'Joh, neem die Ritalin!' roept de moeder, terwijl de tweestrijd over deze medicatie door haar lijf giert
16 april 2015
Het wel/niet aangeven van de diagnose ADD bij inschrijving op een hogeschool; het wel/niet 'promoten' van Ritalin bij je kind. Terwijl Beatrice Keunen er samen met haar zoon over praat, giert de tweestrijd over deze medicatie door haar lijf. Hij (ADD/ ad hoc Ritalingebruiker) worstelt met z'n laatste tentamen. Zij - terwijl ze hem zegt: 'Joh, neem dat ding, daarna ben je van die tentamens af' - overdenkt: 'Het moet voor velen toch mogelijk zijn een opleiding te behalen zonder diagnose, zonder medicatie. Het onderwijs- en beoordelingssysteem aanpassen aan de huidige tijdgeest kan dit verschil maken.' Haar blog , dat opnieuw actueel is na het recente rapport van de Gezondheidsraad.De beroepsvereniging van kinderpsychiaters (NVVP) vraagt aandacht voor het vele gebruik van ADHD-medicijnen bij kinderen. Dat is in de afgelopen tien jaar verviervoudigd voor kinderen tussen de 4 en 18 jaar oud. Vorig jaar ging het om 135.000 kinderen, blijkt uit een rapport van de Gezondheidsraad. Dat is bijna 4,5 procent van het totaal.
-
Het blog van Beatrice
We besloten het vorig jaar niet aan te geven bij zijn inschrijving aan de Hogeschool: ontwikkelingsbeperking ADD. Na doubleren in 4 havo werd bij onze zoon deze diagnose gesteld. De per direct voorgeschreven Ritalin zorgde voor wonderen. ‘Wowww Nans, ik kan me opeens helemaal focussen,’ berichtte hij me per schoolmail, een half uur nadat hij de eerste pil bij het ontbijt had ingenomen. De resultaten waren er naar: vette zevens, soms zelfs achten. Cijfers die tot dan toe sporadisch werden behaald. In 5 havo volgde een pracht-eindexamenlijst. En dat met het innemen van Ritalin enkel tijdens de repetitieweken.
Desondanks besloten we in augustus 2013: ‘Nee, we gaan die ADD niet meer aangeven,’ De studiedecaan van de hogeschool enkele dagen geleden: ‘Jullie redenen destijds?’ Ik: ‘Met een frisse start beginnen. En ehh… we lazen ergens een artikel dat door de plasticiteit van de hersenen jongvolwassenen ook over ADD heen kunnen groeien. Zo’n diagnose dachten we, staat dat wel oké in je studiedossier als je op zoek gaat naar een stageplaats en daarna naar werk?'
Het studiejaar ‘13-‘14 start en onze zoon wordt lid van een studentenvereniging, gaat op kamers, behaalt redelijke resultaten.Nieuwe vriendschappen worden gesloten, feesten gevierd en punten 'variabel' gescoord. Totdat – hij is dan al op zomervakantie – voor het laatste tentamen een dikke onvoldoende wordt behaald. Afscheid van zijn opleiding komt plotsklaps in zicht. Voor de laatste herkansing komt de zoon terug van zijn vakantie op een schiereiland. Om drie omvangrijke Engelstalige boeken binnen nog geen week in zijn hoofd te ‘stampen’. Nog voornamer: te bevatten. En dat, zo blijkt al spoedig voor zijn ouders, met een behoorlijke portie ADD in het achter- en voorhoofd. Hoe verlopen die dagen?
De druk staat op de ketel als de jongen terugkomt van zijn vakantie-adres: diepbruin, geschoren kapsel, zielsgelukkig vertellend over alles wat hij er meemaakt. Beeldend vertelt hij over z’n maten, over de zeilinstructeursopleiding die hij volgt; over de zilte lucht, over de zee ‘zijn vriend’. We horen het verrukt aan en vinden het prima om, op zijn verzoek, met hem aan de slag te gaan. Want de universiteitsbieb blijkt opeens in het weekend gesloten.
Na enkele studiedagen ben ik ontroerd door hetgeen ik meemaak: ik aanschouw een zoon van bijna twintig die zich volstrekt niet kan concentreren, die geen Ritalin wil omdat hij er een innerlijk vlak en rotgevoel door krijgt, die zijn studie - net op dit moment - op eigen kracht wil behalen. Traag verlopen de uren; verloopt het omslaan van bladzijde, bladzijde en nog eens een bladzijde. Grafieken en afbeeldingen, ze worden zuchtend bestudeerd. In langzaam tempo laten we hoofdstuk na hoofdstuk achter ons.
