Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Hoe meten we of een leerling goed voorbereid is op het vormgeven aan een eigen leven?’

19 november 2014

Alle gesprekken over het waartoe van het onderwijs ten spijt, de discussies rondom het toetsen, voert naar de mening van docente Inge Spaander te vaak en te hardnekkig de boventoon. Zo verging het haar ook op de Onderwijsavond, november 2014 in Driebergen. Jan Wiegers – lid van de Raad van bestuur bij Cito – kwam vooral zijn koers verdedigen, zo leek het. ‘Er was geen gewillig oor,’ concludeerde zij, ‘aan beide kanten niet. Docenten begrijpen niets van de taal die het Cito spreekt en Wiegers snapt weinig van de vragen die docenten stellen omtrent de verantwoordelijkheid van Cito ten aanzien van onderwijsbeleid. En ikzelf? Ik voelde vooral een gemis: een gemis aan menselijkheid.’

ingeeeEen gemis aan menselijkheid in het onderwijs ontstaat als de focus te veel op toetsen gaat liggen. Het is een focus die ons afleidt van het echte gesprek: waartoe geven we onderwijs en hoe geven we dat het beste vorm?

Het toetsen is een opzichzelfstaande geldstroom binnen het onderwijs geworden. Een markt die wordt ingegeven door de behoefte van de overheid om grip te hebben op de kwaliteit van onderwijs. Het Cito is een gemakkelijk slachtoffer waar docenten die - ten koste van de overheid ruimte moeten inleveren - hun pijlen op kunnen richten. Geen school ontkomt aan die soms verwurgende greep op de onderwijspraktijk. Met hun doelstelling om steeds groter te worden, haar geldingsdrang en het uitbreiden van toetssystemen tot aan de jongste leerlingen, is Cito een voorbeeld van hoe de commercialisering in het onderwijs leidt tot verschraling en verlies van menselijkheid, tot een grotere afstandelijkheid en het doel van onderwijs.

Het Cito is misschien in de ogen van veel docenten een exces, uiteindelijk zijn we allemaal onderdeel van die toetsindustrie. Scholen reageren op de angst die het overheidsbeleid aanwakkert. Ze schakelen massaal onderzoekbureaus in die met allerhande wetenschappelijke systemen ondersteuning bieden in het verbeteren van toetsen. Docenten richten hun lessen in aan de hand van de in samenwerking met docenten tot stand gekomen eindtermen en ze leren leerlingen trucjes om het examen goed te doen. En ook de voorbereidingen op al die toetsen zijn serious business: ouders en scholen kopen examentrainingen in, volgen voorbereidingstrainingen op ‘de kleutercito’ en de dagen voor de eindtoets wordt er voor de televisie driftig geoefend op toetsen uit voorgaande jaren.

De aandacht die we dat systeem van toetsen geven vertroebelt onze blik. We worden onderdeel van een machine die kinderen opleidt tot het maken van toetsen. Wie je bent en wat je echt kan, doet er niet meer toe. Hoe kan het dat zelfs de eindtoets op de basisschool onderhevig is aan fraude?

Mijn leerlingen en ik hebben geluk. In mijn onderwijspraktijk in Maassluis heb ik de mogelijkheid om ruimte te nemen, leerlingen uit te leggen hoe zij de toetsen kunnen plaatsen in ons systeem en samen met ze het belang te relativeren. Zonder dat het afdoet aan de mogelijkheden die ik heb om ze - dan toch maar - goed voor te bereiden op die vermaledijde drempels die zo veel minder inzichtelijk maken van het mens-zijn en ontwikkeling dan ik zou wensen.

Maar ook ik balanceer inmiddels op een dun koord. Ik maak mijn toetsen RTTI-proef en gebruik daarvoor de kennis die ik opdeed op de lerarenopleiding: Ik neem de eindtermen, zoals vastgelegd in de cito examen syllabi, als uitgangspunten; zet ze om in leerdoelen,; verdeel de leerdoelen over de lessen die ik heb en richt mijn lessen in. Aan het begin en einde van de les maak ik de leerdoelen inzichtelijk voor leerlingen en controleer ik of ze behaald zijn. Ik train de leerlingen in het beantwoorden van examenvragen, leer ze trucjes om meer punten te behalen en leer ze samenvatten.

Ik train ze voor de toets, alsof het aapjes zijn. En ik vind dat hartstikke belangrijk. Want ik wil dat mijn leerlingen slagen. Het zijn de leerlingen die me weer in balans brengen: die met hun storende vragen ruimte opeisen voor andere zaken, vragen waarmee ze vooral proberen om de lesstof te verbinden aan hun eigen leven, hun moraal. Terwijl ik luister en antwoord valt het belang van onderwijs weer op de juiste plek: in mijn hart en in mijn denken. Niet de toets, maar de ontwikkeling van de leerlingen moet centraal staan in mijn handelen.

Wat ik bij mezelf voel gebeuren tijdens mijn lessen zie ik op alle lagen om me heen gebeuren. Ons toetssysteem zoals dat nu is, ontneemt ons onderwijs de menselijkheid die het behoort te hebben. Hoewel het publieke debat misschien anders doet vermoeden, is er een onderstroom gaande die er voor zorgt dat toetsen een steeds grotere rol in ons onderwijs spelen. Verpakt in een wens tot het maken van goede toetsen, gaat er steeds meer tijd en geld naar het vormgeven van die toetsen. Tijd en geld dat we beter kunnen steken in de (echte) kwaliteit van ons onderwijs: dat wat we met en voor onze leerlingen doen binnen de muren van de school.

valttHet praten over toetsen, het verbeteren van toetsen, het afnemen van toetsen: het is symboolpolitiek waarmee we gemakkelijk het gevoel creëren dat we weten wat we doen met onze kinderen. Leerlingen verworden tot grafieken en uitslagen, docenten geven hun werk vorm naar gelang de uitkomsten. Het zijn vaststaande instrumenten en de uitkomsten zijn tastbaar: successen zijn gemakkelijk te behalen. Maar welk succes behalen we? En wiens succes is het? Het succes van leerlingen die goed genoeg in staat zijn zich voor te bereiden op een gemene deler die behaald moet worden? Hoe meten we of een leerling goed voorbereid is op het vormgeven aan een eigen leven?

De kwaliteit daarvan is niet te vatten door centrale toetsen af te nemen, die kwaliteit is alleen te vatten door iedere leerling als individu te bekijken. En daar is menselijkheid voor nodig.

Inge Spaander was in 2014 docente op het Kastanje College in Maassluis. Op 26 november 2014 was de première van de documentaire ‘Valt er hier nog wat te leren’ in Cinerama Rotterdam. Zij maakte deze film met haar leerlingen van 4HAVO als bijdrage aan het debat over goed onderwijs Kijk hier.
 

Trailer

 

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief