Geen taalles, maar verstoppertje en daarna rustig aan het werk
6 mei 2016
Het is twee dagen voor de meivakantie en niet alleen de kinderen, maar ook de juf kijken er naar uit. Iedereen is wat minder geconcentreerd. Buiten is het prachtig weer. Mascha Groenman besluit dat een taalles nu even geen zin heeft, en heeft zelf ook veel meer zin in verstoppertje! Stiekem sluipt de klas naar buiten voor het spel. Alleen kleine Anne heeft er niet zoveel zin in. Ze vindt het eng en blijft bij Mascha in de buurt.Het is twee dagen voor de meivakantie. Het is prachtig weer. Als ík al verlangend naar buiten kijk, doen de de kinderen dat vast helemaal. Groep 3 ruimt de spullen van het leescircuit netjes op en komt dan in de kring zitten. Ze schuiven de stoelen tot iedereen op een fijne plek zit. Een aantal kinderen wil graag wat vertellen over de vakantie en steekt de vinger in de lucht. De vakantie lonkt….de kinderen hebben er zin in en de concentratie wordt minder. Ik besluit tot iets anders dan Veilig Leren Lezen kern 10, dag 11 en wrijf in mijn handen. ‘Weet je waar ik zin in heb?’ Vragend kijk ik de kring rond. ‘Vakantie!’ roept Bert. ‘Ja, ook…..maar dat is pas over twee dagen. Ik heb zin in verstoppertje spelen!’ Luid gejuich stijgt op. We bespreken wat handig is om te weten: met buut of zonder en hoeveel tellen heb je eigenlijk om je te verstoppen? Mag je elkaar verraden of is dat niet eerlijk? En ……het is een spelletje!
Nog nooit was groep 3 op de gang zo stil: om 9 uur al naar buiten…..dat moet heel zacht en een beetje stiekem! We sluipen de gang door naar buiten en verzamelen bij een dikke boom: de buutplek. Ik vraag twee kinderen of ze willen zoeken. En tot hoever ze dan gaan tellen. De twee ‘zoekers’ besluiten dat tot 10 te kort is, tot 10.000 te lang en tot 30 precies genoeg is. Samen, gezicht in het kommetje van hun handen, tellen ze luid tot 30. Aan mijn hand heb ik Anne. Ze vindt verstoppertje een beetje eng en de buut stom. ‘Ik vind het echt niet leuk als ze me buten en heel hard mijn naam noemen.’ Ik peil haar voorzichtig: ‘Vind je het vervelend als je gezien wordt en je wint niet?’ Ze kijkt somber naar de grond: ‘Ja, en dan hoort iedereen dat! Ik houd er echt niet van!’ ‘Je kunt verstoppertje spelen ook oefenen,’ opper ik. Ze schudt haar hoofd. ‘Ik blijf het echt stom vinden!’ Ik vraag haar of ze met mij samen een goede plek wil zoeken, waar we niet gevonden worden. Ze leidt me tussen de bomen door, helemaal naar achteren toe, waar een dikke boom staat. Samen passen we er precies achter. Ik zie dat er achter de andere bomen gezellig nog veel meer groep drie-ers verstopt staan. Ze sissen en giechelen elkaar toe vooral stil te zijn. De twee Syrische meisjes begrijpen het spel ook en staan samen achter een boom, nog verder naar achteren toe.
‘Dertig,’ roepen de zoekers. Ze kijken het plein rond, de handen boven de ogen. Al snel hoor ik namen noemen en kinderen naar voren rennen. De zoekers blijven angstvallig dicht bij de boom. Anne laat mijn hand los en beweegt zich van de ene boom naar de andere, tot ze bijna vooraan staat. Ik probeer haar te volgen, maar word al snel ‘gebuut’. Al snel is iedereen gezien en verzamelen we ons rond de boom. ‘Waar is Emma?’ vraagt een meisje naast me. Ik zie haar niet. Samen roepen we haar naam en ze komt lachend aangerend: ‘jullie hebben mij niet gevonden! Ik heb gewonnen!’ We besluiten toch nog een potje te doen, met nieuwe zoekers die ‘best wat verder van de buut weg durven’. Anne pakt opnieuw mijn hand en ik laat me naar dezelfde plek leiden. Ze heeft me niet meer nodig en schuift voorzichtig steeds een stukje naar voren toe. Ik blijf op mijn plekje om te zien wat er gebeurt. Ik zie kinderen heel hard rennen om ‘buut vrij’ te halen, ik zie kinderen van muurtje, Naar boom, naar struikje rennen om zolang mogelijk onzichtbaar te blijven. Ik zie Anne gebuut worden en ik zie dat ze wat beteuterd kijkt, maar niet gaat huilen. Uiteindelijk is iedereen gevonden, op Emma na, die opnieuw wint. Ze rent juichend het plein over. We gaan voor een laatste potje, dit keer zonder buut. Anne kiest zelf haar verstopplekje. Ik kies een plek die makkelijk te vinden is. Ik word inderdaad snel ontdekt en ook dit keer is Emma de laatste, haar kleine koppie stralend. Ze is vaak de laatste met werken, dit moet voor haar een heerlijk gevoel zijn. Terwijl we teruglopen naar het lokaal, grijpt Anne mijn hand om me zachtjes toe te vertrouwen dat ze het heel erg leuk had gevonden.
We sluipen de school in, de gang door naar het lokaal en gaan rustig aan het werk. Heel rustig.
Mascha Groenman is leerkracht op een basisschool in Bergen en moeder van twee kinderen, waarvan de oudste PDD-nos en dyslexie heeft en de jongste hoog/meer begaafd is. Dit is haar eigen blog.
Reacties