Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Loris Malaguzzi en Reggio Emilia: de honderd talen van het kind

5 juni 2024

In de 'Pedagogische Canon’ vindt u een serie portretten van onderwijswetenschappers en -denkers, uit heden en verleden. Hun werk is van betekenis voor een beter verstaan van goede onderwijspraktijk. Via kernbegrippen, definities en eerder gepubliceerd werk trachten we de essentie te vatten. In deze aflevering de Italiaanse pedagoog Loris Malaguzzi, aanjager van de Reggio Emilio-pedagogiek.

Loris Malaguzzi (Correggio, 1920-1994) haalde in 1946 zijn graad in de Pedagogiek aan de Universiteit van Urbino. Voor zijn afstuderen, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werkte hij op scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs in de regio Reggio Emilia. In die periode vormde zich vooral zijn denken over pedagogiek. In 1951 richtte hij in Reggio Emilia het Centro Medico Psico-Pedagogico op, een centrum voor geneeskunde, pedagogiek en psychologie. Hier konden kinderen met beperkingen of leermoeilijkheden zich ontwikkelen en vanuit verschillende invalshoeken geholpen worden. Vanaf 1963 werd hij, vanwege zijn ruime ervaring en zijn visie, gevraagd mee te denken over de nieuw te openen “preschools” in Reggio Emilia.

De pedagogiek van Reggio Emilia is diepgeworteld in de gemeenschap en de geschiedenis van het dorp, en daardoor vrijwel niet los daarvan te zien. Reggio Emilia, een socialistische enclave in een fascistisch land ten tijde van de Tweede Wereldoorlog, werd in deze oorlog hard getroffen, onder andere door de aanwezigheid van een wapenfabriek aan de rand van het dorp. Na de oorlog was de wens onder de inwoners en het lokale bestuur groot om aan de wederopbouw te beginnen en daarbij vooral aandacht te geven aan kinderen en hun toekomst. De burgemeester van Reggio Emilia en de mensen in de gemeenschap pleitten voor zelf op te richten voorscholen, als tegenhangers van de katholieke staatsscholen in de rest van het land. Met de opbrengsten van de verkoop door burgers van achtergebleven oorlogsrelikwieën werd een nieuwe voorschool gebouwd. Loris Malaguzzi, die daar min of meer per toeval lucht van kreeg, raakte zo betrokken bij de Reggio Emilia-pedagogiek.

Reggio Emilia en de honderd talen
De “Reggio Emilia-pedagogiek” richt zich met name kinderen van voorschoolse en basisschoolleeftijd. De kern van deze pedagogiek is dat kinderen in de eerste jaren van hun leven hun persoonlijkheid ontwikkelen en dat ze behept zijn met wel honderd talen waarmee ze uitdrukking (kunnen) geven aan hun ideeën.

‘Het kind heeft honderd werelden om te ontdekken honderd werelden om uit te vinden honderd werelden om te dromen. Het kind heeft honderd talen (en nog eens honderd honderd honderd) maar de school en de samenleving stelen er negenennegentig.’ – Loris Malaguzzi

Voorbeelden van deze talen zijn liedjes, tekeningen, toneelstukken, kleiwerkjes, etc. Fundamenteel in de visie van Reggio Emilia is het inzicht dat kinderen zelf al alle kwaliteiten in huis hebben om de wereld te ontdekken. Volwassenen zijn er om ze daarbij te ondersteunen, maar leren ook van de kinderen.

Zeven principes
De pedagogiek van Reggio Emilia kent zeven uitgangspunten:

  1. Kinderen zijn in staat hun eigen leerproces te construeren
    Kinderen willen graag leren. Ze staan open voor de wereld, voor nieuwe dingen, en willen de wereld graag begrijpen. Daarom is het van belang om kinderen te zien als actieve deelnemers aan hun eigen leerproces, niet als passieve observanten.
     
  2. De gemeenschap is belangrijk en kinderen leren door samen te werken met deze gemeenschap
    Het leren van kinderen vindt zijn basis in de relaties met anderen: klasgenootjes, ouders, en natuurlijk leerkrachten. Ze vormen zichzelf in de interacties met anderen. Daarom bevordert Reggio Emilia het werken in kleine groepjes boven het individuele werken.
     
  3. Mensen zijn van nature behept met manieren tot communiceren en kinderen moeten aangemoedigd worden zichzelf uit te drukken
    Een van de belangrijkste aspecten van de pedagogiek van Reggio Emilia zijn de “honderd talen” uit de filosofie van Loris Malaguzzi. Het uitgangspunt is dat kinderen van nature goed kunnen communiceren en gestimuleerd moeten worden zich te uiten op welke manier dan ook het beste bij ze past, of dat nu is in drama, tekenen, beeldhouwen, schrijven, voordragen, etc. Er is een grote variëteit aan materialen beschikbaar voor de kinderen om hierbij te helpen.
     
  4. De omgeving is de “derde pedagoog” en moet zowel verrijkend als ondersteunend zijn
    De omgeving moet fungeren als een “pedagoog”, doordat hij verwelkomend, stimulerend en steunend is.
     
  5. Leerkrachten zijn partners, opvoeders en gidsen voor de kinderen. Zij helpen hen  om hun interesses te onderzoeken in projecten
    De belangrijkste taak van de leerkracht is om de kinderen te observeren en naar ze te luisteren. Daarnaast moeten ze onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het kind verder zijn interesses te laten ontdekken. Dat betekent ook dat er geen vaststaande planning vooraf is: de leerkracht laat zich leiden door waar het proces en het kind om vragen.
     
  6. Het leren van een kind moet gedocumenteerd worden
    Het is van groot belang dat de leerkrachten het leerpcoes documenteren en de woorden van kinderen uitschrijven. Er worden foto’s en video’s gemaakt om de kinderen nog beter te leren begrijpen en ook om ouders te laten zien waar hun kind mee bezig is. De documentatie wordt ook gebruikt om samen te evalueren. Alle documentatie samen vormt een portfolio waar het kind met trots naar kan kijken en dat het mee kan nemen naar andere onderwijsinstellingen.
     
  7. De betrokkenheid van ouders is van cruciaal belang
    Ouders kunnen op allerlei manieren bijdragen aan het leerproces van hun kind, maar ze zijn daarbij wel altijd van belang. Zij worden gezien als de ware leraar van het kind en worden samen met de leraren gezien als de ‘tweede pedagoog’.

Drie pedagogen
De pedagogiek van Reggio Emilia spreekt over drie pedagogen in het leven van een kind.
De eerste pedagoog is het kind zelf en de kinderen om hem heen. Kinderen leren van elkaar , bijvoorbeeld door elkaar te helpen of samen oplossingen te bedenken voor problemen of ruzies.
De tweede pedagoog is de volwassene om het kind heen. Dit zijn uiteraard als eerste de ouders, maar bijvoorbeeld ook pedagogisch medewerkers of leraren. Door de kinderen te observeren en leren kennen, kunnen zij helpen bij hun leerproces en ontwikkeling.
De derde pedagoog is de ruimte (en de materialen in die ruimte). De inrichting van een ruimte is van groot belang voor het leren van kinderen. Een prikkelende, veilige en toch uitdagende omgeving helpt ze om de wereld te ontdekken en daarbij hun creativiteit en fantasie in te zetten.

De “pedagogy of listening”
De pedagogiek van Reggio Emilia staat voor een pedagogiek van het luisteren in plaats van voor een pedagogiek van het vertellen. Pedagogiek van het luisteren houdt in dat de volwassene de kinderen volgt, door goed naar hen te kijken en te luisteren. De volwassene observeert het kind en legt vast wat hij ziet of hoort (zie ook uitgangspunt 6 hierboven).

De betekenis van het plein / de piazza
Het binnenplein van een school en het centrale plein van Reggio Emilia spelen een belangrijke rol in deze pedagogiek. Er vinden ontmoetingen plaats, zowel tussen kinderen onderling als tussen de kinderen en de burgers van het dorp. Zoals Natasja de Kroon eerder schreef op onze site: “Het hart van de school is het binnenplein, de piazza. Hier ontmoeten kinderen elkaar en leren ze om samen te leven: “Op het plein vertellen we elkaar dingen, zodat we geen vreemden meer zijn”. Het plein is het symbool van het onderwijs en heeft als belangrijkste functie het bevorderen van solidariteit.  De scholen koesteren de cultuur van de kinderen en zorgen dat deze zichtbaar is. Want de cultuur van kinderen moet altijd openbaar zijn. En dus gaan ze er met de kinderen op uit: naar het centrum van Reggio, om deel uit te maken van die stad. Door te spelen op pleinen en in parken, onderzoeken te doen of in het openbaar te schilderen op een meegebrachte ezel.”

De rol van het atelier
Op elke Reggio-school is daarnaast een belangrijke rol weggelegd voor het atelier. Elke school heeft een eigen atelier, een ruimte met een grote rijkheid aan materialen die geleid wordt door een heuse aan de school verbonden atelierista. Dit is eigenlijk altijd een hoogopgeleide kunstenaar die de kinderen via de materialen en het prikkelen van de fantasie de kans geeft om uitdrukking te geven aan hun honderd talen.

Geraadpleegde links

https://en.wikipedia.org/wiki/Reggio_Emilia_approach

https://thereggioapproach.weebly.com/reggio-philosophy-and-principles.html

https://www.twopeasinapodelc.com.au/key-reggio-emilia-principles/

https://reggioemilia.com.au/what-is-the-reggio-emilia-philosophy/

https://www.villadebuitenkans.nl/2020/03/06/de-drie-pedagogen-de-volwassene-als-begeleider-1/


NB.
NIVOZ heeft niet de illusie met deze canonbijdrage volledig en compleet te zijn. Het is geschreven om de aandacht en interesse te prikkelen bij leraren, schoolleiders en andere geïnteresseerden. Voor sommige zal het gaan om een eerste kennismaking; voor anderen aanleiding zijn om zich verder te verdiepen. We verwijzen daarvoor naar andere bronnen, zoals onder meer naar het boek Grote pedagogen in klein bestek (SWP), de website van Expoo en het erfgoed van de Nederlandse Gedragswetenschappen (ADNG). 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief