Moederschap in bange dagen: ‘Hoe eng denk je dan?', flap ik eruit en zie zelf vreselijke oorlogsbeelden
18 november 2015
De 14-jarige dochter van Beatrice Keunen ligt wakker. Het is begin november, de Parijse aanslagen liggen nog in de toekomst. Toch zijn het bange gedachten die het meisje uit haar slaap houden. Angst voor oorlog. Zorgen over vluchtelingen en gevechten bij de opvang. De grote, harde wereld is haar puberslaapkamer binnengeslopen en Beatrice zoekt een passend antwoord: ‘Hoe te reageren, liefst snel? Of… juist alleen maar luisteren?’23.15 uur. Ik sluip haar kamer binnen. Nog een nachtkus of slaapt ze al? Ze is wakker. Onze veertienjarige jongste dochter. ‘Ik had weer zo’n enge gedachte,’ zegt ze, haar laken strak tegen zich aangetrokken. ‘Over de vluchtelingen. Hoe het met hun gaat. Over die gevechten in de opvang in Nederland. Over oorlog.’
Ik aai over haar hoofd. Duizend gedachten buitelen door het mijne. Hoe te reageren, liefst snel. Of… juist alleen maar luisteren? Zegt ze me, in de stilte die valt, straks misschien nog meer?
‘Ik begrijp het niet’, gaat ze door. ‘Ligt het aan mij, aan mijn leeftijd of aan de wereld dat ik zo eng denk?’ ‘Hoe eng denk je dan?’, flap ik eruit, en zie zelf vreselijke oorlogsbeelden. Wat deed ik haar, haar broer en zus aan door hen geboren te laten worden in een wereld van fysiek en psychisch geweld? Ik kijk haar verliefd aan. ‘Bij elk geluid dat ik hoor, denk ik al aan oorlog’, pakt ze m’n hand vast.
Afgelopen zomer kreeg de angst haar te pakken. De onthoofdingen door IS, daar begon het mee. Het nieuws passeerde Facebook. ‘Kan dat ook bij ons gebeuren?’, knaaide ze toen, op ’n ochtend, haar boterham weg.
'Wie heeft er wat aan dat jij zo denkt! Je hebt er alleen jezelf mee’, zeg ik plots in de donkere slaapkamer. Snoeihard, veel te streng. En ik ga zelfs nog even door: ‘We kunnen die tijd en energie beter besteden aan kleding en knuffels inzamelen. Of geld met cakejes bakken. Echt húlp bieden aan vluchtelingen.’ Het blijft stil.
Ik leg mijn handen op haar hoofd. Zeg: ‘Morgen gaan we hier die enge gedachten uit halen. Ik heb een idee. Jij vertelt waar je bang voor bent, ik stel daarover een vraag. Dan geef jij antwoord. Daarover stel ik dan weer een vraag, en jij geeft weer antwoord. Omdat we er dan zoveel over te weten komen, kunnen we die angst echt een opdonder geven. Daarna gaan we bakken!’
‘Dat hoeft helemaal niet, mama. Lief van je. Maar ik wilde het gewoon even tegen je zeggen. Ik wil weten waarom ik mijn gedachten zo eng maak. Waarom ik ze zo vervorm. Ik ben het nu al een beetje kwijt.’ Ze draait zich om, groeft haar knuffels tegen zich aan.
‘Hmm, oplossingsgerichte moeder ben jij’, poets ik mijn tanden. ‘Tevreden?’, blikt de spiegel terug. Een pleister op de knie, een kus op ‘tand-door-de-lip’ – die fase zijn we samen voorbij, mijn dochter en ik. Ik voel me onmachtig; probeer vertrouwen, liefde, verbondenheid, hoop in te brengen. Kan ik dat voldoende? En is het voor haar genoeg om met goede moed deze huidige wereld te betreden?
23.30 uur. Ze slaapt.
Beatrice Keunen is hoofdredacteur van Balans Magazine en moeder van drie kinderen. Eerder was ze onder andere als redacteur verbonden aan hetkind en docent Nederlands en geschiedenis op een rec-4 school voor kinderen met een autismebeperking. Ze schrijft in opdracht levensverhalen en is freelance journalist. Dit blog werd geschreven een week voor de aanslagen in Parijs op 13 november.
Reacties