Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

'Ik geloof niet zo in ''tegen pesten'' zijn: ik geloof meer in vóór zijn'

22 september 2015

Pesten is slecht!  Je mag het niet doen! Als je het toch doet, ben jij ook slecht!'  Volgens Marieke Zwinkels is dit een simplistische kijk op pestgedrag en leidt dit 'in wezen' nergens naar. Immers: 'Wanneer pesten slecht is, is het ook moeilijk er over te praten.'  Zwinkels pleit voor een duurzame aanpak. 'Investeren in een emotionele band en innerlijk leiderschap van kinderen is vele malen effectiever dan tegen pesten zijn.'

pestenWebIk kan me nog als de dag van vandaag herinneren dat ik zelf dagelijks werd gepest. Dat ging heel ver. Ik zou eigenlijk kunnen schrijven: dagelijks in elkaar geslagen. Soms door een grote groep, soms door één of twee. Ik was, in elk geval, nogal pestbaar blijkbaar. Verkeerde kleren, verkeerd haar, verkeerde dingen zeggen en verkeerd lopen. Ook verkeerd kijken trouwens. Ach laten we eerlijk zijn: verkeerd alles gewoon.

Ja hallo. Zo gaan die dingen dan. Het was ook wel mijn eigen schuld: als ik bijvoorbeeld straf kreeg, omdat ik kauwgom had, dan schreef ik een gedicht en dat zette de leerkracht dan weer in de schoolkrant. Tsssssss…. Slíjmbal ook! Ik wist me duidelijk NIET aan de regels te houden!

Ik heb zelf ook wel eens gepest. Er was nog een ander meisje die altijd een soort van ‘de pispaal’ was. Meestal als zij de pineut was, drukte ik mijn snor. Lekker rustig dagje. Maar die dag besloot ik eens te voelen hoe dat is, pesten. Ik schold het hardste van iedereen, werd echt een beetje eng ook. Denk Al Pacino in Scarface. Onberekenbaar, spooky, eng. Ik kon het helemaal voelen. En het voelde heel erg goed, eigenlijk. Sterk. Onafhankelijk. De baas. Huilend rende ze weg, pakte snel haar fiets en racete er vandoor.

Toen werd ik wakker. Ik dacht, nah. Dit is niets voor mij. Ik erachter aan. Zij fietsen. Ik fietsen. Kijk, ik wilde ‘sorry’ zeggen. Het uitleggen ook. Dat ik gewoon opgelucht was, dat ik een dag de dans ontsprong en dat zij de klappen opving. Ik moest bekennen dat ik zelfs een glimp zag van een leven zónder gepest te worden, maar pester te zijn! Zo van: als ik nou eens het ergste wordt, kan niemand míj meer pesten! Ze fietste steeds harder, ik ook. En nog harder. Ik ook. En roepen hè: ‘Stop nou, wacht even!’ Uiteindelijk stopte ze. Ik blij. Tot ik haar gezicht zag: een totaal zich-erbij-neerleggen. Doe maar. Sla me maar dan. Ik ben te moe om nog te verzetten. Berusting.

Ik stotterde en stortte het hele verhaal eruit. Ze keek een beetje wantrouwig. Mijn visioen van 'elkaar huilend van blijdschap (gedeelde smart! herkenning! vergeving!) in de armen vallen en beste vriendinnen voor het leven zijn' vervaagde terwijl ik naar haar keek terwijl ze wegfietste. ‘Doei!’ riep ik nog. ‘Tot morgen!’

Ik realiseerde me: voor haar is het echt veel erger, blijkbaar. Ik realiseerde me ook: als ik haar niet had gepest, had ik nooit geweten, tot het puntje van mijn tenen, tot in mijn botten en ziel en wezen dat ik een niet-pester ben. Goh. En ik realiseerde me: die kinderen die pesten, die voelen zich gewoon ook heel rot. Machteloos. Naar. En die willen die pijn graag aan een ander geven. Dan voel je je namelijk sterk, onafhankelijk, de baas. Ik snapte ineens: een ander pijn doen komt eigenlijk altijd voort uit je eigen innerlijke pijn.

Nou bedoel ik niet te zeggen: ik werd gepest en haalde daar lessen uit 'dus' dat moet iedereen dan maar meemaken. Maar ik vind: eigenlijk heeft het allemaal te maken met echtheid. Hoe echt is een schoolomgeving? Wordt iets als pesten aangegrepen om kinderen in een zo enorm belangrijke levensfase echte wezenlijke lessen te leren? Of leren we ze alleen: pesten is slecht! Je mag het niet doen! Als je het toch doet, ben jij ook slecht! (Stel je hierbij een schreeuwende enge man of vrouw voor. Met spuugbelletjes. Dat gevoel.)

Dat laatste gebeurde bij ons op school. En ik kan je vertellen: het hielp he-le-maal niets. Nada. Noppes. Kijk, die kinderen kregen thuis van hun ouders ook al lang mee dat ze slecht waren, dus dat de leerkracht het ook vond... boeien. Of de ouders vonden dat ze groot gelijk hadden, dus wat de leerkracht zei...boeien. Of de ouders wisten er niets van, want de school wilde het graag rustig houden allemaal, dus ja... boeien. Of ze kregen op hun kop van hun ouders: dat werd dan wraak.

Wanneer pesten slecht is, is het ook moeilijk er over te praten. Oordeel en veroordeling werkt eigenlijk nooit een goed (lees: effectief, zinvol, wezenlijk) gesprek in de hand. Ik moest hier trouwens ook aan denken, toen ik de poster van de VVD zag met: aandacht voor slachtoffers, niet voor daders. Jaja, dacht ik toen. Laten we het lekker simplificeren zeg, wie trapt daar nu in! Maar dat waren er best veel, bleek achteraf.

Laten we onszelf niet voor de gek houden. Verreweg de meeste scholen veroordelen pesten. De meeste leerkrachten ook. En trouwens, de meeste ouders natuurlijk ook. Het is een behoorlijke hel, wanneer je kind wordt gepest. Maar wanneer we het hebben over 'omgaan met pesten' staat één vraag centraal: willen we kinderen opleiden tot mensen die vooral erg goed weten hoe ze moeten luisteren en doen wat hen gezegd wordt? Omdat het moet? Dus eigenlijk uit angst voor STRAF? Dat betekent dat iedereen zich Gedraagt.

Ik zie dan angst voor conflicten, angst voor ongewenst gedrag, angst om authentiek te zijn. Ik zie dan een GEVENDE cultuur, in plaats van een elkaar BEVRAGENDE. Waar dus ook weinig innerlijke sturing en leiderschap plaatsvindt. Waar kinderen weinig emotioneel in elkaar investeren. Kinderen elkaar eigenlijk helemaal niet kennen, niet echt, niet op de gebieden waar het werkelijk om draait. En dan wordt pesten best makkelijk, maar vooral ook het negeren of toestaan ervan. En het heel lang doorgaan ervan.

Wanneer kinderen een sterke emotionele band met elkaar hebben, wordt er bijna niet gepest. De scholen die ik spreek waar pesten zo goed als nihil is, geven allemaal aan: daadwerkelijk investeren in een emotionele band en innerlijk leiderschap van kinderen is vele malen effectiever dan tegen pesten zijn. Zo zijn er scholen in Nederland waar de kinderen elkaar elke dag tien minuten masseren. Aanraking werkt blijkbaar zo, dat pesten daar niet meer voorkomt. Maar ook scholen waar naar hartenlust wordt gefilosofeerd, geven aan weinig met pestgedrag te maken te hebben. En als het dan toch gebeurt: wordt er natuurlijk over gepraat en gefilosofeerd.

In beide voorbeelden wordt er veel aandacht besteed aan het scheppen van een diepe band, een manier om elkaar écht te kennen.

Vóór kinderen de ruimte geven stevig in hun vel te zitten. Die emotionele band op te bouwen en dat innerlijk leiderschap te ervaren. Zodat ze bewust eigen keuzes kunnen maken die goed zijn voor henzelf en passend bij wie ze zijn, dus ook daadwerkelijk IN VERBINDING staan met zichzelf. Voelen: ‘Ik ben ok, jij bent ok. We mogen er allemaal zijn, helemaal. Want ik kan daarmee omgaan, dat leer ik hier op school. Ik voel compassie voor anderen en óók voor mezelf. Ik kan mijn empathie op anderen én op mezelf richten, naar binnen, en voelen wat goed is voor mij. En ik kan anderen ook laten in wat goed is voor hen. Daardoor ben ik zelfverzekerd en kan ik allerlei situaties het hoofd bieden. Ben ik weerbaar en flexibel.’

Ik ben heel erg vóór kinderen de ruimte geven ECHT te ZIJN.

Vanuit dit denkkader is inmiddels de projectgroep Poeheej Projects ontstaan. PP gelooft in de kracht van kinderen en leerkrachten die van zichzelf houden.  En houdt zich bezig met duurzaam en compassievol omgaan met pesten en self-empowerment. Voor meer informatie [email protected]


Waardevolle verhalen voor goed onderwijs


Bestel: 24 euro



hetkindvk



Iedereen maakt verschil, samen hebben we impact


Als donateur (50 euro) ontvang je 'het Jaarboek 2014'
en de jubileumuitgave 'NIVOZ & de urgentie van goed onderwijs'

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief