Kantelen en onderwijs dat deugt: 'Met lege handen durven staan en van daaruit handelen naar beste eer en geweten'
9 april 2015
Het leven zelf staat centraal in het onderwijs. Ook al doen we heel vaak net alsof dat niet zo is. Dat is de conclusie van Femmy Wolthuis. Ze voerde eerder duizenden gesprekken met studenten van de Universiteit van Amsterdam én de Hogeschool van Amsterdam in het kader van studie en loopbaan. ‘Het gaat dan over geluk, over zingeving, over bijdragen aan de maatschappij, over de ontwikkeling van de mens. Iets waar het onderwijs – als het goed is – zijn bijdrage aan levert.’ Door bezoekjes aan een boeklancering en een conferentie in Utrecht kwam dit inzicht nog eens dubbel en dwars voorbij.Ik was op 1 april aanwezig bij de lancering van Het Kantelingsalfabet, een boek over verandering met ruim 90 persoonlijke verhalen van auteurs uit verschillende vakgebieden, en bij de congres Onderwijs dat deugt (op 2 april) over normatieve professionalisering en morele vorming in het onderwijs. Een-goede-leraar-zijn, kantelen en kwaliteit van leven hebben alles met elkaar te maken, zo blijkt. De verbindende schakels: midden in het leven staan, zijn met het niet-weten, waarden en deugden en doen.
Complexiteit omarmen en niet weg organiseren
Middenin het leven staan betekent omgaan met complexiteit en het soms niet-weten. Dit komt duidelijk naar voren in de lezing van prof. dr. Cok Bakker, tijdens de congres Onderwijs dat deugt. ‘Zoals het leven ingewikkeld en onvoorspelbaar is, zo is het onderwijsleerproces dat ook.’ Hij schetst hoe de systemen die we ontwikkelen binnen het onderwijs op gespannen voet staan met de complexiteit van de leefwereld. Deze is niet te vangen in een formulier, procedure of protocol.
Neem het systeem van beoordelen. Om ervoor te zorgen dat er een ‘objectief cijfer’ wordt gegeven voor een scriptie wordt gewerkt met een systeem van een 1e en 2e beoordelaar. Maar daarmee ben je er nog niet, want hoe te handelen als zij op een verschillend cijfer uitkomen? Bakker verhaalt in dat geval over een ‘genadezeven’ om te voorkomen dat er een 3e beoordelaar aan te pas zou moeten komen.
Dit illustreert treffend onze neiging om – als zich iets lastigs voordoet in onze dagelijkse praktijk - de systemen uit te bouwen. In plaats van midden in de dagelijkse praktijk te blijven staan, trekken we ons terug uit deze leefwereld en bouwen we procedures en protocollen die ons houvast moeten geven in een wereld waarin zich dingen voordoen waarop wij geen antwoord hebben.
Deze beweging - van leefwereld naar systeemwereld - is zichtbaar gemaakt in het model dat Wouter Hart presenteert in zijn boek Verdraaide Organisaties. Het laat ook zien dat er nog een andere reactie mogelijk. In plaats van het bouwen van een systeem, kunnen we teruggaan naar de bedoeling, naar de essentie. Zoals Bakker het verwoordt: ‘Lukt het ons om te zijn met het ongemak en de complexiteit in de leefwereld (dolor complexitatis) dan is het mogelijk om de complexiteit te omarmen (amor complexitatis).’ Van daaruit kunnen we de beweging maken naar de bedoeling. Dan worden er vragen gesteld als: Wat is hier de essentie? Wat willen we met elkaar bereiken? Welke waarde willen we toevoegen? Van hieruit ontstaan nieuwe antwoorden op een gegeven situatie.
Bovengenoemde vragen zijn ‘trage vragen’. Ze zorgen ervoor dat je bij het niet-weten terecht kunt komen. Daar ligt de uitnodiging om als leraar, lerarenteam en directie met lege handen te durven staan, je te laten verrassen door wat er dan komt en van daaruit te handelen naar beste eer en geweten.
Kantelen en kenteren
De beweging van ‘het systeem uit, naar de bedoeling toe’ zie ik terug in de kantelingsbeweging die gaande is. De uitspraak van Anton Dijkstra (Manager Hospitality Business School at Saxion en deelnemer aan Onderwijs dat deugt) komt op: ‘Systemen (uit)bouwen is een proces van onteigening.’ Kantelen gaat over het weer opeisen van eigenaarschap. Niet de systemen leidend laten zijn, maar in de complexiteit van de dagelijkse praktijk blijven staan. Het is ver-antwoord-elijkheid nemen voor je eigen handelen en zelf weer gaan handelen vanuit wat voor jou van waarde is, in relatie tot de bedoeling van de organisatie.
Kantelen is volgens het Etymologisch woordenboek: omvallen door onevenwicht, op zijn kant zetten, doen omkeren of omslaan (van een schip). Een afgeleid woord is kenteren. De wal keert het schip. Op allerlei gebieden in de maatschappij zijn systemen leidend in plaats van de zinvolle, dagelijkse praktijk. Mensen hebben daar genoeg van. In het Kantelingsalfabet staan verhalen van mensen die vertellen hoe zij zich laten leiden door wat voor hen betekenisvol is. Het is verandering van binnenuit en op weg gaan, zonder te weten wat de uitkomst is. Zo bezien wordt de leraar uitgenodigd een kantelaar te zijn.
Karaktervorming en samenwerking als antwoord op complexiteit
Handelen van binnenuit. Met lege handen durven staan en van daaruit handelen naar beste eer en geweten. Daarmee komt de leraar/docent in relatie tot de leerling centraal te staan. Sterker nog, daarmee komt de leraar als mens centraal te staan. Dr. Wouter Sanderse, lector Beroepsethiek van Leraren aan de Fontys Lerarenopleiding Tilburg, komt tijdens Onderwijs dat deugt tot eenzelfde conclusie vanuit deze gedachtegang:
- Onderwijs is een morele praktijk
- Doel is om leerlingen te laten floreren
- Karakter is ingrediënt van florerend leven
- Leraren hebben taak om leerlingen karakter bij te brengen
- Dat doen ze in eerste instantie door zelf karakter te tonen
- Voor onderwijs dat deugt
Om te komen tot karaktervorming spreekt Sanderse over de waarde van deugden. Hoe dit inderdaad een richtsnoer voor handelen kan zijn, lees ik een paar dagen later in een artikel van het Brabants Dagblad met de kop Deugden voor corporatiedirecteur.
Deugden als richtsnoer voor het handelen, zoiets komt alleen tot stand als collega’s onderling met elkaar uitwisselen over wat hen drijft en waar de school of instelling voor staat. Sanderse wijst erop dat het ook om een professionele aanspreekcultuur vraagt. Hij spreekt over mores-prudentie.
Ik voeg daar tot slot aan toe dat het begint met veiligheid. Om te mogen twijfelen, dingen te mogen doen die achteraf gezien niet zo handig waren. Veiligheid om te kunnen leren, met elkaar. Docenten van docenten èn docenten van leerlingen en ouders.
Het leven zelf staat centraal in het onderwijs.
Femmy Wolthuis is organisatie- en loopbaancoach in het onderwijs en al vijftien jaar loopbaan- en studiebegeleider op de Universiteit van Amsterdam.
Reacties