‘Kleuters zijn knutselbeestjes, of toch velen van hen in ieder geval’
4 juni 2016
In het Belgische Molenbeek, net ten westen van Brussel, lijkt de rust weer wat wedergekeerd na de vreselijke aanslagen van eerder dit jaar. De kleuters van juf Kris Van Den Broeck hebben de draad in elk geval weer opgepakt en zijn druk bezig met knutselen. Dat is in het lokaal van Kris ook niet zo moeilijk, want daar is alles op ingericht: de hoeken en kasten zijn altijd allemaal open, en er is een enorme knutseltafel waar veel gebruik van wordt gemaakt. De kinderen voelen zich vrij om hun creativiteit te tonen en treffen altijd een dankbaar publiek.In België gaan kinderen vanaf 2,5 naar school. Voordien brengen ze hun tijd vaak door in de crèche of thuis, maar peuters zitten bij ons dus al in een klasje. Een onthaal- of peuterklasje. Op onze school werken we met graadsklassen, wat betekent dat peuters en jonge kleuters - die dit kalenderjaar 4 worden - samen zitten in één groep: een groep kinderen tussen de leeftijd van 2,5 en 4 jaar oud.
Maar we hadden het over ‘knutselbeestjes’ dus. Die kleuters van me. En mijn jonge peuters kijken ernaar en volgen. Ik leg het even uit.
De kasten in onze klas zijn allemaal open. Altijd. De hoeken ook. Altijd. (Tenzij het absoluut niet anders kan wegens zware overmacht.) Er kan dus altijd overal gekozen worden. En één van die hoeken is de knutselkast met grote tafel (die eigenlijk een enorme schraag is en geen gewone kleutertafel – zeeeeeer handig trouwens! Een aanrader!) . Alles wat er nodig is om te knutselen en te frutselen zit in die kast. En ook een beetje in de zeer geheimzinnige berging van Juf waar ze nu en dan iets uit tevoorschijn tovert dat ook nog leuk is en kan dienen om aan iemands’ idee bij te dragen.
Het is een leerproces, natuurlijk, want het gaat wat anders dan thuis meestal, waar kasten eerder dicht zijn en open mogen of niet, en begrijpelijk want ‘thuis’ is niet ‘school’. Op school kunnen wat andere dingen. Zo hoort dat toch? Maar dat wil ook zeggen dat ze het een beetje moeten leren en gewoon worden, die ‘open kasten’ en dat ‘altijd kunnen kiezen’ en ‘alles is eigenlijk mogelijk’ maar ook ‘wat heb je nodig om je plan uit te voeren?’ Dat laatste is de grootste uitdaging: eerst heelwat aangereikt krijgen, om stap voor stap te groeien naar ‘ik kom binnen in de klas, ik heb al een idee, ik zoek mijn materiaal en ik ga aan de slag, en sterker nog: terwijl ik bezig ben, groeit mijn plan en kom ik op nog meer ideeën’. Het is een ongelooflijk intens en geweldig om aan te zien proces dat ik als begenadigde juf elke dag mee mag maken.
De laatste schoolmaand is begonnen, en mijn eerste-kleuterklassertjes gaan totaal los. Ze voelen zich vrij als vogeltjes, van het moment dat ze de drempel van de klas overschrijden. Papa’s en mama’s krijgen nog een vluchtige ‘daag!’ en hun kleuter is intussen al bezig met kijken en zoeken naar wat hij of zij nodig heeft. Zo zaten ze gisteren met z’n tienen rond de grote werktafel, ieder met iets totaal anders bezig, gezellig babbelend, en tegelijkertijd intens geconcentreerd. De ene had een doos nodig, de andere knipte foto’s, nog anderen maakten kronen op allerlei manieren en probeerden welke lijm nu toch het best werkt bij knutselrubber of papier, of zijn nietjes misschien toch makkelijker? Of die grote plakbandrollen? Ze maken slingers met stukjes die ze knippen, grote bladen met tekeningen op en nog meer bladen erbij tot ze een heel boek met een verhaal hebben dat ze nadien enthousiast aan de hele groep gaan voorlezen met ‘Wie komt er kijken naar mijn boek!!!!’ Publiek is er altijd. En dan begint alles weer opnieuw want wie naar de ander is komen kijken, wil ook wel zoiets mee naar huis, maar waar ligt hetzelfde materiaal en kan iemand helpen om een ander op gang te zetten?
Daartussenin, tussen al dat volle ‘geweld’ van die grote bijna tweede-kleuterklassers, zie ik Malak zitten. Ze heeft een potje lijm gevonden, en snippers die anderen hebben laten liggen, en met hoge concentratie zie ik haar de stukjes op en naast elkaar plakken. Af en toe neemt ze een schaar en maakt hier of daar een knipje in, of vindt ze een stift waarmee ze wat kleurt op haar werkje. Ze laat zich door niets of niemand afleiden. Ze voelt zich helemaal veilig tussen al die anderen. En Juf ziet een klein peutertje dat hier volgend jaar als één van de oudsten zal zitten en weet nu al: ‘die zal op haar beurt die nieuwe kleintjes de weg wel wijzen’. Want ze heeft het geleerd van de besten.
Kris Van den Broeck is leerkracht op basisschool Vierwinden in Sint-Jans-Molenbeek. Zij schrijft ook op haar eigen blog.
Reacties