'Ik wil als docent geen enkel kind tekort doen. Ook niet op de schoolgang'
5 september 2014
Lopend naar haar lokaal observeert Xandra van Hooff het gedrag van leerlingen in de wandelgangen en bij de klassendeuren. Het onderlinge fysieke en verbale 'geweld' valt haar op. Waar haar collega's deze agressie als rumoer wegwuiven, heeft zij er juist grote moeite mee. 'Ik wil niet iemand zijn die alleen de excessen aanpakt in klier- en pestgedrag.' Haar blog.Terwijl ik de trap oploop, stuiven er een stuk of zes leerlingen uit elkaar. Nog net zie ik hoe er één een zwiep met zijn schooltas geeft richting de benen van zijn klasgenoot. Eenmaal de hoek om zie ik in de gang ruim 25 tieners voor de deur van hun lokaal. Ik loop er langs. Mijn lokaal is wat verderop en ondertussen hoor ik twee meiden elkaar uitmaken voor 'trut' en 'egoïst', en zie ik vier jongens die over en weer lopen te trekken en te duwen. Ik passeer de volgende klassendeur. Ook hier staan tieners die elkaar de ruimte uitvechten. Ik word bijna pootje gelapt omdat ik niet oplet op een jongen die net voor me wegduikt. Bij mijn lokaal aangekomen, baan ik een pad naar de deur om deze te openen.
De afspraak is dat leerlingen het lokaal niet in mogen zonder toezicht, omdat ze zich anders niet kunnen gedragen. Als ik zo rondkijk op de gang, en tegelijkertijd voel hoe een leerling door een ander tegen me wordt aangeduwd, dan snap ik dat wel. Ik kijk voorbij de leerling die ik net opvang en zie een stel ogen me verontschuldigend aankijken. 'Sorry juf, ik wilde hém duwen, niet jou.' Langzaam loop ik naar binnen en blijf in de deuropening staan. Alle leerlingen geef ik even aandacht. Een blik, 'n knikje, een hand. En een kort gesprek met de leerling die de andere uitmaakte voor eikel. Ook een woord voor degene die net deed alsof hij z'n kauwgom in het haar van het meisje voor hem wilde gaan wrijven. Dát vind ik geen grapjes. Óók niet voor 'de nep'.
Het raakt me. Dit gedrag 'doet' iets met me. In de docentenkamer spreek ik er over met mijn collega's en ze herkennen het gedrag in groten getale. Maar ik hoor hen ook zeggen: 'Joh, doe niet zo moeilijk, dit is gewoon tienergedrag.' In tegenstelling tot wat ik hoop te horen, doen veel collega's het af met 'Normaal'. Hoor ik 'Ach, maak je niet zo druk' en zelfs: 'Er gebeurt toch niets ergs?' Ik voel dat ze me een beter gevoel willen geven over deze situatie maar ik voel me er alleen maar slechter door.
Met een kop koffie loop ik opnieuw de gangen door. Ik heb behoefte aan stilte zodat ik mijn gevoelens en gedachten weer in lijn kan brengen. Ik bedenk me dat we veel van wat we zien gebeuren als 'normaal' ervaren. Maar niet alles wat vaak voorkomt is daardoor per definitie ook goed. Ik wil niet iemand zijn die alleen de excessen aanpakt in klier- en pestgedrag. Ik kan niet bepalen voor een ander wanneer deze iets nog leuk of niet leuk vindt. Ik kan alleen voor mezelf bepalen dat ik geen enkel kind tekort wil doen. Óók niet doordat ik weg heb gekeken in een 'normale' situatie, die helemaal niet leuk bleek te zijn. Hoe ik omga met wat ik zie, is mijn eigen keuze. De eerstvolgende keer in mijn klas bespreek ik het thema, overdenk ik.
Een paar uur later. We bespreken de grens tussen klieren en pesten en hoe moeilijk het is, voor mij als docent, om het verschil er tussen te zien. Achterin de klas zit Gino, een beetje onderuit gezakt op zijn stoel. Hij steekt langzaam zijn vinger op. Zegt: 'Juf, weet je wat het is? Als we bij jou in de klas zijn dan snappen we dat wel, en we voelen dat jij het meent. Dus willen we er best rekening mee houden en ons wat respectvoller gedragen. Maar als ik eerlijk ben dan houdt dat gedrag op als we de gang op gaan. Want de rest van jouw collega's juf, die vindt het wel normaal dat we ons zo gedragen. Niks ten nadele van jou hoor, maar ik denk niet dat het iets uithaalt...' En daarmee laat hij mij verbouwereerd achter. Ik heb geen antwoord op zijn stelling, geen ingang bij mijn collega's en geen mogelijkheid iets in school te veranderen.
Verandering en innovatie op grote schaal beginnen bij het willen zien van een verbetering. Maar ik ben blij dat ik dit anders zie, en in kleine kring mijn eigen gedrag daarop kan aanpassen en daarmee voor mijn leerlingen een veilige plek kan creëren. Ook al verander ik dan geen hele school, hopelijk doe ik het bij de kleine kring waarmee ik me in het klaslokaal bevind. Om zo het veilige plekje te creëren, een plek waarvan ik vind dat elke leerling er recht op heeft.
De kracht van Xandra van Hooff ligt in het leggen van verbanden tussen mensen, relaties en systemen. Op haar website www.xandravanhooff.nl staat meer te lezen.
Reacties