Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Is het wel gewenst als ik tijd stop in zaken waarbij ik de relatie met het kind, leren en onderwijzen, totaal niet zichtbaar heb?’

17 november 2014

De tijd is soms rijp om eens - alleen of samen met anderen -  kritisch te kijken naar het vele moeten. Adrie Groot wil als bestuursvoorzitter bij stichting Flore daarin voorop gaan. Hij stelt zichzelf en zijn mensen één belangrijke vraag. Ten einde het goede te doen, op het juiste moment, óók in de ogen van de leerling. ‘Is het wel gewenst als ik tijd stop in zaken waarbij ik de relatie met het kind, het perspectief op leren en onderwijzen, totaal niet zichtbaar heb?’

posterWoensdagmorgen 7.45 uur. Ik open mijn mailbox en vind diverse mailtjes van één van mijn schooldirecteuren. Ze wil sparren over het Schoolontwikkelingsplan en het Schooljaarverslag. En ze geeft aan in een gevecht(je) te zitten. Op deze school is men enorm bezig met leergemeenschappen en ontwikkelgroepen. Energie, dynamiek, eigenaarschap, Rijnlands organiseren. Het spat er vanaf. ‘Het stroomt in alle lagen,’ zegt ze.

Het doet wat met leerkrachten en directeuren als je ze de ruimte geeft om, vanuit eigen passie en deskundigheid, zaken op te pakken die ze zelf belangrijk vinden. In de dagelijkse praktijk wordt de leerkracht elke dag geconfronteerd met situaties die vragen om een andere aanpak. En natuurlijk is deelname aan een inspirerende leergemeenschap hartstikke leuk. Maar je hebt toch ook te maken met het vele ‘moeten’ in het onderwijs? Dan lijkt er plots zeer weinig ruimte over te blijven voor andere ontwikkelingen.

Elke leerkracht, directeur, medewerker van het servicekantoor, maar ook de Algemene Directie en het College van Bestuur worstelt met die vraag. Wat moet en wat zou ik graag willen? Het is geen kwestie van kiezen, maar wel een zoektocht naar een nieuw evenwicht. Een zoektocht naar ‘ont-moeten’.

De tijd is rijp om eens alleen, of samen met anderen, kritisch te kijken naar het vele moeten. Misschien helpt het om dat te doen vanuit het perspectief van het kind. Vanuit het perspectief van leren en onderwijzen. Is het wel noodzakelijk of gewenst als ik tijd stop in zaken waarbij ik de relatie met het kind, leren en onderwijzen, totaal niet zichtbaar heb?

Naast de interne werkzaamheden heb ik een bijeenkomst bijgewoond van de PO-Raad en het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Vorige maand zag ik een boeiende presentatie van BC Broekhin uit Roermond, dat liet zien op welke wijze zij - via het project MEGAband - docenten en leerlingen van HAVO4 in hun kracht zetten. Het vertrekpunt was de deskundigheid van de docent en het organiseren van een lessencyclus vanuit dit gegeven. Een prachtig project dat met vallen en opstaan verder vorm krijgt.

Een opvallende conclusie vanuit de groep was dat er wel veel geëxperimenteerd wordt in het onderwijs in Nederland, maar dat die experimenten zelden leiden tot structurele aanpassingen in het onderwijs. We blijken goed te zijn in het organiseren van leergemeenschappen, maar leidt dit ook tot leren? Leveren deze leergemeenschappen een echte bijdrage aan beter leren, aan beter onderwijs?

Als ik zie wat er allemaal gebeurt en welke dynamiek er ontstaat via allerlei platformen, ook voor de onderwijskwaliteit, heb ik daar alle vertrouwen in.
Laatst nam ik met Peter Roemer, voorzitter van de Raad van Toezicht, de agenda voor de volgende door. Geïnspireerd door de rondrit langs enkele Flore-scholen die had plaatsgevonden, vond hij de agenda veel te ambtelijk. Hij daagde me uit om de agenda en onderwerpen passend op te pakken binnen onze nieuwe professionele cultuur. En terloops gaf hij aan dat het reguliere beoordelingsgesprek van mij met de Raad van Toezicht ook wel in een ander, meer passend jasje gegoten mag worden.

Ik sluit daarom af, als voetballiefhebber en AZ-fan, met een citaat van AZ-middenvelder Nemanja Gudelj.


‘In het veld moet je als speler vrij kunnen voetballen. Je moet kunnen doen wat je op dat moment het beste vindt. Niet teveel nadenken. Dat lukte ons de afgelopen periode nooit. We dachten te vaak 'vindt de trainer het goed als ik nu inzak of diepga?'. Zo'n gevoel moet je niet hebben. Dat is ook een kwestie van vertrouwen en lef. Durven beslissingen te nemen. Durven iets anders te doen dan op papier staat. Niet bang zijn of de trainer het goed vindt’



Adrie Groot is bestuursvoorzitter bij stichting Flore in Heerhugowaard, waartoe 30 basisscholen en 7600 leerlingen behoren.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief