zitten lanterfanten.

Het was niet terecht. Hij voelde zich in de steek gelaten. Opnieuw. Maar zijn ouders zouden het niet begrijpen. Die hadden de draad weer opgepakt. Beiden zogenaamd weer ‘gelukkig’.

Het leek erop dat ze niet meer aan vroeger dachten. De gezelligheid, het geouwehoer, het samenzijn als gezin. Was het dan allemaal niet meer waard geweest? Was hij de enige die heimwee voelde, die verlangde naar hoe het was?

Hij sprak er niet over met zijn broertje. Die kon zo emotioneel worden. Dan kwam er geen fatsoenlijk woord meer uit. Dan liever de schouders eronder.

‘Schouders eronder’. De uitspraak van zijn lieve omaatje. Wat zag hij haar graag. Hij werd regelmatig vriendelijk, doch dringend verzocht de school te verlaten. Zijn oma was dan zijn veilige haven. Daar fietste hij heen. Zij vroeg altijd op dezelfde manier: ‘Flipse, wat heb je deze keer wel of niet uitgespookt?’ Dan vertelde hij dat hij een grote mond had gegeven, zijn toets niet had geleerd of er niet bij was met zijn gedachten. Hij kreeg nooit geel, bij hem was het altijd direct rood en ‘moven’.

Zij begon ook altijd te preken. Alleen haar preken waren anders. Die overspoelden hem met liefde. Ze sprak recht vanuit haar hart. De woorden die ze sprak kan hij niet terughalen, maar het gevoel wel. De warmte en bezorgdheid in haar stem. Het onvoorwaardelijke vertrouwen en de steun vertaald in zinnen die door eenvoud werden ingekleurd. Haar preken gaven hem kracht. Hij gaf haar iedere keer weer een dikke knuffel als ze klaar was.

‘Nou Flipse, glas melk dan maar, of toch een colaatje? En dan verdween ze hoofdschuddend naar de keuken. Iedere keer weer opnieuw. Hij heeft haar niet een keer betrapt op boosheid, irritatie of wantrouwen. Wat hield hij van oma Roos.

Zij maakte dat hij de weg terug vond naar school. Hij deed het voor haar. Zijn moeder heeft vast niet geweten dat hij oma zo vaak bezocht. Ze wist wel meer niet. Ze was veel te druk met haar nieuwe leven. En zijn vader? Die werkte altijd en wilde niets weten van school.

Het werd er niet beter op. School en privé liepen door elkaar heen. Meer dan ooit tevoren. Het werd niet opgemerkt. Behalve door oma Roos. Zij maakte zich zorgen om haar oudste kleinzoon. Ze zag hem worstelen. Met zichzelf, zijn ouders. Met het uiteengevallen gezin. Ze deed haar uiterste best om de jongen op te vangen. Ze overlaadde hem met liefde. Dat had hij nodig. En af en toe een colaatje.

Ze herkende zichzelf in hem. Zij ook was bekend met een groot verlies in haar leven. Ze wist hoe het was om alleen te staan met je verdriet. Als het oog in een orkaan. Omgeven door de oorverdovende stilte van je verdriet. De wereld die in beweging blijft, terwijl je zelf stilstaat. De pijn die in plaats is gekomen voor de liefde die je ooit voelde. Voor dat wat niet meer is.

Hun beider verlies versterkte hun onderlinge verbinding. Ze hadden geen woorden nodig om elkaar te begrijpen. Gewoon lekker samen zijn was genoeg.
Tot ook daar een einde aan kwam.

‘Oma Roos is dood’.  Het appje lichtte op tijdens een les. Hij rende de klas uit naar de wc’s. Daar spuugde hij zijn onmacht en verdriet in golven eruit. Hij begon te huilen en stopte niet. Hoe hij thuiskwam weet hij niet meer.  Hij mocht even afscheid nemen van oma. ‘Raak haar maar niet aan’. Zijn moeder keek er raar bij.  Zelfs dat mocht hij niet zelf bepalen.

Hij wilde zo graag nog een keer alleen met haar zijn. Als hij dan heel hard zijn best deed zou hij haar stem kunnen horen. Haar geur kunnen inademen en haar wang kussen. In gedachten. Terwijl hij bij haar zat. Maar ze vonden het ‘geen goed idee’ en hij werd naar huis gereden.

Nooit eerder heeft hij zich zo afgesneden gevoeld van zichzelf. Van de mensen om hem heen. Van de liefde. De volgende dag ging hij naar school. Stil. In zichzelf gekeerd.
Hij zocht een plekje op de gang en staarde naar buiten. De boom op het plein wiegde zachtjes heen en weer.

Twee docenten liepen door de gang. Ze merkten hem op. Iets aan zijn houding zorgde ervoor dat ze hem met rust lieten. Terwijl ze hem voorbij liepen ontstond een gesprek. 'Dat is toch die jongen waarvan zijn oma is overleden?' ‘ Ja, gelukkig is het zijn oma maar.'

Dit blog is in samenwerking met Arno van Uden geschreven. Het thema verlies heeft beiden verbonden, zoals ze eerder ook al duo-blogs schreven over dat thema. Zie hier en hier. 





Drs. Martine Huurman is leerkracht geweest, locatiedirecteur, intern begeleider en behandelcoördinator in het speciaal onderwijs voor kinderen met (ernstige) gedragsproblemen. Ze werkt nu vanuit haar eigen organisatie Streep.


 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief