Hartekreet van een schoolleider: 'Dolend in Passend-Onderwijs-bos hoop ik op een beleidsmaker met liefde voor kind en leerkracht'
20 oktober 2014
Met het nieuwsbericht dat steeds meer scholen ‘autisten’ de toegang lijken te weigeren, zette schoolleider Jeroen Goes zich augustus vorig jaar achter de computer om zijn hart te luchten over de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs. Als directeur van een basisschool - De Werkplaats in Bilthoven - zou hij beter moeten weten, realiseert hij zich: hij zou het Haagse initiatief moeten steunen. Vertrouwen moeten hebben. 'Maar na jaren van voorbereiding ben ik allang de weg kwijtgeraakt, ben ik teleurgesteld en heb ik de moed verloren in deze operatie.' Een gesprek met Tweede Kamerlid en woordvoerder onderwijs Loes IJpma bracht geen verandering. Zijn blog: 'Passend onderwijs heeft verrekte weinig te maken met beter onderwijs voor ieder kind.'--> Dit verhaal verwijst naar het eerste magazine van hetkind: Passend Onderwijs. Niemand buitengesloten dat op 10 november is verschenen. Een exemplaar is gratis te verkrijgen op Onderwijsavonden in Driebergen. Wilt u tien exemplaren (of een veelvoud), dan kunt u een bestelling plaatsen via deze link. U betaalt 15 euro, plus verzendkosten.
De vele vergaderuren ten spijt, als directeur en bestuurder, zie ik door de bomen het bos niet allang niet meer. Samenwerkingsverbanden fuseerden, eerst met verbanden uit het VO en toen dat te ingewikkeld bleek, alleen met die uit omliggende gemeenten. In het gehele land werd er vergaderd over de nieuwe constructies, op zoek naar efficiëntie en voorbereid op het toekomstige beleid. Hier en daar werd er opzichtig met opgebouwde tegoeden omgesprongen; met nieuwe partners is het beter om op je opgebouwde reserves wat in te teren.
En dan, in die nieuwe constructie moet er worden vergaderd. Van stuurgroep naar werkgroep, naar beleidsgroep naar besturen. Niet zelden staat het kind en het onderwijs daarin allang niet meer centraal: het gaat om de verdeling van de gelden en de vraag: hoe komen wij als schoolbestuur er, ondanks de onvermijdelijke bezuinigingen, niet te bekaaid van af?
Ik sprak met Loes IJpma, Tweede Kamerlid van de PvdA, over de papieren werkelijkheid, de vele rapporten die er verschijnen en op basis waarvan de beleidsmakers goedkeurend het beleid weer voortzetten. Dikke rapportages over de voortgang, geschreven door ingehuurde bureaus en adviseurs die dit proces begeleiden. Gedurende korte tijd mocht ik meewerken aan deze rapportages, ik werkte voor een adviesbureau die zich in korte tijd gespecialiseerd had in deze operatie ‘passend onderwijs’.
Ik zag slechts het topje van de ijsberg, een tip van de sluier die werd opgelicht. Maar kijkend naar de werkwijze van het bureau, en de wijze waarop zij zich in het onderwijsveld - en bij beleidsmakers! - wisten in te werken, werd ik teleurgesteld en boos: dit alles heeft niets meer met beter onderwijs te maken. Zalen vol gemotiveerde leerkrachten kregen een theoretische verhaal te slikken over indicatie, samenwerking, verwijzingen... Het bureau schrijft dikke rapportages en dito rekeningen, en werkt naar een vervolgopdracht toe.
Het was verdorie waar: de conclusies in de rapportages werden op maat geschreven, met het oog op de toekomstige verdiensten van het bureau!
Inmiddels ben ik weer werkzaam als directeur. Ik was te eerlijk voor het werk van het adviesbureau. In al mijn oprechtheid werd het me te heet onder mijn voeten: een ‘pain in the ass’ van de aandeelhouders. En daar liet ik mij weer in de luren leggen door de directeur van het samenwerkingsverband. Alle scholen moesten hun schoolprofiel in kaart brengen, een project als ‘kind op de gang’ werd mij opgelegd - ik kende het nog van mijn vorige onderwijsbaan. Ik speel het spel, noodgedwongen, mee; moet keuzes maken in autisten en gehoorproblemen, cluster 2, 3; kinderen zijn verworden tot nummers en hokjes.
Er verschijnt een rapportage, het SWV zorgt voor een dekkend aanbod. Collega-directeuren halen hun schouders er over op, rapportages worden gemaakt, opgestuurd naar Den Haag. Geen kind, geen leerkracht schiet er iets mee op.
Ik stelde de vraag nog eens aan Loes IJpma van de PvdA: Passend onderwijs - met welk doel is dit nu ingezet, en wat bereiken we er nu precies mee?
Indirect zijn er positieve gevolgen: we kijken inmiddels veel meer naar wat een kind wel kan in plaats van wat hij niet kan. Een zorgplan heet tegenwoordig een ondersteuningsplan. Iedere ontwikkeling is er een en dat is mooi.
En dan nu, op de drempel van de invoering van het passend onderwijs, komen daar de gevolgen voor Sander Dekker en komen de Kamervragen: scholen weigeren autisten, in de angst om afgerekend te worden op de resultaten. In de angst voor te volle klassen om de juiste zorg te kunnen bieden.
Het gaat allang niet meer over kinderen, niet meer over de ouders die zo veel zorg hebben. Het gaat immers over prestaties, bezuinigingen en bestuurlijk gewauwel.
Als directeur ben ik al even de kluts kwijt, ook al doe ik nog zo mijn best om de dikke verslagen van al het bovenschoolse en bovenbestuurlijke overleg te blijven volgen. Ik kan mij voorstellen dat de leerkracht voor de klas al helemaal niet weet waar dit alles toe zal leiden, behalve dan dat hij de effecten van meer zorg in vollere klassen dagelijks zal gaan ervaren. In het gesprek met het Tweede Kamerlid kon ook ik niet anders dan erkennen: er is geen weg terug.
Dolend in dit Passend-Onderwijs-bos, blijf ik nog steeds hoop houden op zo’n duidelijk wegwijzerbordje, met een heldere kaart beschreven door een beleidsmaker met visie, passie, kennis en ervaring en boven alles liefde voor het kind en de leerkracht. Zonder dit alles zullen dezelfde bureaus over een aantal jaar een onderzoek verrichten en het failliet en de desastreuze gevolgen van het passend onderwijs beschrijven.
Jeroen Goes is directeur van De Werkplaats in Bilthoven (PO).
Reacties