Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Je kunt ontwikkelingsprocessen in kaart brengen, bewaken, stimuleren, maar niet forceren'

16 september 2014

Onze staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wil dat ‘ieder kind in staat wordt gesteld het beste uit zichzelf te halen.’ Toch wordt er in de stukken van Sander Dekker op de site van de rijksoverheid weinig over het kind geschreven. Zijn speerpunten gaan over excellente schoolresultaten, hoge scores op kernvakken en maximale prestaties. Lianne de Ree – docente op het Connect College en op 22 september deelnemer aan het debat in De Rode Hoed  - maakt zich zorgen. ‘Je kunt dit ontwikkelingsproces in kaart brengen, bewaken, stimuleren, maar niet forceren.’

excellentAls je sommige citaten van onze staatssecretaris moet geloven lijkt het alsof de Nederlandse docent niet alleen klaagt over het motivatieprobleem van leerlingen, maar dat de docent daarnaast ook zelf niet de motivatie kan opbrengen om leerlingen onderwijs op niveau te bieden. Het excellente onderwijs moet dus van bovenaf gestimuleerd worden. Volgens Sander Dekker hebben ‘ook onze toptalenten recht op uitdagend onderwijs.’ Iets wat nu niet het geval blijkt te zijn. Dit hoopt Dekker onder andere te bereiken door het predicaat ‘excellente school’ aan scholen toe te kennen. Excellente scholen zijn scholen die over de volle breedte goede resultaten halen, zowel op de kernvakken als daarbuiten.

Goede resultaten moeten aangemoedigd en beloond worden. Net zoals leerlingen met goede resultaten beloond worden met een vwo-diploma, krijgen docenten en schoolleiders met uitmuntende resultaten ook een beloning in de vorm van het predicaat ‘excellente school’. Extrinsieke motivatie is namelijk belangrijk. Een mens gaat namelijk pas echt successen behalen als dit beloond wordt met een papiertje.

De docent van tegenwoordig heeft dit predicaat nodig. De beloning van het stralende gezicht van een dolblije puber omdat hij, ondanks zijn zware vorm van dyslexie, na vijf jaar hard werken toch dat benodigde (totaal niet-excellerende) zesje op het kernvak Engels heeft gehaald is niet genoeg. Hier gaat een docent niet harder van werken. Ook niet van de overwinning van het meisje geplaagd door depressies en angsten dat – na veel inzet van hulpverleners én docenten- zich eindelijk weer in staat voelt om naar school te gaan. Deze overwinning staat niet op haar diploma, dus laat een docent koud. Zelfs het succes van die hoogbegaafde leerling die hoge cijfers haalde, maar verdronk in eenzaamheid en nu dankzij de nodige begeleiding van docenten vrienden durft te maken, is niet genoeg motivatie. Dit succes ziet de docent niet terug in zijn slagingspercentage. De negen die deze leerling straks op z’n examen haalt wel, dus we hebben gelukkig niet voor niets gewerkt.

Godzijdank denkt men in de praktijk niet zo.

Deze voorbeelden zijn vaak juist de zaken die zorgen voor extra motivatie in een docentenhart. Een docent werkt voor zijn leerling, niet voor een excellent resultaat, wat dat ook moge betekenen. Het is ontzettend fijn als je leerling het doel heeft om hoge cijfers te scoren en een goede docent zal ook altijd al zijn kennis en kunde uit de kast halen om de leerling hierin te begeleiden en te motiveren. Maar in een kinderleven – en nu ga ik vloeken in de kerk, excuus staatssecretaris Dekker- zijn er naast schoolprestaties nog heel veel andere prestaties die geleverd moeten worden. Een kind moet vaak vele stappen nemen op allerlei verschillende gebieden voordat het tot ‘persoonlijke excellentie’ kan komen. In zijn eigen tijd, op zijn eigen niveau. Je kunt dit ontwikkelingsproces in kaart brengen, bewaken, stimuleren, maar niet forceren.

‘Het beste uit een kind halen’ is niet altijd ‘het beste voor een kind’.Want zelfs (of misschien juist) bij erg intelligente kinderen is de nadruk op cognitieve prestaties niet altijd wat ze nodig hebben om als mens verder te komen.

Dat een docent zijn leerlingen moet enthousiasmeren en uitdagen voor zijn vak lijkt me net zo evident als dat een bakker brood moet bakken. Dat deze uitdaging gepaard moet gaan met het streven naar excellentie, uitgedrukt in hoge cijfers en een grote prestatiedrang geeft mijn geliefde vak van docent een zweem van oppervlakkigheid. Daarnaast lijkt dit streven het begin te zijn van een ontwikkeling die uiteindelijk eerder in een onderwijsverarming kan resulteren, in plaats van in de beoogde onderwijsverbetering.

Lianne de Ree is docente Engels op het Connect College in Echt. Haar blogs verschijnen ook op haar eigen website, Lianne schrijft.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief