Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Hoe verhoud je je in een wereld waar gezag geen automatisme meer is, en continu een ander gezicht heeft?

21 juni 2016

Regelmatig klinkt de roep om meer gezag vanuit de samenleving. Docente Inge Spaander deed een eerste verkenning naar de plaats en de betekenis die het begrip 'gezag' in haar leven inneemt (en innam), lees dit blog. Na de Onderwijsavond in Driebergen met Joop Berding en Wouter Pols met dezelfde thematiek voelde ze veel voor een update. 'Gezag wordt vooral gezien als instrument om snel dat te kunnen bereiken wat handig is voor de samenleving. Als politieagenten meer gezag hebben, stoppen jongeren met stenen gooien naar busjes. Als docenten meer gezag hebben, maken leerlingen meer huiswerk. Maar hoe verhoud je je in een wereld waar gezag geen automatisme meer is.'

joooppoppDe afgelopen dagen sprak ik naar aanleiding van wat ik woensdag schreef over gezag op hetkind.org en de lezing over gezag op Landgoed De Baak met verschillende mensen over gezag. Een vraag die ik kreeg was waarom ik het woord autoriteit gebruikte in mijn eigen definitie van gezag. Voor mij behelst het woord autoriteit precies datgene wat maakt dat iemand gezag mag dragen. Waar het woord gezag vooral de toestand duidelijk maakt, geeft het woord autoriteit impliciet weer dat het gezag gebaseerd is op de kennis en vaardigheden van de ander.

Dat het woord autoriteit aan kracht heeft ingeboet heeft denk ik te maken met het gebruik van dat woord voor instanties die hun autoriteit vooral baseren op een machtspositie. Het Cito als autoriteit is niet meer geloofwaardig omdat hun kennis en kunde continu ter discussie wordt gesteld, de dialoog die daarover gevoerd moet worden kan eigenlijk alleen maar worden afgedwongen via een politiek pad. Precies dat doet af aan hun autoriteit: de onbereikbaarheid. De overheid wil dat burgers meer zelf doen, maar wil de kaders waarin dat gebeurt zelf bewaken. Dat wringt en precies daar krijgt het woord autoriteit een vieze bijsmaak.

Voor mij blijft het een prachtig woord, omdat iedereen autoriteit kan zijn op basis van 'het meer weten of ervaren zijn dan een ander'. De autoriteit kan ook van de een op de ander overspringen als het onderwerp van gesprek verandert.

Dialogisch gezag

In de lezing van woensdagavond werd er door Joop Berding en Wouter Pols gewezen op de noodzaak van een nieuwe vorm van gezag: het dialogisch gezag. Het onderscheid werd gemaakt tussen natuurlijk gezag, gebaseerd op de hulpeloosheid van een kind, en het politiek gezag, een gezag dat in de huidige tijd, zonder grote verhalen en tradities, iedere keer op nieuw, in het heden tot stand moet komen. Daar is een triadische structuur voor nodig, in het onderwijs: de docent, de leerling en de zaak. In de lezing werd de zaak geduid als symbolen uit 'de wereld de klas in brengen.'

Eerder schreef ik dat gezag mijns inziens tot stand komt als de betrokkenen een gezamenlijk doel vast stellen. Daar komt de 'zaak’ om de hoek kijken. In een wereld waarin er geen groot verhaal meer is, waar de werelden van docenten en leerlingen tot dertig verhalen in een klas kunnen leiden, is die ‘zaak’ geen vaststaand feit meer. Simpele voorbeelden zijn het leren gebruiken van een woordenboek, ook voor leerlingen die graag goed willen presteren zal de noodzaak hiervan niet meer automatisch duidelijk zijn: we hebben toch Google? Een diploma garandeert allang geen goede toekomst meer, leerlingen worden steeds vaker omringt door selfmade Youtube-helden, succesvolle rappers en zelfstandigen zonder diploma. In een wereld waarin de banen niet voor het oprapen liggen, is zo’n weg naar succes aantrekkelijker dan de geijkte.

De docent van nu kan niet meer uitgaan van een gemeenschappelijke zaak, en is heel vaak geen autoriteit meer. Als je de wereld van de leerling niet kent, zijn doelen niet deelt, en niet beschikt over zijn technische vaardigheden om de wereld te ontdekken, moet die zaak echt samen vastgesteld worden. In een dialoog.

