'Juf, jullie falen niet. Jullie zijn gewoon anders dan wij. Dat is gewoon zoals het is'
25 mei 2014
Marlies Bras voert een gesprek met een jongen in haar praktijk. Volgens zijn juf kan hij lastig zijn en houdt hij zich niet aan de regels. In plaats van dat het gesprek verder voert naar het hoe en wat van het gedrag, ontspint zich een dialoog over man-vrouw en juf-leerling verschillen. Over wat die verschillen zijn, maar vooral dát die verschillen er mogen zijn. Verschil als uitgangspunt. 'Ik ben niet echt een lieverdje in de klas. Ik hou er wel een beetje van om anderen uit te dagen.'Ik: Ik snap er niets van. Hier zit je als Maurits met-hem-valt-goed-te-praten en wat-een-wijsheid- heeft-die-jongen-in-zich'. Maar als ik de mail van je juf moet geloven ben je daar een verschrikkelijk monster?
M: Echt? Zegt de juf dat?
Ik: Nou, díe exacte woorden gebruikt ze dan niet, maar het beeld dat ze van je schetst liegt er niet om. Laten we het zo zeggen, ze vindt het behoorlijk lastig om met je om te gaan. Ze schrijft dat je continu de regels overtreedt en zij jou steeds straf moet geven.
M: O... Zo. Ik denk dat de juf wel een beetje overdrijft.
Ik: Hoezo?
M: Ik ben niet echt een lieverdje in de klas. Ik hou er wel een beetje van om anderen uit te dagen. En soms ga ik wat te ver en dan word ik er uitgestuurd. Ik hou nu eenmaal van een beetje kattenkwaad om het zo maar te zeggen. Maar dat hoort toch bij het leven?
Ik: Dat vind jij. Maar ik snap je juf best. Het is hartstikke irritant als je een klas vol kinderen les probeert te geven en iemand zit voortdurend kattenkwaad uit te halen.
M: Ja, maar ik doe het niet de hele tijd. Ik werk echt wel als het moet. Ik wil echt niet nablijven, dat vind ik zonde van de tijd. Maar je moet toch wel een beetje lol hebben?
Ik: Dat is wat veel jongens die hier komen zeggen: “Je moet ook een beetje lol hebben en een beetje kattenkwaad uithalen”, maar wat ik me afvraag: “Waarom moet dat dan tijdens de les? Je weet dat de juf dat niet pikt en dat je dan straf krijgt. Ik bedoel. Ik snap dat je lol wilt hebben. Maar het is toch veel handiger om dat in de pauze te doen of als je werk af is.
M: (Lacht). Ja, ik snap het al. Jij bent toch ook juf geweest. Jij bent net zoals mijn juf. Je snapt het gewoon niet, omdat jij niet bent zoals wij. Jij bent net als die brave meiden bij mij in de klas.
Ik: Mmm. Dat klopt wel, vrees ik. Ik was ook zo'n braaf meisje in de klas. Ik deed wat de juf zei en maakte netjes mijn werk. Daarna ging ik dan wat voor mezelf doen en een beetje lol hebben. Alleen haalde ik geen kattenkwaad uit, dat durfde ik niet.
M: Dat vind ik dus suf. Dat is toch geen leven. Ik zou nog liever neervallen dan dat ik zo elke dag op school moet zitten.
Ik: Ik vond dat prettig en mijn vriendinnen ook. Wij maakten ons werk netjes af en gingen dan in een groepje tekenen of zo. We waren daar heel gelukkig mee.
M: (Cynisch): Ja, dat kan ook ja... Dat doen die meiden bij ons in de klas ook. Moeten ze vooral doen. Ik heb daar geen last van. Maar wij vinden dat gewoon niet leuk. Ik hou van een beetje actie met mijn vrienden!
Ik: Maar daar hebben zíj dus wel last van.
M: Ja, en dan stuurt mijn juf me eruit.
Ik: Ja, dat is dan toch logisch.
M: Dat is het ook. Ik snap dat ook best. Maar daar hoef je dan toch niet zo moeilijk over te doen. Stuur me eruit en stop met zeuren. Jullie blijven daar dan maar over doorgaan. En dát snap ik niet!
Ik: Hoe bedoel je?
M: Als ik er uitgegooid wordt, dan is dat zo. Luister, ik vind het heus niet leuk om eruit gegooid te worden. Het is niet mijn bedoeling om expres te ver te gaan. Maar als dat toch gebeurt, dan is dat zo. Dan krijg ik straf. Maar dat hoort erbij. Dan moet ik de volgende keer zorgen dat ik niet te ver gaat. Soms lukt dat en soms niet. Maar de juf doet er zo moeilijk over. Ze blijft er dan maar over doorgaan. Als het gebeurd is, is het gebeurd, daar kan je dan toch niets meer aan veranderen.
Ik: Ja, hallo, dat is typisch een mannenopmerking. “Het is gebeurd en we kunnen er niets meer aan veranderen. Dus hou er maar over op”. Maar ik zou dan iets hebben van: "Hoe kunnen we het anders aanpakken, zodat het volgende keer anders loopt?"
M: Maar dát zegt ze niet. Ze blijft alleen maar zeuren over dat we te ver gegaan zijn. En dat heeft tóch geen zin. Ik snap dat echt niet.
Ik: Ik wel... Ik denk dat ik het wel snap. Ik weet wel hoe ik dat voelde toen ik juf was. Ik faalde keer op keer, naar mijn gevoel. Ik wilde dat alle kinderen het altijd fijn hadden en gelukkig waren. k wilde dat alle kinderen goed met elkaar konden samenleven. Maar dat lukte me niet. Ik wilde dat ze elkaar geen last bezorgden. Dat kreeg ik niet voor elkaar. En dus faalde ik. Daar baalde ik zo van. En dan kwam het zeuren. Het zeuren tegen jullie. Dat is, vrees ik, wat wij vrouwen dan doen.
M: Oh. Dat is ook best rot voor jullie, eigenlijk. (Zucht). Maar dat werkt dus echt niet bij ons, dat gezeur. Echt niet. En weet je? Het is ook niet waar hoor. Wat jullie denken. Jullie falen niet. Jullie zijn gewoon anders dan wij. Dat is gewoon zoals het is.
En dat is gewoon zoals het is.
Marlies Bras, kindertherapeute, schrijft regelmatig verhalen over opvoeding en onderwijs op haar blog
Reacties