Hoe de pedagogiek uit de opleiding verdween…. en weer terugkwam?
24 september 2014
De titel van deze lezing van Bas Levering ‘Hoe de pedagogiek uit de opleiding verdween en wat er daarna overbleef’ deed het ergste vermoeden over de huidige stand van zaken van de pedagogiek in het Nederlandse onderwijs. Is er überhaupt nog wel sprake van pedagogiek, en wat zijn de gevolgen van het verdwijnen ervan? Sarina Hoogendam was een van de toehoorders. Ze deelt haar ervaring en zet een stapje verder.Professor Bas Levering nam ons mee in de ontwikkeling van de lerarenopleidingen vanaf de jaren zeventig. Rode draad hierbij was dat het vak pedagogiek werd vervangen voor het vak onderwijskunde. Daarnaast ging de orthopedagogiek , waarbij ‘stoornissen’ die vanuit de psychiatrie classificeerbaar en diagnosticeerbaar waren, een steeds belangrijkere rol spelen. Het vak pedagogiek kreeg daardoor meer ‘wetenschappelijk’ aanzien, maar er was ook een keerzijde. Vanaf het moment dat meetbare stoornissen geld genereerden kreeg de orthopedagogiek een totaal andere functie. Het werd een instrument ten dienste van een economische principe binnen het onderwijs.
Duidelijk is in elk geval dat ‘onderwijskunde’ binnen de opleidingen een belangrijke rol begon te spelen. Onderwijskunde bestudeert leerprocessen, daar waar pedagogiek de bestudering is van de manier waarop volwassen jeugdigen grootbrengen met een bepaald doel.
Natuurlijk zijn de opleidingen een weerspiegeling van de maatschappelijke situatie en opvattingen van die periode. Kijken we naar de periode vanaf 1970 dan zien we dat het onderwijs een enorme hervorming doormaakte vanwege de invoering van de Mammoetwet, waarbij de grondgedachte was dat iedere leerling een uniforme basisvorming zou moeten volgen en het voor iedere leerling mogelijk zou moeten zijn probleemloos door te stromen binnen het onderwijs. Deze doelstellingen zijn niet gehaald ondanks dat er later nog verschillende interventies zijn gepleegd zoals het invoeren van het Kort Middelbaar Beroeps Onderwijs, de basisvorming en het VMBO.
Duidelijk was wel dat er ook maatschappelijk gezien vooral ‘onderwijskundig’ naar onderwijs wordt gekeken. Hoe richten we het onderwijs in zonder hiaten in de ‘leerweg’? Maar ook, wat zijn de opbrengsten? Wat voor effect hebben investeringen?
Dat dit niet alleen in Nederland het geval was, blijkt wel uit de oprichting van het Programme for International Student Assessment, met als doel ‘het wereldwijd evalueren van onderwijssystemen door het toetsen van de kennis en vaardigheden van 15-jarige studenten’. Zeventig landen doen sindsdien mee en de uitkomst van de PISA-toetsing met bijbehorende’ ranking’ is bepalend voor politieke keuzes ten aanzien van onderwijs.
Geen wonder dus dat de pedagogiek uit de opleidingen is verdwenen, en zelfs uit de opvatting over onderwijs. Immers, bij pedagogiek gaat het om de manier waarop en met welk doel we jeugdigen grootbrengen. De opbrengsten van pedagogische doelstellingen zijn minder goed meetbaar en vergelijkbaar dan de opbrengsten van leerprocessen. Pedagogische doelstellingen laten zich niet wringen in economische doelstellingen van leeropbrengsten. Onderwijskunde doelstellingen daarentegen wel.
Maar hoewel de pedagogiek verdwenen lijkt te zijn uit de opleiding, zelfs uit de Pedagogische Academie Basis Onderwijs, is er altijd sprake van een pedagogische situatie als volwassenen en jongeren in interactie zijn. Leraren zijn ‘pedagogen’ tegen wil en dank, met of zonder pedagogiek in de opleiding. Daardoor ontstaat de rare spagaat waar leraren in terecht komen als ze in de onderwijspraktijk werkzaam zijn. Doelstellingen binnen het onderwijs zijn gericht op opbrengsten, maar in de dagelijkse praktijk gaat het net zo goed om ‘opvoeden’.
We weten dus wat de gevolgen zijn van het verdwijnen van de pedagogiek uit de opleiding, nu nog de vraag hoe we verder moeten? Dat er behoefte is onder leerkrachten om hun pedagogisch handelen te verantwoorden blijkt wel uit het succes van de cursus Pedagogische Tact van het Nivoz en de belangstelling die er is voor hetkind.org. Ook blijven grote pedagogen een voortdurende inspiratiebron binnen het onderwijs.
Rest ons dus de vraag: ‘Hoe krijgen we de pedagogiek weer terug in de opleiding?’
Misschien door de pedagogiek in een nieuw wetenschappelijk jasje te steken. Zoals in de psychologie de nieuwe leerrichting ‘neuropsychologie’ is ontstaan, die leerprocessen analyseert door te kijken naar de biochemische processen in de hersenen, kunnen we misschien in de pedagogiek de ‘neuropedagogiek’ introduceren. Een pedagogische leerrichting die de biochemische processen bestudeerd die een rol spelen in de relatie tussen volwassen en kinderen, en die aangeeft hoe we effectief gebruik kunnen maken van deze processen in onderwijsleersituaties.
Als dat mogelijk wordt hebben we meteen twee vliegen in één klap. Eindelijk worden de uitkomsten van onderzoeken over brein en leren geïmplementeerd in het onderwijs en wordt het vak pedagogiek weer serieus genomen.
Rest mij nog Bas Levering te bedanken voor zijn inzichtelijk betoog en de pedagogen in Nederland op te roepen de mogelijkheid van een nieuwe pedagogische leerrichting, geënt op neurobiologisch onderzoek, te ontwikkelen. Dit alles opdat de pedagogiek weer terugkomt op de plek waar het hoort, in de opleiding van iedereen die beroepsmatig met kinderen werkt.
Sarina Hoogendam
Reacties