Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

‘Hoe boetseren docenten in het hoger beroepsonderwijs hun identiteit, te midden van alle invloeden?’

30 december 2016

In 2014 rondde Rudy Vandamme (1958) zijn promotie-onderzoek af: een pleidooi voor meer aandacht voor de docent/leerkracht in onderwijsontwikkeling en voor de manier hoe hij zichzelf ‘boetseert’ in zijn beroepsrol. Vandamme is daarbij een stap verder gegaan dan de klassieke insteek van 'professionele ontwikkeling'. Hij heeft de beroepsrol onderzocht vanuit persoonlijke ontwikkeling en komt tot het besluit dat docenten hun beroepsrol in hoge mate op een persoonlijke manier construeren en daarin allerlei identiteitspatronen tonen.

vandammeDeze studie beantwoordt de vraag:

‘Hoe construeren docenten in het Nederlandstalig hoger beroepsonderwijs hun identiteit te midden van de vele invloeden?’

Het startpunt van dit onderzoek is de verwarring rond mijn identiteit als docent/trainer. Ik voelde me vaak vervreemd van het beroep door het jaar na jaar doceren van dezelfde leerstof. Bovendien ervoer ik geen cocreativiteit met studenten. Bij de docenten in het Nederlandstalig hoger beroepsonderwijs herkende ik ook verwarring. Zo worden zij onder andere geconfronteerd met onderwijsvernieuwingen: het leren coachen van zelfgestuurd leren, het competentiegericht onderwijs en de Europese visie die de docent als kenniswerker wil zien functioneren.

Veertien, door studenten zeer goed geëvalueerde docenten uit vier verschillende hogescholen werden geselecteerd voor een online vragenlijst en een diepte interview. Ik voegde mezelf toe als vijftiende onderzoekssubject. De Theorie van het Dialogische Zelf van Hubert Hermans werd gekozen om identiteit op een relationele manier in kaart te brengen. Deze theorie is gebaseerd op de aanname dat identiteit bestaat uit een dynamisch samenspel van interne en externe positioneringen.

Het methodisch kader was Gefundeerde Theorie (Grounded Theory). Deze benadering sluit aan bij de ambitie om modellen te construeren. In relatie tot ‘hoe construeren docenten hun identiteit’ kunnen twee modellen onderscheiden worden. Ten eerste, het inhoudelijk profiel van de docent: deze toont de dynamiek van ik-posities van deze groep docenten. Daarbij hielp patroontaal (Pattern Language), een benadering van Christopher Alexander, om patronen te zien als een taal waarmee elke docent zijn uniek profiel samenstelt. Ten tweede, naast het inhoudelijk profiel, kan een model gemaakt worden van het proces van de identiteitsconstructie zelf.

De patroontaal van de docent in het hoger beroepsonderwijs, gezien door de lens van deze steekproef, werd beschreven in 12 thema’s die in totaal 43 patronen van het dialogische zelf groeperen. Drie verbindende patronen kenmerken docenten:
1. docenten hebben een sterke neiging om hun beroepsrol te personaliseren. Hierdoor creëren ze een ruimte voor zichzelf.
2. docenten zijn onderwijspedagogische bemiddelaars. Zij mediëren tussen de bronnen van kennis en het leerproces bij de studenten. In de manier hoe de docenten deze bemiddeling vorm geven, zijn alle methoden even succesvol: faciliteren, doceren of ‘edutainen’.
3.  docenten laten zich kenmerken door een pragmatisch professioneel profiel. Aan de ene kant tonen ze op verschillende manieren hun interne locus of control. Aan de andere kant moeten ze omgaan met druk en lossen ze spanningen op met patronen van het dialogische zelf.

Het centrale fenomeen in de manier van identiteitsconstructie werd begrepen als een loopbaan lange investering om via dialogische zelf onderhandelingen coherentie van 'het zelf' te behouden of te bekomen. Een proces van zelf-goedkeuring ‘ik ben een docent’ en ‘ik ben mezelf in deze baan’ is de achtergrond van deze voortdurende interne onderhandelingen. Dit werd opgevat als een existentieel verlangen om een sociale ruimte, de baan, tot een persoonlijke woonruimte te maken. In vergelijking met drie junior-docenten, toonden senior-docenten een hoge mate van dialogische zelf capaciteit om de coherentie in zichzelf te managen.

Ten slotte, de Theorie van Dialogische Zelf is een beloftevolle manier om te kijken naar identiteitsconstructie. Docenten kunnen gecoacht worden met patroontaal en getraind worden om hun dialogische zelf capaciteit te verhogen. Het ontdekken van patronen in het dialogische zelf heeft mij alvast geholpen om mijn eigen relatie met de beroepsrol te vernieuwen.

Cover Vandamme hbo-docentRudy Vandamme (1958) is zelfstandig onderzoeker en methodiekontwikkelaar. Op basis van zijn studies psychologie, filosofie, antropologie en NLP formuleert hij patronen die professionals kunnen inzetten om aan cultuur- en maatschappijontwikkeling te doen. Hij is de pionier van het ontwikkelingsgericht coachen

  • Vandamme, R. (2014). Teacher Identity in Dutch Higher Professional Education. A grounded theory study based on dialogical self theory and pattern language . Unpublished Ph.D., Tilburg University.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief