Een lerarenregister: ‘Waar de pedagogische kracht van de leerkracht centraal staat, past een registratiesysteem niet’
1 oktober 2015
Op 1 januari 2017 moeten alle leraren geregistreerd zijn in het lerarenregister. Bestuurder Adrie Groot heeft zo zijn twijfels bij dit register en besloot op onderzoek uit te gaan naar de voor- en nadelen. Hij ziet vooral de waarde van samen en met elkaar leren, en als leerkracht eigenaar kunnen zijn van het eigen leerproces.Lachend liet Stef, directeur van Campus Columbus, mij vorige week een zojuist ontvangen e-mailbericht lezen. De kop was "Professionaliseren begint met registreren". Als hij zichzelf nog voor de herfstvakantie registreerde in het schoolleidersregister, zou hij voor het hele team een gratis zadeldekje krijgen.
Hoe komt het toch dat we zo'n waarde hechten aan registratie bij professionaliseren? Omdat ik zelf een behoorlijke twijfel heb over nut en noodzaak, ben ik maar eens op onderzoek uitgegaan.
Allereerst heb ik het wetsvoorstel van de staatssecretaris van OC&W, Sander Dekker, er eens bijgepakt. Dit wetsvoorstel geeft aan dat op 1-1-2017 alle leraren geregistreerd moeten zijn. Periodieke herregistratie moet bekwaamheid en bevoegdheid van de leraar garanderen. Registratie en nascholing wordt gekoppeld aan de specifieke beroepsgroepen in het onderwijs. Daarbij wordt de professionele ruimte van de leraar verankerd in de wet, zodat de leraar ruimte krijgt om te handelen.
Registerleraar
Op de website Registerleraar geeft de voorzitter van de Onderwijscoöperatie, Joost Kentson, het volgende aan:
'Het wetsvoorstel is een grote stap vooruit omdat:
- het wetsvoorstel het belang onderstreept van het leraarschap;
- het de leraar zeggenschap geeft over de invulling, inrichting en uitvoering van zijn onderwijs;
- de professionele ontwikkeling van de leraar een wettelijke verankering krijgt en zichtbaar wordt gemaakt;
- het de verhoging van de kwaliteit van het leraarschap en de beroepsgroep stimuleert, en daarmee dus de kwaliteit van het hele onderwijs;
- de leraar een positie als professional krijgt.'
Wij Leren
Op de website www.wij-leren.nl, het kennisplatform voor het onderwijs, wordt gesteld dat er iets vreemds aan de hand is met het beroep van leraar. Een leerkracht die net van de PABO komt en zijn diploma op zak heeft, is net zo bevoegd als een doorgewinterde leerkracht die veertig of meer dienstjaren voor de klas gestaan heeft. Nu zal niemand durven zeggen dat je met je diploma op zak niet meer bij hoeft te leren, of dat je als ervaren leerkracht niet aan professionalisering hoeft te doen. Maar op welke manier wordt het zichtbaar dat je kennis en kwaliteit op peil is? Hoe laat je zien dat je voldoet aan bekwaamheidsonderhoud? Hoe kunnen scholen aan ouders laten zien dat ze gekwalificeerd personeel in huis hebben? Daarvoor is er de registerleraar.
PO-Raad
De PO-Raad is het op hoofdlijnen eens met het advies van de Onderwijsraad over het wetsvoorstel Lerarenregister. Evenals de Onderwijsraad vindt de PO-Raad het belangrijk dat het register een zaak is van de beroepsgroep leraren zelf en dat de verantwoordelijkheden voor onderwijskwaliteit vanuit dat oogpunt verhelderd moeten worden. In de uitvoering wil de PO-Raad invloed uitoefenen op de verdere ontwikkeling van het lerarenregister, zodat het straks aansluit op en onderdeel kan zijn van het personeelsbeleid van schoolbesturen. Om dat mogelijk te maken, werkt de PO-Raad samen met de Onderwijscoöperatie en het ministerie van OC&W aan het opzetten van pilots.
De huidige praktijk
Dat klinkt allemaal heel plausibel. Laten we toch eens naar de huidige onderwijspraktijk kijken. Leerkrachten in het primair onderwijs zijn praktisch allemaal in het bezit van een geldig diploma, volledig bevoegd dus. De kwaliteit van de leerkracht voor de klas wordt niet alleen bewaakt door de persoon zelf, maar is ook onderwerp van gesprek met de collega's en leidinggevende. En als de kwaliteit onder de maat is, spreken ook ouders een hartig woordje mee. En werden in het verleden veel cursussen gevolgd, de laatste tijd zien we een verandering ontstaan. Vanuit de wetenschap dat het leerrendement van cursussen maar ongeveer 20% is en het leerrendement van samen met en van elkaar leren 80%, ontstaan er werkgroepen en leergemeenschappen op school en bovenschools.
Waar top down gedreven opleidingsaanbod dus een beperkt rendement heeft en geen bijdrage levert aan de motivatie en beroepsvreugde van leerkrachten, is deze energie en betrokkenheid wel te herkennen als de leerkracht zelf eigenaar mag zijn van de eigen professionalisering. Natuurlijk vraagt dit een actieve, enthousiasmerende, stimulerende en faciliterende houding van de leidinggevenden en het schoolbestuur. En natuurlijk valt daar nog veel in te leren en te verbeteren.
Maar in een onderwijswereld waar de ontwikkeling naar eigenaarschap bij leerlingen en personeelsleden in toenemende mate wordt gewaardeerd, waar de pedagogische kracht van de leerkracht centraal staat bij kindontwikkeling, in die wereld past een landelijk, door punten gedreven registratiesysteem niet.
Vanuit eigen verantwoordelijkheid het portfolio vullen en gebruiken als verantwoording van leren en professionaliseren is een weg die ongetwijfeld leidt tot betere onderwijskwaliteit.
De situatie in Schotland
Schotland kent al enige tijd een lerarenregister met een verplichting tot registratie. Zonder registratie kom je als leerkracht niet meer aan het werk. Mijn bezoek aan Scottish Education in Edinburgh, Schotland, maakte duidelijk hoe het precies werkte. De jaarlijkse, verplichte, bijdrage was met name noodzakelijk voor het in stand houden van het instituut. Data van allerlei andere instanties, o.a. de politie en justitie, waren gekoppeld en werden meegewogen bij het beoordelen of je registratie werd verlengd. Enkele malen aangehouden voor rijden onder invloed bracht je registratie zonder meer in de gevarenzone.
Maar imago zit niet in een registratie. Dat zit in het beroep. Een aantrekkelijk beroep, veel eigen regie, ruimte voor ontwikkeling, doorgroeimogelijkheden en loopbaanperspectief. Een uitdaging voor scholen, besturen en directeuren van scholen.
Mijn twijfel over invoering is, nu alles op een rijtje staat, weg: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
'Investeer in mensen, niet in systemen'
Adrie Groot is voorzitter College van Bestuur Stichting Flore.
Reacties