Met de beste bedoelingen praten we kinderen soms ongewild een gigantische dosis faalangst aan
23 april 2016
Heleen Iordens dacht heel lang dat ze dom was, zoals zoveel anderen dat van zichzelf denken. Gelukkig kwam ze er in haar volwassen leven achter dat haar hardnekkige denken toch nog kon worden veranderd. Nét op tijd ook, om met anderen te delen hoe je wel een goede werk- en leerhouding kan aanleren en je een realistisch zelfbeeld kan krijgen.
Lang heb ik gedacht dat ik dom was.
Mijn grote broer fietste met twee vingers in zijn neus het vwo door, evenals mijn neven die bij ons om de hoek woonde. Ik heb ze nooit hard zien werken. Toen het mijn beurt was om de citotoets in te koppen, bleek ik heel wat minder capabel. Met een score die mijn daglicht niet kon verdragen, werd ik ternauwernood uitgenodigd voor een selectiedag op de middelbare school van mijn keuze. Godzijdank ging de test die ik daar moest maken me beter af en werd ik alsnog geplaatst in de havo/vwo-klas.
Ik was toen al hard op weg richting de conclusie dat ik dom was. Immers: mijn broer haalde wel een goede citoscore, hoefde geen toelatingstest te doen voor zijn middelbare school en werd meteen in de vwo-klas gezet. Eenmaal op de middelbare, spiegelde ik me aan hem. Hij deed niets, dus ik deed ook niets. Het was immers niet stoer om hard te werken.
Het risico was namelijk groot dat je, ondanks hard werken, toch een onvoldoende zou halen. En dat zou pas echt dom zijn. Liever niet hard werken, dan was er in ieder geval een excuus voor die onvoldoendes. Het anticiperen op onvoldoendes werd een aangeleerd ding, je best doen was voor watjes en dommeriken.
En toch bleef er dat gevoel. Het gevoel dat ik dom was. Louter en alleen gebaseerd op die stomme citoscore en het feit dat mijn broer een niveau hoger werd ingeschaald dan ik. Toen ik na de havo ook nog de Pabo ging doen en al mijn studentenvriendinnen rechten, geneeskunde, communicatiewetenschappen en psychologie zag studeren, was mijn conclusie getrokken: ik ben gewoon dom.
Op de pabo deed ik wederom niets ,want ik had nog altijd dezelfde overtuiging: je bent stoer als iets in één keer lukt en je er niets voor hebt hoeven doen. Ik slaagde en vervolgde mijn traject met een master SEN. Hier deed ik wederom hetzelfde trucje en weer werkte het. Maar over mijn intellectuele capaciteiten dacht ik nog altijd hetzelfde.
Inmiddels werk ik als trainer bij Novilo. Voor mijn inwerk traject heb ik eerst een aantal trainingen mogen volgen. Ik zat weer in de collegebanken en zoog de kennis op. De eerste training die ik zag, verklaarde met terugwerkende kracht het gehele bovenstaande verhaal.
'Geef kinderen altijd feedback op inzet en strategie.' Op het moment dat kinderen er geen moeite voor hoeven te doen zich dingen eigen te maken en het hen meestal in één keer lukt, krijgen ze de helaas vaak volgende feedback: 'Wat knap van je, wat ben je toch een slim kind!' De volgende koppeling is dan snel gemaakt: 'Dus als ik iets in één keer kan, ben ik slim' (en als ik iets dus niet in één keer kan ben ik dom...).
Met de beste bedoelingen praten we kinderen soms ongewild een gigantische dosis faalangst aan. Op je talent heb je tot in zeker mate invloed, maar op hoe je je wilt inzetten en op het je eigen maken van verschillende strategieën heb je gelukkig ontzettend veel invloed.
Heleen Iordens is trainer, deugden-yogadocent, kindercoach en moeder. Daarvoor werkte ze als leerkracht, en voor haar blogs put ze uit die jarenlange onderwijservaring.
Reacties