Wat helpt, denk ik? Wat werkt bij hem? Een beloning? Ik: ‘We betalen je maandrekening voor eten en drank?’ Hij: ‘Hoeft niet hoor Nans. Maar lief van je.’ Deze studeertip? Ik: ‘Twintig minuten concentreren – dan een kwartier rust.’ Hij, na een half uur (!): ‘Nog heel even piano spelen.’ Ah, misschien werkt dit: auditief de stof opnemen? Ik lees voor. Hij maakt aantekeningen. Zegt dan met lachende ogen: ‘Nans, kijk dit ben jij als je ’s morgens koffie wil.'
Enfin, het schiet niet op. De uren voor het hertentamen zijn inmiddels af te tellen. In gedachten denk ik opeens aan Luc Stevens, aan de basisbehoeften competentie, autonomie & relatie. Overdenk: ‘Relaties staan bij zoon op de rit; autonomie gaat steeds beter. Die competentie… laat gaan, die komt vast wel. Niet alles hoeft tegelijk te ontwikkelen…’ En ik zeg hem: ‘Ik zie dat je worstelt terwijl je het belang van dit tentamen zo goed in ziet. Misschien is het beter het hierbij te laten. Ga terug naar je vrienden, naar de zon en de zee. Daarna zien we wel weer verder. Ik meen het oprecht. Pak je spullen, ik breng je naar het station.'
Hij: ‘Nee, Nans, dat doe ik niet. Ik wil dit tentamen halen. Ik wil op deze hogeschool blijven. Ik ben deze studie steeds leuker, top! gaan vinden. En als ik die vijf punten niet haal, moet ik er weg. Terwijl dit is wat ik wil.'
Het maakt de druk nóg groter. In gedachten drink ik opeens een kopje sterke koffie met Jet Bussemakers, de verantwoordelijk minister voor dit, noem het misschien iets te krachtig, ontkoppelingsbeleid. Waarom mag je als student je eerste jaar niet doubleren, zeker als je supergemotiveerd bent?
We bekijken vervolgens de campagne-film die hij kortgeleden moest maken voor een anti-rookreclame. Een 8,6 pronkt hiervoor op zijn cijferlijst. We slaan bemoedigd de boeken weer open, ploeteren verder. Ik lees voor. Hij tekent Mintzberg... 'Joh, neem dat ding, neem die pil, daarna ben je er vanaf en dobber je weer heerlijk op zee,' zeg ik hem. De tweestrijd over de medicatie giert door mijn lijf. Doe ik het goede, ook in de ogen van hem? De volgende dagen, in de bieb, neemt hij het middel. Met zoveel tegenzin. En het werkt: vanuit een doelgerichte focus, die hem door de medicatie overkomt en zijn gedachten ondersteunt, worden hoofdstukken doorlopen, samenvattingen gemaakt, wordt kennis opgedaan.
Het tentamen is gemaakt, de uitslag wachten we af. De Ritalin blijft aan me knagen. Het moet voor velen toch mogelijk zijn een opleiding te behalen zonder medicatie? Daarvoor zou de opleiding dan wel inhoudelijk moeten worden veranderd. En het beoordelingssysteem ook. Dat zou het verschil kunnen maken. Zoon staat nota bene een zeven gemiddeld. Echter, voor cijfers boven de 5,5 krijg je vijf punten; voor cijfers onder de 5,5 krijg je geen punten. Een systeem, waardoor het compenseren van lage met hoge cijfers onmogelijk is.
Omdat economisch denken er in onderwijs en zorg zo toe doen, vraag ik me dan ook af: 'Is het financieel niet voordeliger voor de politiek te investeren in het aanpassen van het onderwijsbestel aan de huidige tijdgeest? In plaats van geld te pompen in de GGZ-kosten voor het stellen van diagnoses bij, en het boosten van de farmaceutische industrie via een grote groep leerlingen en studenten, die nu eenmaal méns zijn en geen machines (willen worden). Natuurlijk, de uitzonderingen daargelaten.
Beatrice Keunen is moeder van drie kinderen (19, 17 en 13) en hoofdredacteur bij Balans Magazine Ze schrijft in opdracht levensverhalen en is freelance-journalist. Voor meer informatie zie www.beatricekeunen.nl.
Reacties