'Geef docenten 20 procent eigen tijd, dat betaalt zich dubbel en dwars uit'
14 januari 2013
Vertrouwen kweek je door vertrouwen te geven. Zo werkt het bij leerlingen, maar net zo goed bij docenten. Steeds meer organisaties hebben het zogenaamde "20 percent time" als beleid. Eén dag in de week besteedt een werknemer aan een project wat hem/haar goeddunkt. Daar zijn mooie dingen uit voortgekomen en het houdt mensen betrokken en geïnspireerd. Vorig jaar publiceerde de Onderwijsraad een voorstel over excellente docenten dat met veel hoon werd ontvangen. Ook door Jelmer Evers, leerkracht bij UniC, maar inmiddels uitgegroeid tot een internationaal voorbeeld van een onderwijsvernieuwing. Hij begon er al drie jaar terug anders tegenaan te kijken.Wat heeft de Onderwijsraad precies voorgesteld? Het komt er kort op neer dat excellente docenten geld en tijd krijgen te innoveren en om hun expertise te delen met collega's:
"De Onderwijsraad stelt voor per excellente leraar jaarlijks 25.000 euro toe te kennen. Met dit bedrag kan de excellente leraar een dag in de week worden vrijgesteld voor verdere professionalisering en schoolontwikkeling. Daarnaast is er een projectbudget van 10.000 euro per jaar voor bijvoorbeeld innovaties, een salaristoelage voor de excellente leraar van 2.500 euro en een bedrag voor assessment. Dit is te bekostigen met het budget dat het kabinet heeft uitgetrokken voor de prestatiebeloning." (samenvatting, integraal)
Ferry Haan stipt terecht een aantal kritiekpunten aan in zijn column voor de Volkskrant. Hoe bepaal je wie een excellente leraar is? (Vraag het onder andere aan de leerlingen zou ik zeggen, die weten ook heel goed bij wie ze iets leren) En die bonus leidt inderdaad tot scheve gezichten. Als iets ons de afgelopen jaren zou moeten hebben geleerd is dat bonussen highly overrated zijn Of willen we soms de onderwijsvariant van die verderfelijke quants?
Aan de andere kant is het helemaal geen slecht idee om af en toe goede docenten iets anders te laten doen. Ik vind het maar een rare gedachte dat een goede docent alleen maar voor de klas wil staan. Natuurlijk: het is enorm inspirerend, ik zou ook niet anders willen. Maar in andere beroepsgroepen is het echter heel normaal om je horizon te verbreden. Waarom niet in het onderwijs? Je moet voor de klas staan anders tel je niet mee. Dat geloof ik dus niet in een tijd van 'job-hoppen' waarin je niet meer een leven lang één beroep uitoefent. Zo verlies je alleen maar talentvolle mensen die het beste uit zichzelf willen halen.
Wat houdt mij eigenlijk geïnspireerd? Dat ik leerlingen zie groeien, dat ze me scherp houden, dat ze me verbazen. Maar het onderwijs heeft nog veel meer kanten: het feit dat ik lesmateriaal kan ontwikkelen, dat ik verantwoordelijk ben voor het onderwijsproces, dat ik kan experimenteren met ict. Ook dat kenmerkt een goede docent. Helaas ontbreekt het vaak aan tijd om het goed te doen. Dan kan wel degelijk frustreren en demotiveren. Om goede docenten te behouden zou je juist moeten investeren in hun inspiratie. Je behoudt ze voor het onderwijs en je kunt de vruchten van hun werk delen.
In een interessante blogpost van een tijdje terug kwam ik een interessant begrip tegen dat hier bij aansloot: Teacherpreneur.
"In this ideal world, teachers spend part of their time in the class as co-teachers, part of their time researching and writing curriculum and assessments for schools, part of the time mentoring new teachers (who have a reduced work load while they’re being trained), part of their time innovating ideas for teacher development, and part of their time drafting educational policy."
Teveel mensen zijn met onderwijs bezig die niet direct bij het onderwijs zijn betrokken. Heel vaak is dat overbodig en geldverslindend. En wat het meest schrijnend is: veel van de expertise is op scholen al lang aanwezig en zou juist moeten worden aangeboord om docenten echt eigenaar van het onderwijsproces te laten zijn.
Vertrouwen kweek je door vertrouwen te geven. Zo werkt het bij leerlingen, maar net zo goed bij docenten. Google heeft het zogenaamde "20 percent time" als beleid. Twintig procent van hun tijd kunnen 'Googlers' besteden aan een project wat hun goeddunkt. Daar zijn al mooie dingen uit voortgekomen en het houdt mensen betrokken en geïnspireerd.
Een docent hoort bovenal betrokken te zijn bij leerlingen (niet persé voor de klas) Is het zo'n utopische gedachte om docenten daarnaast ook verantwoordelijk te maken voor onderwijsbeleid? Dat ze zelf lesmateriaal ontwikkelen, en onderzoek doen? Dat is heel aantrekkelijk, aantrekkelijk genoeg om een bijdrage te leveren aan het oplossen van het lerarentekort. Er is veel aan te merken op het voorstel van de Onderwijsraad, maar ik denk dat ze op het juiste spoor zitten met de suggestie om excellente docenten de vrijheid en de tijd te geven om te innoveren. Die twintig procent "vrije tijd" zal zich dubbel en dwars terugbetalen.
Jelmer Evers, docent bij UniC in Utrecht.
Reacties