Een onderwijsblog - niet zonder toeval - op Bevrijdingsdag geschreven
11 mei 2014
The Beautiful Risk of Education - het meest recente werk van Gert Biesta - heeft op Hartger Wassink indruk achtergelaten. 'Matthijs van Nieuwkerk zou het, als hij het zou lezen, vast ‘het onderwijsboek van de eeuw’ noemen, maar ik vrees dat hij het te genuanceerd vindt voor het DWDD-publiek.' Biesta houdt een pleidooi voor een 'zwakke' opvatting van onderwijs, omdat het ten diepste om het erkennen van de vrijheid van de ander, de noodzakelijke pluraliteit in het handelen en het uithouden van de onzekerheid wat dat uiteindelijk ‘oplevert’ bij de leerling. Een blog dat hij - niet zonder toeval - schreef op Bevrijdingsdag.Afgelopen week had ik vakantie. Dan gaan er uiteraard wat boeken mee. Het gebrek aan wifi en een licht tekort aan zonnig weer werkte stimulerend om die boeken, binnen op de bank in het vakantiehuisje, ook daadwerkelijk uit te lezen. Geen afleiding van nieuwssites, digitale kranten en (foei!) e-mail. Erg onder de indruk was ik van zowel ‘Wij en ik’ van Saskia de Coster, als het aangrijpende ‘Why be happy when you could be normal’ van Jeanette Winterson. Ook greep ik deze week aan om eindelijk ‘The Beautiful Risk of Education’ van Gert Biesta uit te lezen. Matthijs van Nieuwkerk zou het, als hij het zou lezen, vast ‘het onderwijsboek van de eeuw’ noemen, maar ik vrees dat hij het te genuanceerd vindt voor het DWDD-publiek.
Waarom is het zo goed? Voor mij heeft het fundamenteel mijn kijk op het proces van onderwijs veranderd. Ik ga het boek hier niet volledig bespreken, dat heeft Simon Verwer al eerder gedaan. Ik zou ook niet weten hoe ik in kort bestek kan bespreken hoe Biesta Arendt, Foucault, Levinas en nog wat grote namen zo elegant, begrijpelijk en overtuigend aan elkaar weet te verbinden om zijn pleidooi te onderbouwen.
Laat ik me beperken tot de kern: het pleidooi van Biesta voor een ‘zwakke’ opvatting van onderwijs. Dat is niet erg modieus: is het niet belangrijk om onderwijs zo ‘sterk’ mogelijk te maken? Zodat we weer ‘on top’ komen in de internationale vergelijkingstabellen? Of op z’n minst ons uiterste best doen zwakke leerlingen zo veel mogelijk te laten leren?
In de huidige ronkende beleidstaal gaat het dan om ‘aanpakken’, ‘doen wat werkt’, en de ‘bewezen effectiviteit’ van methoden en protocollen. Biesta laat zien dat je daarmee juist voorbijgaat aan het wezen van onderwijs, dat per definitie een onbepaald proces is. Sterker nog, volgens Biesta is die argumentatie gevaarlijk, in de zin dat een heersende, niet uitgesproken opvatting over wat goed onderwijs is, er impliciet mee bevestigd en herhaald wordt. Daarmee wordt onderwijs te veel een instrument waarmee we de vrijheid (en democratie) in onze maatschappij eerder inperken, dan vergroten.
Maar, zoals ook andere auteurs bepleiten, is onderwijs geen instrumenteel proces, waarbij we volgens voorgeschreven recepten kunnen werken, maar vooral een praktijk. Het gaat niet om het ‘produceren’ van wiskunderesultaten in het algemeen, maar om het leren van dít stukje wiskunde aan déze leerling op dít moment.
Het gaat niet om een mechanische interactie, maar een menselijke interactie. Het wezen van de mens is zijn vrijheid om te handelen. De vrijheid die jij (als leraar/opvoeder) hebt om te handelen, heeft de leerling ook. Fundamenteel is het besef, dat als we onderwijs willen zien als een plaats, waarin (jonge) mensen de ruimte krijgen zich in vrijheid te ontwikkelen, we de vrijheid van de leerlingen om te reageren op jouw handelen ook gunnen. Doen we dat niet, dan ontnemen we ook onszelf (als leraar of opvoeder) onze eigen vrijheid.
Onderwijs gaat daarom, en dat is wat ik leer van Biesta, ten diepste om het erkennen van de vrijheid van de ander, de noodzakelijke pluraliteit in het handelen en het uithouden van de onzekerheid wat dat uiteindelijk ‘oplevert’ bij de leerling. Vandaar zijn pleidooi voor een ‘zwakke’ opvatting van onderwijs. Wie denkt dat het er daarmee niet langer toe doet wat de leraar doet, heeft het mis. Biesta beargumenteert in het laatste hoofdstuk overtuigend waarom hiervoor ‘virtuoze’ leraren nodig zijn, die naast hun ‘technische’ kennis (techne), nodig voor poiesis (het maken) ook hun praktische wijsheid (phronesis) moeten ontwikkelen, nodig voor de praxis (het dagelijkse handelen-in-context). Dat is misschien nog wel moeilijker, omdat het niet alleen gaat om te weten ‘wat werkt’, maar tegelijk te bepalen wat wenselijk is.
Jan Terlouw stipte in zijn 4 mei-lezing het belang van onderwijs aan, voor het ontwikkelen van een sterke democratie. Gert Biesta laat zien dat we dat alleen kunnen bereiken als we het begrip vrijheid tot in de kern van ons onderwijs laten doordringen. Grote woorden, zeker, maar op Bevrijdingsdag mag dat, toch?
Onderwijsavond en Masterclass met Gert Biesta in Driebergen op 15 en 16 mei a.s. --> aanmelden Onderwijsavond Gert Biesta
Hartger Wassink is als organisatiepsycholoog altijd actief geweest op het grensvlak van onderzoek en advieswerk in de onderwijssector. Vanaf augustus 2013 is hij bij het NIVOZ een van de mensen die het onderzoeksforum handen en voeten geeft. Hij blogt via zijn eigen website De Professionele Dialoog.
Reacties