Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Jullie kunnen best zelf afspraken maken over de bouwhoek’

9 februari 2017

Er is ‘gedoe’ in de bouwhoek. Veel kinderen in de groep van Mascha Groenman houden van bouwen. Ze hebben K’Nex, LEGO en Kapla en een fijne plek om daarmee te spelen en om het te laten staan. Want niets is zo frustrerend als je bouwwerk gelijk weer op te moeten ruimen. Maar dan komt er een nieuw kind in de klas, een kind dat zich niets aantrekt van de onuitgesproken regels in de bouwhoek.

Het ging dit schooljaar prima in de bouwhoek, tot er een nieuw kind in de klas bij kwam. Een lief jochie dat heel graag bouwt en geen Nederlands spreekt. Hij werd vriendelijk begroet door zijn mede-groep drie-ers en mocht meedelen in het bouwplezier. Maar het mannetje pikte de sociale code niet goed op en al snel werd duidelijk dat de andere kinderen dat niet goedkeurden. Hij overtrad de onuitgesproken regels en afspraken en dat leidde dus tot ‘gedoe’.

Gedurende de laatste week werd me duidelijk dat dit kind al meerdere woonplaatsen over de wereld had gehad en dat hij eigenlijk geen Nederlands wilde leren. Hij moest  al nadenken in Spaans, Frans en Engels. De kinderen uit groep 3 zochten de verbinding, maar dit mannetje wilde en kon zich niet verbinden en schopte letterlijk overal tegenaan. Zo ook tegen de bouwsels en afspraken in de bouwhoek. Dat leidde tot verwarring, waardoor de onuitgesproken regels ineens leken te wankelen.

Een aantal dagen gooide ik er eens wat cliché one-liners  tegen aan: ‘Samen spelen!’ ‘Het is niet van jou, maar van ons allemaal!’ maar het hielp uiteraard niets. Toen het gisteren opnieuw mis ging, sprak ik met een van de kinderen af dat we het er vandaag in de kring over zouden hebben.

Ik benoemde wat ik had zien gebeuren, maar dat ík niet in de bouwhoek speel, en dat ík dus niet degene ben die de afspraken moet maken, maar dat zij dat het best zelf konden doen. Er werd geknikt en gedacht en de eerste meldde zich: ‘Er moet een bordje bij: “Niet aankomen!” en dat moet dan ook in het Engels.’ Over mijn vraag wie er dan wel aan mag komen, werd nagedacht. Een ander kind zei: ‘We moeten kaartjes hebben, met onze namen erop. Die kan je er dan bijzetten. Dan weet je wie het gemaakt heeft en dan weet je ook wie er wel aan mag komen.’ Dat voorstel werd enthousiast omarmd. Ik vind: ‘Niet stelen!’ een belangrijke afspraak” roept een jongen rechts van me. Ik probeer een vraag over ‘wat is stelen’ te formuleren, als Tom naast me zegt: ‘Ik denk dat je het gewoon moet vragen als je iets nodig hebt wat iemand anders gebruikt.’ Dat, beaamt heel groep 3, is een uitstekend idee. De laatste vraag schuiven we door naar de volgende keer: ‘Hoe lang mag iets blijven staan?’

Ondertussen heb ik zoveel mogelijk vertaald in het Engels. De regels zijn nu van iedereen voor iedereen. Ik zag en voelde de verbinding en het gezamenlijk belang. Bouwen aan: luisteren en praten, respect en verantwoordelijkheid door autonomie. En dat allemaal in de bouwhoek.

Mascha Groenman is leerkracht op een basisschool in Bergen en moeder van twee kinderen, waarvan de oudste PDD-NOS en dyslexie heeft en de jongste hoog-/meerbegaafd is. Dit is haar eigen blog.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief