'Geen kinderpakhuis, maar ruimte met veel ontwikkelingskansen en leermogelijkheden'
22 mei 2015
Hubert Winters verbaast zich soms over de scholen waar hij komt. Of liever gezegd over de gebouwen. De nieuwe scholen zijn vaak ondergebracht in multifunctionele accommodaties. Goedkoop en vooral (organisatorisch) praktisch. Kinderpakhuizen noemt hij ze , terwijl het zoveel beter kan. 'Het moet een gebouw voor kinderen worden, geen kantoor voor mini-mensen.'Wanneer je vooral ’s ochtends een school binnenloopt, dan merk je meestal niet dat er een paar honderd kinderen aan het werk zijn. Het is stil. Alle kinderen zitten in een lokaal, gebogen over een boek en een schrift of een werkblad.
Centraal in de school is een mooie grote gemeenschapsruimte (wat een woord!). Daar staan tafels en stoelen, maatje ‘grote mensen’. Er zitten twee studenten die het schoolplan bestuderen. Jammer zo’n mooie grote ruimte en je ziet er geen kind! Wanneer wel trouwens? Zijn in dit gebouw kinderen actief aan het leren? Passend? Rekening houdend met de ideeën van Meervoudige Intelligentie?
Schoolgebouwen zijn over het algemeen toch zo iets als kinderpakhuizen. Je maakt hokken van ongeveer 56 vierkante meter. Daar stop je zo’n 30 kinderen in en je zet er een leraar voor. Als de leraar zorgt voor stilte en kinderen zijn zichtbaar schriftelijk bezig, dan hebben we de indruk dat het met het onderwijs wel goed zit.
Vanuit deze optiek op goed onderwijs worden nog steeds de meeste scholen ontworpen. Vaak ben ik als onderwijsadviseur betrokken bij bouwprojecten in het onderwijs. Zo’n project zie ik vooral als een hefboom voor schoolontwikkeling. Maak de lokalen kleiner, te klein, dan moet je wel besluiten om de kinderen ook in andere ruimtes te laten werken en dan moeten de collega’s wel samen werken.
Vraag je eens af op welke manieren mensen tot leren komen. Hoe werkt dat bij jou, bij kinderen die er moeite mee hebben? Wat is iemands leerstijl?
Er ligt een enorme druk op scholen om meer en meer taal en rekenen te doen. Vreemd. Een onderzoek wijst uit dat als je intensief muziekonderwijs geeft, de resultaten voor taal en rekenen, met name bij zwakkere kinderen, omhoog gaan. Muziek in de school dus!
En wat dacht je van het natuur-tekort-syndroom, waarover Richard Louv schrijft? Waarom zie je rond scholen vooral kinder-uitlaat-plaatsen en geen lekkere speelplekken? En waarom krijgen scholen eigenlijk van die minimale speelplaatsen? Hebben onze beleidsmakers nooit buiten gespeeld?
Het kan zo veel beter.
Scholen die een nieuwe school mogen bouwen, worden vaak ondergebracht in multifunctionele accommodaties. Door gemeentes vooral bedacht omdat het goedkoper is om met meer organisaties onder één dak te zitten. Allerlei organisatorisch argumenten spelen vaak een belangrijke rol, terwijl juist brede scholen de kansen moeten benutten om voor kinderen een interessantere leeromgeving te realiseren.
Gebouwen moeten plekken zijn waar je heel stil, alleen en geconcentreerd moet kunnen werken, waar je met groepjes en groepen actief kunt leren en waar je ook met honderden een prachtige viering kunt houden. Dat stelt veel eisen aan een ontwerp en aan een architect, dat kan hij dan ook niet alleen.
Zorg dat je als school de baas bent over het ontwerp, dat het een gebouw wordt dat heel veel ontwikkelingskansen biedt; het moet een gebouw voor kinderen worden, geen kantoor voor mini-mensen.
Laten we eens ophouden scholen te bouwen die monumenten zijn en daarom de scholenbouwprijs winnen. Het gaat er om dat we kinderen zo veel mogelijk meegeven voor hun toekomst of ze nou professor, leraar, buschauffeur, timmerman of voetballer worden!
Hubert Winters is onderwijsadviseur, oprichter en eigenaar van JAS, Jenaplan Advies & Scholing.
Reacties