Good practice in Schotland? 'Een sterk geconditioneerde kindomgeving, vanuit de zienswijze van de volwassene'
30 maart 2015
De ontwikkelingen in met name Finland en Schotland hebben een grote invloed op de activiteiten die worden ingezet vanuit ons Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Onlangs bracht staatssecretaris Sander Dekker een bezoek aan scholen in Edinburgh en Glasgow. Adrie Groot - bestuurder bij stichting Flore - nam er vorige week een kijkje. Waarbij vooral de woorden van David Cameron - onafhankelijk onderwijsadviseur en invloedrijk denker in Schotland - aan betekenis wonnen. ‘De resultaten omhoog, maar verschraling van de kwaliteit.’ Zijn zorgen nemen toe.Het onderwijs in Schotland staat internationaal in de belangstelling. In het najaar van 2015 lijkt Sander Dekker opnieuw Schotland te willen bezoeken en hun werkwijze kan daardoor een stevige invloed krijgen op, in elk geval de politieke aspiraties van de Nederlandse overheid. Wat kunnen we van de Schotten leren en wat moeten we zeker niet overnemen?
Good practices Schotland
1. Het curriculum in Schotland - Curriculum for Excellence - is in 2009 vastgesteld. Dit curriculum is gericht op vaardigheden die in vier rubrieken zijn verdeeld:
- successful learners (succesvolle ‘leerders’),
- confident individuals (zelfverzekerde individuen),
- responsible citizens (verantwoordelijke burgers)
- effective contributors (effectieve bijdragers).
Een curriculum om trots op te zijn. Een prachtig uitgangspunt voor de primary schools in Schotland.
2. Ontschotting tussen voorschoolse periode (2-4 jaar), primary- en secondary schools. Samen werken aan een doorgaande ontwikkelingslijn en ondersteuning voor kinderen. In clusters van primary- en secondary schools wordt hier aan gewerkt.
3. Alle kinderen krijgen onderwijs binnen de setting van de primary school. Geen vormen van speciaal basis of speciaal onderwijs.
Leer- en ontwikkelpunten
De praktijk is echter weerbarstig. Dit prachtige curriculum is op papier - en op de muren van de scholen - heel herkenbaar, maar nog onvoldoende terug te zien in de klas. Leerkrachten en leidinggevenden hebben enorm veel aandacht en betrokkenheid bij het kind. Het gevaar zit er in dat - mede door de sterke centrale coördinatie van o.a. de General Teaching Council Scotland en Education Scotland - er een toenemende detaillering komt van dit curriculum.
Er is momenteel sprake van een sterke didactische, instrumentele focus op leren. En dat verklaart ook waarschijnlijk het intensieve denken voor en over het kind. Gedragsregels, diploma's, certificaten en voorschriften kom je op elk stukje wand in het lokaal en in de gang tegen. Een sterk geconditioneerde kindomgeving, vanuit de zienswijze van de volwassene. De vraag of kinderen zelf niet de "Leaders in Learning" zijn en de leerkrachten "Leaders in Teaching" blijft onbeantwoord en leidt tot ongemak.
Vanuit het sterke didactische denken wordt leren iets dat je voor kinderen moet organiseren. Uniform en collectief. Daar waar kinderen een andere, afwijkende behoefte hebben, schiet differentiatie vaak nog tekort. Kinderen worden zo geen eigenaar van hun eigen leerproces en conformeren zich teveel aan de geldende uitgangspunten.
Willen wij kinderen voorbereiden op hun toekomst in een dynamische samenleving dan zullen wij een leef- en leeromgeving moeten creëren waarin ze, vanuit eigen verantwoordelijkheid, zichzelf, hun talenten en mogelijkheden, optimaal moeten kunnen ontwikkelen.
Aleid Truijens verwoordde dit in een opiniestuk prachtig in de Volkskrant (22-11-2014):
"Onderwijs kan zich helemaal niet voorbereiden op onbekende technologische veranderingen, en een onvoorspelbare arbeidsmarkt. Onderwijs dient niet om nieuw werkvee, voor de lopende band van de economie aan te leveren. Op school zitten de mensen die straks samen de wereld vormgeven. Die kinderen opvoeden, oplossingen verzinnen, schoonheid creëren, valsheid doorzien, troost bieden, perspectieven openen… Die moet je geen tijdgebonden technieken meegeven, maar wapenen met een brede ontwikkeling, basisvaardigheden, een open hart en een kritisch verstand. Onderwijs moet het kind niet aanpassen aan de toekomst, maar het de werktuigen bieden om straks elke toekomst aan te kunnen."
De leerkracht speelt in het realiseren van deze optimale leef- en leeromgeving de meest cruciale rol. Maar de toenemende druk op de resultaten in combinatie met de steeds groter wordende papieren bureaucratie leidt tot demotivatie van deze professionals. De angst om uit te gaan van eigen professionaliteit, kennis en ervaring om het goede te doen voor het kind, groeit.
Als we de leef, leer- en onderwijsomgeving van de leerkracht niet verbeteren - meer ruimte voor eigen professionaliteit en vermindering van de werkdruk/bureaucratie - zal elk curriculum, elke mooie gedachte over onderwijs 2032 niet tot wasdom komen en zullen pedagogische sterke jongeren niet meer kiezen voor de prachtige baan van leerkracht in het basisonderwijs.
Adrie Groot is voorzitter College van Bestuur van stichting Flore.
Reacties