‘Maar je hoeft toch niet over alles te praten, dat kost ook gewoon te veel tijd, soms moeten ze gewoon doen wat ik zeg,' zei een collega tegen mij.

Nee, dialogen hoeven geen uren te duren. In sommige situaties zal de gemeenschappelijke zaak snel duidelijk zijn en kan het gezag iedere les opnieuw weer gemakkelijk vastgesteld worden. Als alle leerlingen in de klas een mooi cijfer voor aardrijkskunde willen halen, kan het doornemen van een lesplan voor de komende maand al genoeg dialoog zijn. Maar mijn collega heeft wel een punt. De momenten waarop ik teruggrijp op mijn niet-bestaande machtspositie als docent, zijn de momenten waarop ik geen tijd voel om een dialoog aan te gaan. Omdat we haast hebben of de bel bijna gaat. En soms werkt het. Omdat leerlingen schrikken van een onbekend gezicht of een boze blik. Maar het werkt altijd maar even, op dat moment. En dat kan soms nuttig zijn.

Gezag is meer dan een instrument

Regelmatig klinkt de roep om meer gezag vanuit de samenleving. Gezag wordt dan vooral gezien als instrument om snel dat te kunnen bereiken wat handig is voor de samenleving. Als politieagenten meer gezag hebben, stoppen jongeren met stenen gooien naar busjes. Als docenten meer gezag hebben, maken leerlingen meer huiswerk.

Ik denk echter dat het gezag van de docent en de manier waarop hij dat verkrijgt ook op een andere manier belangrijk is. Onze wereld zoekt naar andere vormen van gezag. Hiërarchische structuren worden minder, de overheid wordt ter discussie gesteld, je drinkt in het weekend een biertje met je baas en de tandarts spreek je aan met ‘je’. Gezag is geen automatisme meer, en dat dat lastig is blijkt wel uit het toenemend aantal regeltjes en wetten. Hoe verhoud je je in een wereld waar gezag geen automatisme meer is, en continu een ander gezicht heeft?

Als docent heb je een grotere taak dan opleiden voor een diploma. Je bereidt de leerlingen voor op een leven in de echte wereld. Ze moeten dus leren omgaan met die nieuwe vorm van gezag, en gezag leren dragen. Gezag als instrument gebruiken om leerlingen een diploma te laten halen, is te weinig. Leerlingen moeten ervaren hoe gezag tot stand komt, hoe zij zelf gezag kunnen krijgen en hoe zij met gezag om gaan. Dus zelfs als het jou lukt om op basis van macht de leerlingen te laten werken voor een diploma, is dit niet genoeg.

In mijn klas probeer ik leerlingen tot autoriteit te laten verworden waar dat kan. Door ze projectleider te laten zijn, of door ze een expertrol te laten innemen; door ze feedback te laten geven op elkaar, hun werk en mijn werk. Mijn gezag bevindt zich dan vooral op het gebied van procesbewaking.

‘Wat bent u eigenlijk aan het doen?’


‘Ik kijk naar hoe jij de andere leerlingen helpt.’


‘Waarom helpt u ze zelf niet?’


‘Omdat jij veel beter bent in het uitleggen van dit programma dan ik. ‘


‘Ja, ik kan dat goed, he? Ze komen uit andere klassen soms ook aan me vragen of ik wil helpen.’


‘Wat vind je daarvan?’


‘Fijn, toch, maar soms wel een beetje druk. Het is wel tof als ze je bedanken. Ik voel me net een baas.’


‘En wat heb jij eraan?’


‘Ik leer hoe ik mensen het snelst kan laten werken, en ik kan ook hulp vragen bij andere dingen, natuurlijk. Moeten we niet gaan opruimen, de bel gaat zo.’


‘Hoe lang hebben we nodig om op te ruimen, jij bent vandaag de baas, toch?’


‘Nou, zegt u maar dat ze op moeten ruimen, u bent de baas van de klas, ik van de computer.’


Inge Spaander is onderwijsdenker, verhalenverteller en docent media & entertainment op het Thorbecke Voortgezet Onderwijs.

Extra Onderwijsavond met Harry Kunneman in nieuwe serie in Driebergen.
Bestel uw kaarten en passe-partouts voor 8 avonden in het nieuwe schooljaar!

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief