Stichting Nivoz logo
Sterkt leraren, schoolleiders en betrokkenen bij de uitvoering van hun pedagogische opdracht

Nivoz platform hetkind

Het onderwijs roept altijd: 'Wij willen transparant zijn'. Mijn advies: niet doen, niet willen!

31 maart 2016

‘In de arena waar de macht wordt verdeeld, helpt klagen nooit. U krijgt alleen macht als u eigenaar bent van uw eigen professie. Dus dat gaat u vanaf morgen allemaal doen.’ Zo spreekt Paul Frissen in het blad Mensenkinderen de jenaplanscholen van Nederland toe. Hoogleraar Frissen verstaat de kunst van steken uitdelen en bemoedigen tegelijk. Van wetenschappelijke resultaten opdienen, gelardeerd in smakelijke anekdotes. Lees Frissens pleidooi vóór aanvaarding van het tragische in ons leven, maar tégen het transparantiedenken.
paul_frissen-300x199Hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen is al vaker aan het woord geweest op hetkind, met zijn toon die even doortastend als dwars is. In het maartnummer van het jenaplanblad Mensenkinderen vertelt hij uitgebreid over onze nationale hobby: nieuwe regels en nog meer protocollen verzinnen voor alles wat eventueel mis kan gaan in ons overgereguleerde landje. Hij geeft ook een verklaring voor die hang naar regelgeving:
‘Hoe komt het nou dat we denken dat de wereld met regels, met beleid, met organiseren, verbeterd kan worden? Dat heeft te maken met het feit dat we maar niet kunnen aanvaarden dat er pech, leed en risico zijn.’ Neem de aangespoelde potvis Johannes en het ‘potvisprotocol’ dat daarna in werking trad, stelt Frissen: ‘Wij vinden de gedachte aan aangespoelde walvissen onaanvaardbaar en gaan dat dan via regelsystemen proberen te regelen. We zijn verleerd te aanvaarden dat de wereld in de kern tragisch van aard is.’

Frissen is daarvoor te rade gegaan bij de klassieke Griekse tragedies: ‘De basisfiguur van de Griekse tragedie is de volgende: de held of heldin wordt getroffen door het noodlot, meestal veroorzaakt door wispelturige goden. En de held móet handelen. En sterker nog, door het handelen tegen het noodlot in, roept hij of zij het noodlot nog veel meer over zich af. Met de voorspelbare uitkomst van een tragische dood.’ Een korte pauze. Dan zegt Frissen tot de zaal vol leraren en schoolleiders: ‘Dit is uw rolmodel. U móet handelen. Naar beste weten en kunnen, naar beste vermogen. Maar u moet het doen in het diepe besef dat u nooit volledig zult slagen. Dat u nooit de pech, de mislukking, het risico kunt vermijden.’

Dat de regel- en controlezucht via papieren protocollen in Nederland zo stevig postgevat heeft, wijt Paul Frissen aan de Calvinistische traditie. De voor protestanten zeer vertrouwde Bijbeltekst ‘In den beginne was het woord’ heeft zich volgens hem vertaald in ‘de idee dat als we een plan of een maatregel opschrijven, dat de wereld dan is veranderd. Wij zijn een heel rationele, calculerende samenleving geworden. De ene helft van het jaar zijn we aan het opschrijven wat we gaan doen, en de andere helft zijn we aan het verantwoorden waarom dat vorig jaar niet is gelukt.’

Die benadering van de onvermijdelijke tragiek stond centraal in zijn vorige boek De fatale staat – Over de politiek noodzakelijke verzoening met tragiek (2013). In zijn voordracht verwijst Paul Frissen ook naar zijn nieuwste werk, het begin dit jaar uitgekomen Het geheim van de laatste staat - Kritiek van de transparantie (2016).

Uit een studie van zijn instituut naar sturing in het primair onderwijs blijkt onder andere de sterk bepalende invloed die de Onderwijsinspectie de afgelopen tien jaar gekregen heeft op het kwaliteitsbegrip van scholen. Het brengt Frissen bij een pleidooi om als onderwijsgemeenschap de criteria van wat kwalitatief goed onderwijs én de bewaking daarvan zélf te bepalen. En dan nog wat: de onderwijsinteractie tussen een leraar en een leerling is per definitie niet transparant. Vaststaande, gestandaardiseerde uitkomsten zijn niet te geven. Streef vooral dan ook niet naar transparantie, raadt Frissen aan:
‘U heeft aanvaard dat degene die bepaalt wat kwaliteit is, niet uzelf bent. De enige manier om hier vanaf te raken is het eigenaarschap van uw kwaliteit weer te heroveren. “De school is van ons”, moet u zeggen. “Wij bepalen wat de kwaliteit is. En wij vertellen u, politiek en bestuur, welke soorten kwaliteitsbewaking wij waarbij vinden passen.”’

Kwaliteit bewaken, hoe doe je dat met autoriteit? Frissen wijst op de Michelin-restaurantgids: ‘Toch een kwaliteitsbewakingsinstituut van de eerste orde. Er zijn chefs in de wereld die zelfmoord plegen als ze een Michelinster verliezen. Maar kent u de criteria van de Michelingids? Het antwoord is: nee, want die zijn geheim. Dat vind ik fascinerend. Je kunt een gezaghebbend kwaliteitsbewakingsinstituut zijn en volledig intransparant zijn.’

Transparantie is Frissens thema in zijn nieuwe boek: ‘Net als veel andere instellingen, roept u ook altijd: 'Wij willen transparant zijn.' Niet doen! Wat u en ik doen, in relatie met de leerling, is in de kern een niet-transparante activiteit. Als leraren hebben wij een kennisvoorsprong en onze relatie is op dat punt totaal asymmetrisch. En op het moment dat we dat leerproces en de leerling-leermeester-verhouding transparant maken, dan gaan we meten en bureaucratiseren. Geen organisatie zo transparant als een bureaucratie. Die transparantie vraagt formulieren en stapels paarse krokodillen. U moet op essentiële punten de kwaliteitsbewaking over wat u bent en wie u bent, in eigen hand houden.’

Lees hier het hele artikel in pdf.

Geert Bors

Gepubliceerd met toestemming van Mensenkinderen en de Nederlandse Jenaplan Vereniging.

Reacties

0
Login of vul uw e-mailadres in.


Er zijn nog geen reacties
Delen:
Op de hoogte blijven?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief