Met het verdwijnen van cijfers valt ook de prestatiedruk weg
15 september 2017
Een jaar lang economie geven zonder toetsen en cijfers. Dat is wat Anton Nanninga het afgelopen schooljaar deed. Hij schreef daar al eerder over toen hij net begonnen was. Het schooljaar is nu voorbij, en Anton kijkt terug op het afgelopen jaar, samen met zijn leerlingen. Wat leverde het beide partijen op, wat was er veranderd, wat was fijn en minder fijn? Je leest hier hun ervaringen.Het was al na zo’n anderhalf à twee jaar lesgeven dat het begon te knagen. Ik ging meer en meer zien wat het systeem van toetsen, becijferen, etc. met de leerling doet. Zes weken lang rustig aan doen om vlak voor de toetsweek het boek maar eens open te slaan. Je geen zorgen maken over een ruime onvoldoende, want aan het eind van het jaar zijn er altijd nog de herkansingen. Bij het terugkrijgen van een toets eerst checken of het aantal punten en de cijferberekening wel klopt, vervolgens vergelijken met de buren en de toets doornemen om te onderzoeken of er ergens nog puntjes bij te sprokkelen zijn.
En wat deed het systeem met mijzelf? Ik ging mijn lessen inrichten op de toetsen. Want je wil toch dat het gemiddelde van jouw klas niet al te veel onderdoet voor dat van je collega. En je probeert met je examenklas op het schoolonderzoek toch zo dicht mogelijk op het verwachte gemiddelde examencijfer (6,4 meestal) uit te komen. En je beoordeelt PO’s, waar de meeste leerlingen veel tijd in steken, toch wat strenger dan de leerlingen zouden verdienen, omdat je anders van collega’s te horen krijgt dat ze hun cijfer met dat PO wel heel erg op hebben kunnen halen.
En zo ging mijn focus al snel van de leerling naar het cijfer. Zoals bij rapportvergadering vaak de cijferlijst centraal staat in plaats van het kind. En daar schrok ik van. Maar ik weigerde mijn onderwijs af te schuiven op het systeem. En zo ging ik nadenken over een andere inrichting van mijn onderwijs. Ik probeerde wat uit hier en daar, maar uiteindelijk bleek het allemaal gedoe binnen de marge, het systeem bleef fier overeind. Dus moest ik het rigoureuzer aanpakken. En zo heb ik vorig jaar een klas een jaar lang zonder cijfers les gegeven. Nu het nieuwe jaar net is begonnen een mooi moment om terug én vooruit te kijken.
De grootste verandering zat hem afgelopen jaar voor mij erin dat ik de individuele leerling meer ben gaan zien, écht ben gaan zien. Waar ik me in het jaar ervoor kon verschuilen achter cijfers tijdens een leerlingbespreking (‘hij moet echt harder werken, anders staat hij straks een 5’), moest ik nu echt iets te zeggen hebben over de leerling zelf. Ik werd zo gedwongen beter naar de leerling te kijken, met hem in gesprek te gaan over zijn ontwikkeling en momenten te creëren in de les om die ontwikkeling in kaart te brengen. Dit leidde dus automatisch tot een andere invulling van de lessen.
Het gekke is dat ik door het loslaten van cijfers dingen ben gaan doen die volgens mij doodnormaal zouden moeten zijn voor een docent. Ik wilde namelijk heel duidelijk hebben voor de leerlingen en voor mezelf waar ze stonden, waar ze nog naar toe moesten en hoe ze daar zouden moeten komen. Zo ben ik meer gaan werken vanuit leerdoelen en heb ik meer tijd genomen om elke leerling individuele feedback te geven. De leerling kreeg hierdoor meer autonomie in zijn leerproces. Dit kon omdat hij een beter beeld had van zijn vorderingen en waar hij nog mee aan de slag moest. En dus was het niet langer mijn verantwoordelijkheid om de leerlingen aan het werk te krijgen, maar die van henzelf.
Dat was afgelopen jaar vooral tijdens de lessen zelf te zien, waarin leerlingen gemotiveerd aan de slag gingen met opdrachten, leerdoelen behalen, feedback verwerken, enz. Enkele leerlingen gaven aan minder voor het vak te doen, omdat ze vonden dat het ze minder opleverde. Kwalijk nemen kon ik het ze niet: vanaf klas 1 ligt de focus immers al sterk op cijfers. En als je dan dezelfde dag een toets Engels hebt ga je daar eerst je tijd aan besteden.
Veel leerlingen vonden een belangrijk winstpunt dat met het verdwijnen van cijfers ook de prestatiedruk op het moment van toetsen wegvalt. Cijfers zorgen ervoor dat een leerling móet presteren op een bepaald moment en dat wat er in de weken daarvoor is gebeurd, is op dat moment irrelevant geworden. Zo zien de leerlingen het zelf ook. De weken tussen toetsen gebruiken ze al dan niet om zich voor te bereiden op de toets; dát is het moment waar eigenlijk alles om draait. Door een doorlopende leerlijn te creëren en het al dan niet behalen van doelen niet af te laten hangen van één moment zorgt ervoor dat de focus weggaat van de cijfers en meer op de inhoud komt te liggen. Van eindproduct naar proces. Zo zei een leerling: “zonder cijfers is fijn, dan heb je namelijk niet zo'n prestatiedruk en leer je gewoon wat je interessant vindt en dat maakt een vak leuker”.
En nu, een jaar later, ga ik weer een nieuw jaar in met een nieuwe klas. Weer een jaar zonder cijfers, weer een nieuwe zoektocht waarin ik de ervaringen van afgelopen jaar mee ga nemen. Dit jaar samen met een collega en zonder methode. We gaan in het geven van feedback meer gebruiken van de leerlingen. En behalve cognitieve doelen willen we meer aandacht besteden aan persoonlijke ontwikkeling en samen met de leerlingen reflecteren op zaken als samenwerken, creativiteit en zelfstandigheid.
En zo gaat de zoektocht verder. Een zoektocht waarvan het einde nog niet in zicht is, maar waar de tocht zelf zo mooi en boeiend is dat ik hoop dat we ‘er’ nog niet zijn voorlopig.
Anton Nanninga is leraar Economie op het RSG Pantarijn, en voormalig trainee van Eerst de klas.
Reacties